Onze leden – kinderopvang organisaties in Nederland

Wat onze leden gemeenschappelijk hebben is hun fundamentele keus voor een bedrijfsvoering waarbij de rendementen terugvloeien in de organisatie. BMK-leden bieden maatschappelijke kinderopvang, dat is onze gemene deler, en dat kan in de vorm van een Stichting of een BV; de rechtsvorm is niet bepalend. Belangrijk voor lidmaatschap is dat het rendement wordt geherinvesteerd in de organisatie. Want zo investeren wij 100% van wat wordt verdiend terug in de kwaliteit van onze opvang zodat dit uiteindelijk 100% ten goede komt aan het kind. Zo realiseren wij duurzame kwaliteit en innovatie. Maatschappelijke aanbieders houden vaak ook in wijken waar ze verlies draaien, hun vestigingen open omdat zij het juist voor die wijken belangrijk vinden dat er kinderopvang is. Dit doen zij vanuit hun maatschappelijke opdracht.

Wij behartigen de belangen van deze maatschappelijke ondernemers; onze leden. Wij nemen positie in aan de onderhandelingstafels in politiek Den Haag in samenwerking met sociale partners. Wij vertegenwoordigen het veld en het belang van de maatschappelijke ondernemers. Wij laten de toegevoegde waarde van maatschappelijke kinderopvang zien! Scroll naar beneden en lees waarom onze leden kiezen voor de BMK.

Waar vind je maatschappelijke kinderopvangorganisaties?

Op de kaart vind je de kinderopvangorganisaties in Nederland die lid zijn van de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang.

Organisaties die gekozen hebben voor duurzame kwaliteit en innovatie, en die net als wij vinden dat kinderopvang toegankelijk moet zijn voor ieder kind.

BMK Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang

Overzicht maatschappelijke kinderopvangorganisaties (lid BMK) – per provincie

Maatschappelijke Kinderopvang vindt je in de provincie Utrecht bij BMK leden:

Leden vertellen

Ska Kinderopvang pleit voor  kinderopvang als basisvoorziening. “Ieder kind verdient kinderopvang”

Eind april gaf Alexandra van Huffelen, Staatssecretaris van financiën, het startschot om te onderzoeken of gratis publieke kinderopvang een kansrijk alternatief is voor de kinderopvangtoeslag. Louise Joosten, directeur-bestuurder Ska Kinderopvang, is groot voorstander. Enerzijds vanwege de complexiteit van het stelsel van financiering van kinderopvangtoeslag. Maar nog veel meer vanwege de inhoud van kinderopvang. Ieder kind is gebaat bij het ontwikkelen in een groep onder de begeleiding van kwalitatieve pedagogisch medewerkers. 

Ieder kind is gebaat bij kinderopvang

Elke dag begeleiden kwalitatieve pedagogisch medewerkers kinderen op de kinderopvang in hun ontwikkeling. Vanuit de laatste pedagogische inzichten worden kinderen begeleid om het maximale uit zichzelf te halen en hun talenten te ontwikkelen. Spelenderwijs leren jonge kinderen in groepen ontzettend veel van elkaar. Zij laten socialer gedrag zien en hun taalvaardigheid wordt rijker. De oudere kinderen begeleiden we bij hun brede talentontwikkeling en de ontdekkingstocht wie ze zijn.

Daarom geloof ik erin om kinderopvang publiek te financieren, zodat elk kind de kans krijgt zich te ontwikkelen en zijn of haar talenten te ontdekken. Ongeacht of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag of zich kinderopvang financieel kunnen veroorloven. Door de drempels weg te halen, vergroot je voor ieder kind kansen en mogelijkheden.

Momenteel maakt een kind gemiddeld twee en een halve dag gebruik van kinderopvang. Ik geloof dat drie dagen gratis kinderopvang een kansrijk alternatief is. Tegen een vergoeding kunnen ouders meer dan drie dagen gebruik maken van kinderopvang. Het uitgangspunt is dat onderwijs een leerplicht is en kinderopvang een ontwikkelrecht.

Daarnaast is het afgelopen jaar duidelijk geworden dat het huidige toeslagensysteem bepaald niet onfeilbaar is. De complexiteit en de versnippering van de financiering van kinderopvang werd door de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst duidelijk zichtbaar. Te veel ouders zijn daar de dupe van geworden.

