Waarden en regels

Iedere verandering in de kinderopvang raakt kinderen, ouders en professionals. Logisch dus dat de plannen van de staatssecretarissen Nobel en Palmen de nodige reacties opriepen. Tegelijkertijd is dit juist het moment om even afstand te nemen en te kijken naar de kernvraag: waar doen we het eigenlijk voor?

Discussie over kinderopvang begint bij waarden, niet bij regels. Want voordat we praten over definities, DAEB -constructies, rendementen of administratieve lasten, moeten we het hebben over kinderen, gezinnen en de waarden die wij als samenleving belangrijk vinden. Ik snap wel dat we met z’n allen eerst in een kramp schieten, dat er bij organisaties angst is nu het concreter wordt, dat we hard gaan roepen dat dit niet kan. Maar daarom moeten we nu meedenken, zodat het voor iedere organisatie straks werkbaar is. Niet zeggen wat er niet kan, maar aangeven wat we willen.

Groeiende beweging
De afgelopen jaren zien we een groeiende beweging in de samenleving waarbij kinderopvang, onderwijs, welzijn, jeugdhulp en gemeenten steeds intensiever samenwerken. Het besef groeit dat een stevige pedagogische basis bijdraagt aan optimale ontwikkelkansen voor kinderen en voor de gezinnen waarin zij opgroeien. En daardoor uiteindelijk ook voor de samenleving. Die beweging is niet ontstaan vanuit een stelselwijziging, maar uit het besef dat kinderen en gezinnen dat nodig hebben. Een kind kun je niet los zien van het gezin. Dat wordt steeds breder erkend. Maar ook de buurt, de school of de sportclub spelen een rol bij een gezonde ontwikkeling van kinderen. Dat vraagt daarom om een aanpak waarbij partijen rondom het kind samenwerken in plaats van naast elkaar opereren. Laten we dus teruggaan naar waar we in de kinderopvang met elkaar vandaan komen: een gezamenlijk ideaal. Dat is een goede pedagogische basis voor ieder kind. Dus kinderopvang die toegankelijk is voor ieder kind.

Economische processen
Het is ons in de kinderopvang de afgelopen tijd gelukt om elkaar te verstaan. Ook al hadden we een andere economische visie, ook al dachten we anders over het stelsel, iedereen wil pedagogische kwaliteit leveren, zodat ieder kind een goede basis heeft en beter toegerust is voor de huidige complexe samenleving. Ik denk ook dat we naar een samenleving toegroeien waar economische processen in dienst staan van de maatschappij. Niet van het eigen individuele belang, maar van het collectieve belang. Ik geloof werkelijk dat je economische behoeften goed kunt combineren met maatschappelijke waarden. Economie en idealen kunnen elkaar versterken in plaats van dat ze elkaar uitsluiten. De idealistische doelstelling zet de economie in beweging. Meer dan winst zijn idealen een inspiratiebron.

Verbindende factor
Kwaliteit is in de kinderopvang de verbindende factor. En over kwaliteit zijn wij het eens. Daarom is het niet zo ingewikkeld om een gezamenlijk akkoord te sluiten. We moeten misschien ook af van het praten over stelsels. Van discussies over stelselherziening schieten veel partijen in de weerstand. We moeten het hebben over kinderen. Wat zijn de behoeften van kinderen in onze samenleving? En wat hebben gezinnen nodig? Waar zijn trouwens de ouders in deze hele discussie? Waar is Boink? Waar is Voor werkende ouders? Ook wij vergeten soms het gesprek met de ouders als we het hebben over de pedagogische basis. Terwijl zíj dagelijks ervaren wat hun kind nodig heeft, wat wel werkt en wat niet. En ze zijn onze belangrijkste pedagogische partners. De vraag wat gezinnen nodig hebben – aan ondersteuning, aan voorspelbaarheid, aan voorzieningen – hoort centraal te staan in elk gesprek over de toekomst van kinderen en van de kinderopvang. Pedagogische kwaliteit begint bij de kwaliteit van de dagelijkse relaties tussen kinderen, professionals, ouders en de omgeving. Dat klinkt eenvoudig, maar in de praktijk betekent het continu samenwerken, afstemmen en soms grenzen doorbreken tussen de verschillende domeinen. Het betekent vroegtijdig signaleren, bieden van steun bij opvoedvragen, voorkomen dat kleine problemen groot worden.

Maatschappelijke factor
Het zijn precies díe dingen die de maatschappelijke meerwaarde van kinderopvang zichtbaar maken. Wij zijn vaak de verbindende factor, ook met het onderwijs en de jeugdzorg. Wat voor voorzieningen hebben we daarbij nodig, daar moeten we over praten. En hoe organiseren we die voorzieningen? Als we die vragen centraal durven stellen, volgt het stelsel vanzelf. Niet andersom. Want uiteindelijk gaat het niet om kinderopvang als sector, maar om de generatie kinderen en hun gezinnen die na ons komen. En over hen moeten we met één stem spreken – aan de formatietafel, in de regio en in de dagelijkse praktijk.

Lees de column in BBMP november/december 2025

Download de column 

 

 

 

Deel dit nieuwsbericht