Toezichtsnorm gastouderopvang geactualiseerd in de Wet kinderopvang

Met ingang van 1 januari 2023 is de toezichtnorm voor de gastouderopvang geactualiseerd in de Wet kinderopvang. Hiermee is de wettelijke taak van gemeenten om toezicht te houden op de kwaliteit van de gastouderopvang beter verankerd in de wet. Jaarlijks moet de GGD per gemeente ten minste 50% van de geregistreerde voorzieningen voor gastouderopvang inspecteren. Daarbij moet elke geregistreerde voorziening voor gastouderopvang ten minste eens per drie jaar bezocht worden. Voorheen gold een minimale steekproef van 5%.

Voor deze intensivering in het toezicht ontvangen gemeenten vanaf 2022 al extra geld in het gemeentefonds. Het jaar 2022 was een ingroei-jaar en vanaf 2023 geldt de wettelijke verplichting om aan de nieuwe toezichtnorm te voldoen.

Voor kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang geldt een wettelijke inspectienorm van 100%. Met deze intensivering voor de gastouderopvang wil SZW dit meer gelijktrekken. Daarnaast neemt zo het zicht op naleving van de kwaliteitseisen van de gastouderopvang toe. De intensivering van het toezicht is één van de stappen in een breder traject om de kwaliteit van de gastouderopvang te verbeteren.

Gecombineerde oudercommissie per 1 januari opgenomen in de wet

Op 20 december 2022 nam de Eerste Kamer de Verzamelwet SZW aan. Daarmee biedt de Wet kinderopvang per 1 januari 2023 de mogelijkheid van een gecombineerde oudercommissie.

Houders van een kindercentrum zijn verplicht om een oudercommissie in te stellen: in principe apart per kindercentrum of gastouderbureau (volgens artikel 1.58 Wet kinderopvang). Soms bieden houders op dezelfde locatie dagopvang én buitenschoolse opvang aan. Formeel zijn dat twee verschillende voorzieningen en dus twee verschillende kindercentra. In de praktijk kan dit echter worden ervaren als één opvanglocatie en kan er de behoefte zijn om een gecombineerde oudercommissie in te stellen. Op sommige locaties is dit al het geval. Per 1 januari 2023 is deze mogelijkheid formeel opgenomen in de Wet kinderopvang (artikel 1.58a).

Om een gecombineerde oudercommissie te mogen instellen – in plaats van een oudercommissie per kindercentrum – geldt wel een aantal voorwaarden. Dit kan alleen als de verschillende kindercentra van dezelfde houder zijn en gevestigd in hetzelfde pand of aangrenzende gebouwen. Een belangrijke voorwaarde is daarnaast dat in de gecombineerde oudercommissie ouders met kinderen uit beide opvangsoorten zijn vertegenwoordigd. Ook regelt de wet dat ouders met kinderen op de ene opvangsoort geen besluit over de andere opvangsoort mogen nemen.

 

Deel dit nieuwsbericht