Organiseren van de ontwikkeling van het kind
Gratis publieke kinderopvang geeft ouders rust in het organiseren van goede ontwikkeling van hun kind en de (werk)week. Op de kinderopvang zijn pedagogisch medewerkers elke dag bezig om kinderen te begeleiden met spelend leren en laten zij talenten van kinderen tot wasdom komen. De pedagogische medewerkers die werken vanuit de laatste wetenschappelijke pedagogische inzichten zijn geen oppas voor een kind. Zij zijn dagelijks actief bezig met het leggen van de basis voor hun verdere leven. Zij begeleiden, stimuleren en monitoren de ontwikkeling van het kind.

Wanneer elk kind toegang heeft tot kinderopvang, krijgen alle kinderen gelijke kansen. Kinderen met een taal- of sociaal emotionele achterstand worden tijdig gesignaleerd en met een gerichte aanpak begeleid. Kinderen die tijdig worden geholpen, kunnen zonder achterstand beginnen aan de basisschool. Hier heeft een kind een leven lang profijt van, maar ook de maatschappij plukt hier de vruchten van.

Kinderopvang en onderwijs onder één ministerie
Kinderopvang valt momenteel onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als directeur-bestuurder van Ska Kinderopvang kijk ik naar de dagelijkse inhoud van kinderopvang: het begeleiden, stimuleren en monitoren van de ontwikkeling van het kind. Een missie die veel meer op het terrein van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ligt.

Wanneer kinderopvang en onderwijs onder één ministerie valt, kan er eenvoudiger gezamenlijk vanuit onderwijs en kinderopvang naar de ontwikkeling van kinderen van nul tot dertien jaar worden gekeken. Met behoud van de expertise van het onderwijs én de kinderopvang.

Het is wetenschappelijk bewezen dat kinderen tot zes jaar anders leren dan kinderen van zeven tot dertien jaar. De expertise die de kinderopvang heeft in spelenderwijs leren is van grote waarde voor jonge kinderen. De eerste vier jaar zijn heel bepalend voor je verdere leven. Een terrein waar de kinderopvang grote expertise heeft en levert.

Investeringen en overbruggingsperiode
Kinderopvang als publieke voorziening zal enorm veel kinderen helpen in hun ontwikkeling en segregatie helpen voorkomen. Het vergt ook een grote investering. Een investering die op langere termijn terugverdiend wordt, omdat allerlei herstelactiviteiten niet nodig zijn. Het is een politieke keuze die gemaakt dient te worden. Een keuze in het belang van het jonge kind en een keuze waar de gehele maatschappij haar vruchten van plukt.

Naast de financiële investering. die gepleegd moet worden om naar een basisvoorziening voor kinderen te komen, zijn er meer drempels. Wanneer meer kinderen gebruik mogen maken van kinderopvang, zijn er structureel meer pedagogisch medewerkers en opvanglocaties nodig. Op dit moment kampt de kinderopvang met personele krapte. Bij de keuze voor publieke financiering van kinderopvang is daarom een overbruggingsperiode noodzakelijk.

Ieder kind verdient het om het maximale uit zichzelf te halen
Ondanks de drempels, ben ik groot voorstander van publiek gefinancierde kinderopvang als basisvoorziening en ontwikkelrecht voor jonge kinderen. Een kansrijke start voor alle kinderen. Elk kind verdient het beste. Dagelijks zie ik van dichtbij hoe kinderen spelenderwijs leren onder begeleiding van kwalitatieve pedagogisch medewerkers. Ieder kind verdient het om het maximale uit zichzelf te kunnen halen. Dat gun ik ieder kind.

Louise Joosten, directeur-bestuurder Ska Kinderopvang

 

Oink!: De keus om lid te worden van de BMK was snel gemaakt

De harmonisatie op 1 januari 2018 betekende de geboorte van Oink! Oink! is onderdeel van MOS, een brede welzijnsorganisatie, en biedt peuterspelen voor twee tot vierjarigen. ‘Sinds juli j.l. zijn wij aangesloten bij de cao kinderopvang. Dit was voor ons een logisch moment om over te stappen naar een andere branchevereniging. Wij vinden onze maatschappelijke instelling belangrijker dan winstgevend zijn, dus de keus om lid te worden van de BMK was voor ons snel gemaakt’, zegt Rachel van den Hoogen, bestuurder Maatschappelijke Onderneming Smallingerland (MOS) en directeur Oink!

Wij geloven niet in marktwerking in deze branche.

Peuteropvang zou wat ons betreft een basis aanbod moeten zijn, voor ieder kind. Wij zoeken in onze gemeente de samenwerking op. Ruim 10 jaar geleden in de brede scholen en nu ook in 4 de dorpen middels een IKC. We hebben allemaal daarin onze eigen  expertise en het moet toch lukken om overstijgend aan onze eigen organisaties tot een breed aanbod te komen. Dat is soms een zoektocht. Naast de Stichting Oink! bieden we vanuit de pedagogische afdeling die we hebben, opvoedondersteuning en ontwikkelingsstimulering aan.  We willen graag een breed preventief spectrum voor het jonge kind  blijven bieden.

De gemeente was tot 1 januari 2018 onze hoofdfinancier. Nu wij onder de wet kinderopvang vallen mag de gemeente niet  meer een voorkeur uitspreken of met één partij zaken doen. Maar wij hebben gezegd; ondanks dat er marktwerking is, zet in op samenwerking i.p.v. elkaar te beconcurreren want anders loop je het risico dat je alle eerdere investeringen in het peuterspelen te niet doet en  “het kind met het badwater weggooit”. We bouwen liever aan de integraliteit binnen een IKC om zo ook de groep nul-tot tweejarigen te betrekken die wij niet opvangen. Als er maar voor het jonge kind op kwalitatief hoogwaardig niveau aandacht is. Onderwijs en kinderopvang dienen daarin gelijkwaardig te zijn. Onze expertise voor de groep nul tot zes jaar is daarbij van toegevoegde waarde voor een IKC. Oink! heeft als uitgangspunt  “Spelen voor later; Alles wat je tijdens deze leeftijd spelend aan ervaring opdoet is input/ een basis voor later.

Voor 1 januari 2016 betaalden ouders een inkomensafhankelijke bijdrage en kregen wij een bijdrage per groep van de gemeente. Nu ontvangen we een bijdrage per kind per uur. En dat vraagt in de bedrijfsvoering een andere sturing. We hebben minder zekerheden dan daarvoor. De planning, wachtlijsten en besluitvorming vragen een meer bedrijfsmatige kijk op het geheel.

We zijn tijdig met de gemeente hierover in gesprek gegaan. In 2016 zijn we gestart met een pilot waarin we al met een kostprijs, per kind per uur zijn gaan werken. Zo kwamen we tijdig allerlei kinderziektes tegen en waren we op 1 januari 2018 klaar waren voor de nieuwe werkelijkheid. De gemeente heeft ons op een goede manier hierin de ruimte geboden. Wij hebben ons marktaandeel kinderen in deze gemeente weten te behouden. En dat is heel mooi.

In dit veranderingstraject hebben we onze medewerkers vanaf de start meegenomen. In groepen is men bezig gegaan met de identiteit en ook het benoemen wat de toegevoegde waarde is van ons werk voor het kind. Dit mondde uit in kernwaarden en uitgangspunten van het werk van onze pedagogisch medewerkers.

We zijn naar een andere cao overgestapt; wat zou het mooi zijn geweest als er al een cao IKC zou bestaan. Dit zou meer ruimte geven om een aantal dingen op te gaan pakken.

We zouden in de toekomst het liefst een breed toegankelijk basisaanbod voor in elk geval twee- tot vierjarigen zien, zonder marktwerking – dat is een wens. In Europa zijn een aantal mooie voorbeelden van vormen van kinderopvang te zien die bijdragen aan de ontwikkeling van het kind, die van de ouders én die van de economie. Het is aan de politiek om daar keuzes in te maken.

Mijn oproep aan de BMK is; blijf maar agenderen en blijf insteken op de ontwikkeling van de integraliteit met het onderwijs zonder de kwaliteit van de sector in de uitverkoop te doen.

Rachel van den Hoogen, bestuurder MOS en directeur Oink!

 

Stichting Kinderopvang Den Helder: In onze maatschappelijke betrokkenheid trekken we op met onze directe omgeving!

‘Wij hebben besloten lid te worden van de BMK omdat we ons thuis voelen bij de BMK vanwege de maatschappelijke ideologie.’ Aan het woord is Joost Korver, Directeur Stichting Kinderopvang Den Helder. ‘Ons werkgebied is Den Helder en de kop van Noord-Holland, een prachtig gebied maar economisch ingewikkeld. We hebben daarom een wervend filmpje gemaakt ‘Huisje, boompje, baan’ ook weer in samenwerking met onze directe omgeving, dat past bij ons’.

Muziek draagt bij aan de breinontwikkeling van kinderen

Zo zijn we bezig met een project over muziek want muziek draagt bij aan de breinontwikkeling van kinderen. Dit doet SKDH in samenwerking met ‘Hallo Muziek’ (Erik van Deuren), verbonden aan de Conservatoria in Amsterdam en Den Haag. Het muziekinstrument is hierbij een middel, niet een doel. Waar het om gaat is dat je vanuit de muziekinhoud een bijdrage levert aan een kansrijke en creatieve toekomst van kinderen. We gaan dit het komend jaar uitbouwen tot en met de groep 14-jarigen in het VO. We bereiken nu bijna 180 kinderen van 0-4 jaar hiermee. Ook de bso draait in dit project mee. Ons idee is om hen een muziekinstrument mee naar huis te geven. Dit is in lijn met de doelstelling voor 2020 dat iedere basisschool iets aan muziek doet.

Wij werken nauw samen met basisscholen, in onze bso’s maar ook in de vorming van twee IKC’s die we nu aan het bouwen en ontwikkelen zijn. In één van die IKC’s gaan we een muziekproject doen voor 0-12 jaar.

In het huidige 5-gelijke-schooldagen model heeft de leerkracht een korte pauze tussen de middag en, hop hij moet weer door. In dit nieuwe IKC is het plan om tussen de middag 45 minuten muziek te geven – want waarom moet dat alleen na school? Dat is heerlijk voor de kinderen om te ontspannen en zich creatief te uiten en ook heel goed voor de leerkracht. Zo snijdt het mes aan twee kanten.

Kinderen meer laten bewegen

Een ander voorbeeld van hoe onze maatschappelijke betrokkenheid zich uit is onze samenwerking met Triade, een centrum voor kunsteducatie in Den Helder. We zien dat steeds meer kinderen lang op een tablet op iPhone of achter een computer zitten te ‘spelen’. Maar het is veel beter voor kinderen als ze bewegen. Dit pakken we op samen met Triade.

Samenwerken met lokale ondernemers in rijdende ‘experience labs’

Wij signaleren zaken en vervolgens doen we daar wat mee. Je kan wel gaan wachten tot de lokale of landelijke politiek iets geregeld heeft maar ons motto is ‘gewoon doen’. Zo constateerden we dat veel bso-kinderen tussen 9-12 jaar onvoldoende uitdaging ervaren in de bso. Wat hebben we gedaan? We hebben drie oude SRV-bussen gekocht en hebben die omgebouwd tot rijdende ‘experience labs’. In samenwerking met lokale ondernemers gaan we invulling aan deze experience labs. Bijvoorbeeld met de Rabobank. De bus staat drie weken bij de Rabobank voor de deur en de kinderen leren in die periode lang alles over geld en de rol van geld in de wereld van nu en van morgen. Wij willen de kinderen laten zien en ervaren hoe de wereld van morgen is. Dat sluit aan bij de gewenste vaardigheden van de 21ste eeuw. De experience labs krijgen een eigen YouTube kanaal waar filmpjes geupload kunnen worden en een eigen Facebook en Instagram pagina.

Als 25 jaar geleden was Hedy d’Ancona bezig om de arbeidsparticipatie van vrouwen te stimuleren met de Commissie Kwaliteit Kinderopvang. Inmiddels leven we in een 24-uurs economie, dat heeft consequenties voor kinderopvang. Veel kinderopvangorganisaties zijn dicht tijdens de feestdagen, en daarom zijn wij juist open. Zo faciliteren we bijvoorbeeld ouders die in de horeca of zorg werken. Kinderopvang wordt gaandeweg steeds meer een tweede thuis; hoe geef je daar invulling aan? Daar denken wij over na. En wij proberen met de middelen die we hebben daar wat aan te doen. Stukje bij beetje geven wij vorm aan ons gedachtegoed; wij bouwen met legosteentjes aan ons ideaal.

Verduurzaming en vergroening

Een ander initiatief is onze samenwerking met de ‘Helderse vallei’, een natuur- en milieu-educatief centrum langs de duinrand van Den Helder waar kinderen met hun ouders heen kunnen. Op deze manier geven we samen met hen invulling aan verduurzaming en vergroening in de kinderopvang. We zijn trots op deze streek en dit gebied waar wij wonen. Ons motto is ‘het kind van vandaag is de volwassene in de wereld van morgen’. Dat zie je terug in onze aanpak.

Joost Korver
directeur/bestuurder bij Stichting Kinderopvang Den Helder

Kindercentrum’t Rovertje: ‘De waarde van maatschappelijke kinderopvang uitdragen’

‘Wij hebben voor de BMK gekozen vanwege de maatschappelijke insteek zonder winstoogmerk. Wij staan voor lokaal maatwerk waarin we samen met onze ketenpartners initiatieven ontwikkelen – kinderopvang is daar een onderdeel van. Dit sluit aan bij de visie van de BMK.’ Katinka Felten, directeur/bestuurder bij ’t Rovertje vertelt waarom de organisatie onlangs lid werd van de BMK.

We verwachten dat de BMK ons vertegenwoordigt richting de politiek en de waarde van maatschappelijke kinderopvang uitdraagt zodat kinderopvang uiteindelijk een basisvoorziening wordt. Daar zijn wij een groot voorstander van! En om ervoor te zorgen dat er een deregulering komt zodat binnen de kinderopvang niet hetzelfde gaat gebeuren als binnen het basisonderwijs. Daar sneeuwen leerkrachten onder als gevolg van het moeten bijhouden van allerlei administratieve zaken. Wat wij nodig hebben zijn duidelijke kaders en afspraken en daar binnen hebben we ruimte nodig. Het Rijk moet vertrouwen hebben in houders en niet alles willen bepalen.

Ontwikkelingskansen

Als eerste in de regio hebben we een aantal jaren geleden binnen ons kindercentrum passende kinderopvang aangeboden. We hebben de krachten gebundeld met een aantal gespecialiseerde organisaties, op het vlak van spraak- en taalontwikkeling bijvoorbeeld en organisaties gespecialiseerd in verstandelijke en motorische beperkingen. Vroeger moesten deze kinderen iedere dag lang reizen naar een instelling voor gespecialiseerde zorg. Nu krijgen de kinderen opvang, ondersteuning en begeleiding zo dicht mogelijk bij huis in de ontwikkelgroep DOLfijn. Samen met de andere kinderen binnen de opvang doen zij activiteiten. Dus zo gewoon mogelijk en tegelijkertijd kunnen we hen de beste ontwikkelingskansen bieden.
Dit is mogelijk omdat onze gemeente ons enorm helpt en faciliteert in deskundigheidsbevordering. Samen hebben we een werkplan opgesteld met zaken als workshops ‘systemisch werken’ en we geven medewerkers coaching-on-the-job. Op deze manier elkaar opzoeken en samen kansen identificeren is uniek en wordt mogelijk gemaakt door de inzet van onze samenwerkingspartners op het gebied van jeugdzorg in samenspraak met de gemeente.

Gemeentelijke rol

Binnen onze gemeente wordt gestimuleerd dat aanbieders van kinderopvang maatschappelijk aan de weg timmeren. Wij vangen al jaren kinderen van statushouders op. Ook kunnen wij dankzij onze gemeente iets betekenen voor kinderen die tijdelijk door omstandigheden thuis baat hebben bij een beetje structuur. Zij worden door onze BSO opgevangen en krijgen extra begeleiding. Dit kan bekostigd worden omdat onze gemeente deze ouders een vergoeding geeft op basis van een Sociaal Medische Indicatie. Wij zijn heel blij met deze mooie gezamenlijke initiatieven.

Katinka Felten
directeur/bestuurder bij Kindcentrum ’t Rovertje

Wasko Kinderopvang: “wij voelen een regionale verantwoordelijkheid”

‘De start van de BMK heeft een enorme vlucht genomen!’ Mieke van der Linden, directeur/bestuurder Wasko Kinderopvang, werd onlangs lid van de BMK. ‘En daar wil je als houder bij horen. Daar waar het bruist, waar energie zit en waar innovatie is. Dat was voor mij het belangrijkste argument; bij de BMK gaat het ergens over! Daarnaast delen we onze visie op kinderopvang.’

Ik vind het als bestuurder heerlijk om weer een stijgende lijn te zien na de jaren van crisis. Nu kunnen we onze maatschappelijke rol innemen – waar we eerder met man en macht bezig waren om onze eigen organisatie door zware tijden heen te loodsen. De Ablasserwaard is een krimpgebied en onlangs werden we benaderd door een piepklein schooltje in een heel klein dorpje dat met sluiting werd bedreigd. Ons werd gevraagd of we een bso konden starten om de school aantrekkelijker te maken. Wij zien dat als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid; in dit geval de leefbaarheid van de dorpskernen overeind houden.

Die verantwoordelijkheid in de regio voelen we en daarin willen we partner zijn van de gemeente en van andere maatschappelijke organisaties die zich op één of andere wijze met kinderen bezig houden. In Alblasserdam is het werkveld verdeeld in het christelijk onderwijs, waarin collega organisatie Pit actief is en wij bedienen het openbaar onderwijs. Ik vind het onze maatschappelijke rol dat wij gezamenlijk optrekken. Maar gaat niet altijd zo vanzelfsprekend, want heb ik met een heel commerciële concurrent te maken, dan is het een stuk ingewikkelder.

Ik vind het vreemd dat je in Nederland alleen gebruik kan maken van de kinderopvang als er twee werkende ouders zijn. Terwijl je zoveel kinderen ziet waarvan je weet dat het zo goed voor ze zou zijn als ze naar onze organisatie toe zouden kunnen komen in dagopvang, peuterspeelzaalwerk of in de bso!

De BMK moet zich richten op de beeldvorming en arbeidsvoorwaarden van medewerkers zodat het beroep pedagogisch medewerker een hoger aanzien krijgt. Met een goed contract met goede arbeidsvoorwaarden en goede ontwikkelingsperspectieven. Voor jonge ouders is hun pasgeboren baby’tje het allerbelangrijkste in hun leven dat ze uit handen geven aan onze pedagogisch medewerkers. En dat strookt niet met de waardering voor de kinderopvang.

De hele IKC ontwikkeling biedt kansen maar daarbinnen heeft de kinderopvang zelf iets te doen. Op het moment dat we de status van de kinderopvang op een veel hoger niveau weten te brengen worden schooldirecteuren uitgedaagd en zien zij dat de kinderopvang een partner is waar ze onderwijsvernieuwing mee kunnen ontwikkelen. Geïntegreerde concepten zorgen ervoor dat niet alleen kinderen van werkende ouders bereikt worden, maar dat veel meer kinderen kunnen genieten van wat een IKC teweeg brengt!

Mieke van der Linden
directeur/bestuurder Wasko Kinderopvang

Noach Kinderopvang Maastricht: wij voelen ons actief ondersteund door jullie!

‘Wij voelen aansluiting bij de BMK want we zijn een wat andere kinderopvang.’ Aan het woord is Petra Weeda (directeur). Jullie doen echt moeite zaken goed uit te zoeken. Wij voelen ons ondersteund door jullie.

Noach Kinderopvang is een zeer duurzame opvang. Wij zijn 16 jaar geleden begonnen want wilden een alternatief bieden in de vorm van een antroposofische benadering die leidt tot duurzame kinderopvang van hoge kwaliteit. Wij gebruiken uitsluitend natuurlijke materialen, we leven met de seizoenen en we bereiden biologisch dynamische warme maaltijden. Ons maatschappelijk engagement komt voort uit onze pedagogische keus. We hebben een heel uitgevormde visie op ontwikkeling. Onze groepen zijn ingedeeld naar ontwikkeling – en niet uitsluitend naar leeftijd –gebaseerd op de drie grote ontwikkelingsfase die een kind in de eerste drie jaar meemaakt.

De kinderopvang als sector moet zich eerst herpakken willen we in staat zijn goede kinderopvang voor álle kinderen beschikbaar te stellen. De regelgeving van de overheid is volledig op de cognitieve ontwikkeling gericht. En dat is nu net wat je níet moet doen met het jonge kind. Wij houden ons dan ook niet aan de eisen van allerlei toetsjes maar hebben alternatieven ontworpen. Zo hebben we een op antroposofische leest geschoeid VVE-programma. Dit programma wordt in heel Nederland door andere antroposofische kinderopvang-instellingen steeds meer gebruikt. Onze ouderpopulatie is over het algemeen zeer hoog opgeleid. Gelukkig hebben we daarnaast ook een (helaas) kleine groep ouders uit sociaal zwakkere milieus die een bewuste keus voor onze pedagogische visie of onze eigen sfeer die daar uit voor komt, heeft gemaakt.

Ik maak me grote zorgen over de toekomst van de kinderopvang. We zien een steeds draconischer regelgeving in één bepaalde richting die niet goed is voor het jonge kind. Daarnaast zie ik een kortzichtige pedagogische visie van een overheid die slechts oog heeft voor het economische model. Er moet een eind komen aan het inconsistente zwabberbeleid van de overheid. Daarnaast hebben we de gemeente Maastricht met een groot engagement maar ook tegenstrijdige regelgeving in relatie tot wat de overheid voortschrijft. Dus we krijgen twee verschillende beoordelingen; eentje die uit gaat van de gemeentelijke eisen en eentje die uitgaat van de overheidseisen.

De betaling van mensen werkzaam in de kinderopvang is schandalig laag. De eerste levensjaren van een kind wordt de basis gelegd voor zijn hele verdere ontwikkeling. Het is eigenlijk te gek voor woorden het de ouders betrekkelijk weinig kost een kind op een kinderopvang te plaatsen waar mensen de oudertaken overnemen voor schandalig lage salarissen. Daarnaast worden er steeds hogere opleidingseisen gesteld maar de salarissen stijgen niet. Daarom vind ik het belangrijk juist wél lid te zijn van een branchevereniging waar ik aansluiting voel omdat er nu zoveel zaken spelen die aandacht behoeven.

Petra Weeda
directeur Noach Kinderopvang Maastricht

Plateau IKC en Kinderopvang: IKC-pioniers in Drenthe

‘Tien jaar geleden zijn we gestart als brede school Assen. Maar we merkten dat de voortgang stagneerde – je hebt veel partijen nodig om samen zaken te ontwikkelen. Toen hebben we gezegd we willen opvang en onderwijs in één organisatie positioneren zodat je door kan groeien naar integrale kindcentra.’ Aan het woord zijn Paul Moltmaker, bestuurder bij Plateau Integrale Kindcentra en Marijke Fokkema, bestuursadviseur bij Plateau Kinderopvang, de nieuwe naam van ASKA nadat de organisatie is overgenomen door Plateau. Plateau is sinds kort lid van de BMK.

‘Die IKC-vorming gaat verder. We willen ook welzijn, zorg en het na-schoolse aanbod toevoegen aan ons aanbod de komende jaren. Dan heb je pas een volledig integraal aanbod. En dat is tevens de reden waarom de BMK ons aanspreekt. Dat maatschappelijk ondernemerschap waarbij je kinderen centraal stelt en vanuit alle expertises, opvang, onderwijs, zorg en welzijn, aanbod kunt geven.’

Marijke vult aan: ‘Wij vinden, naast het maatschappelijk ondernemerschap dat we herkennen in de BMK, het belangrijk om gevoed te worden met beleidsinformatie over wijzigingen in wet- en regelgeving. Zoals jullie indertijd een BMK Impact hebben samengesteld over de verandering als gevolg van de IKK. Een goed voorbeeld zoals wij ondersteund willen worden, binnen de ontwikkelingen waarin wij zelf aanwezig zijn.’

Paul voegt toe: ‘Daarnaast vinden wij het belangrijk dat de BMK positie inneemt aan de onderhandelingstafels in Den Haag in samenwerking met sociale partners. Het veld vertegenwoordigen en het belang van ons als maatschappelijke ondernemers. Wij moeten onze toegevoegde waarde laten zien. ‘

Paul vertelt: ‘We zijn in 2010 gestart als brede school want we wilden een wijkfunctie vertegenwoordigen voor alle kinderen. En dat gaan we nu uitbouwen naar na-schools aanbod dat we in wijken positioneren. En uitbreiden naar welzijn en zorg voor kinderen die dat nodig hebben. Zorg en onderwijs en kinderopvang samenbrengen, dat is onze volgende stap. Dat doen we vanuit de visie dat we een brede kijk op kinderen hebben waardoor je ze ook iets te bieden hebt. Zodat ze een goede stap kunnen maken in het primair onderwijs dat volgt.’

Paul sluit af met de conclusie: ’We zijn gestart in 2010-2011 en hebben de juiste organisatiestructuur nu gerealiseerd. Dat betekent niet dat we klaar zijn, sterker nog we beginnen nog maar net! Nu onderwijs en opvang onder één dak is gebracht, gaan we nu ook zorgen dat er inhoudelijke aansluiting komt. Niet alleen in zorgstructuur, maar ook in doorgaande leerlijnen en in programma’s. En we gaan uitbreiden naar een na-schools aanbod, welzijn, zorg, zodat we echt een integraal aanbod kunnen bieden voor ieder kind dat bij ons is.’

Paul Moltmaker
bestuurder bij Plateau Integrale Kindcentra en Marijke Fokkema, bestuursadviseur bij Plateau Kinderopvang

In gesprek met Kanteel Kinderopvang, lid van het eerste uur

Op de vraag hoe Kanteel Kinderopvang dit eerste jaar lidmaatschap van de BMK heeft ervaren, antwoordt directeur Jan-Willem Bedeaux dat hij zich helemaal thuis voelt bij de BMK!

Kanteel staat voor kindontwikkeling in brede zin (‘Bildung’) en vindt haar publieke taak daarin belangrijk. Alle kinderen moeten profiteren van de voordelen van kinderopvang. De organisatie heeft geen winstoogmerk en laat rendementen terugvloeien in de organisatie. Kanteel voegt daad bij het woord. “Via peuterarrangementen bereiken wij kinderen die niet naar de kinderopvang gaan. Wij organiseren samen met het onderwijs en de gemeente, BSO-achtige activiteiten voor kinderen in achterstandswijken”, vertelt Jan Willem. Hij geeft toe dat dat geld kost, maar dat Kanteel staat voor een pedagogisch rendement en voor financiële balans. “Want de toegevoegde waarde van kinderopvang mag niet voorbehouden blijven aan alleen kinderen uit gezinnen met twee werkende ouders”, aldus Jan Willem.

Jan Willem vertelt dat hij het gesprek over bovenstaande onderwerpen goed kan voeren met de BMK. “Want de BMK is voor Kanteel een omgeving waarin zij haar waarden op een plezierige en intelligente manier kan delen.”

Daarnaast praat Kanteel op gemeentelijk niveau met primair en voortgezet onderwijs, om de beleidsagenda’s van de gemeente rond ‘Burgerschap van de toekomst’ mede te bepalen. “En dan moet je natuurlijk beginnen bij heel jonge kinderen. Bovendien, wil je zoveel mogelijk kinderen bereiken, dan dien je een vrij toegankelijke publieke voorziening te zijn.” De gemeente Den Bosch is een voorloper als het gaat om bijvoorbeeld harmonisatie van peuterspeelzaal en kinderopvang. Als gevolg daarvan zijn er in de stad veel kindcentra en is de samenwerking met onderwijs intensief.

Het is niet voor niets dat de nieuwe beroepsvereniging Pedagogisch Professionals In Kinderopvang (PPINK) mede haar oorsprong vindt in Den Bosch. Jan Willem: “Het vakmanschap van de pedagogisch medewerker moet erkend worden en dient overeind te blijven in de samenwerking met het onderwijs en de verantwoording naar ouders. Want het aangrijpingspunt ontwikkeling is interactie en interactie is het domein van onze pedagogen op de groep. Zij richten zich op de persoonlijkheidsontwikkeling en zijn daarmee aanvullend aan de interventies van een docent in het primair onderwijs die meer zit op de cognitieve ontwikkeling.”

Kinderopvang en onderwijs zijn gelijkwaardig en aanvullend aan elkaar, besluit Jan Willem.

Jan-Willem Bedeaux
directeur/bestuurder Kanteel Kinderopvang

“Laten horen waar je voor staat”

“Sinds september 2015 heten we PIT Kinderopvang & Onderwijs: kinderopvang en onderwijs vanuit één organisatie, één leiding en een gezamenlijke missie en visie. De kindcentra werken met één team aan de opvang en onderwijs met doorgaande ontwikkellijnen voor kinderen tussen 0 en 13 jaar. Het is nog volop in ontwikkeling, maar we staan daar helemaal achter.

Van huis uit zijn we een maatschappelijke organisatie. Uiteraard hebben we rendement nodig; om onze idealen en missie waar te maken. Dat betekent dat we alles investeren in de kwaliteit en de organisatie – in de kinderen dus. Zo moet het!
We vinden het ook van groot belang om ons als sector te verenigen, dus waren we al jaren trouw lid van een brancheorganisatie. Daarnaast sloten we ons aan bij Kindcentra 2020 – een maatschappelijk initiatief uit de branche en gemeentes, waarin we vormgeven aan de kinderopvang van morgen. In onze optiek een publieke voorziening, gedreven door kwaliteit en niet door prijs. Ieder kind heeft recht op ontwikkeling, wij moeten daar met onze begeleiding, activiteiten en leeromgeving op inspelen. Dat lukt misschien niet van de ene op de andere dag, maar we zijn op de goede weg.
De overstap naar de BMK komt omdat we daar gelijkgestemde zielen hebben gevonden. Dat telt zwaar voor ons. Want we willen samen met anderen standpunten ontwikkelen. En van ons laten horen: aandacht vragen voor inhoud, kwaliteit en uitdragen waar we voor staan. Zo worden we samen sterker.”

Monique Fluitsma
bestuurder PIT Kinderopvang & Onderwijs

“Het is goed dat er iets te kiezen valt”

“We zijn in Nederland erg op onderwijs gericht, maar we vergeten dat een kind tussen 0 en 4 jaar ontzéttend veel kan leren. Het is van groot belang om daarop in te spelen. De kinderopvang heeft de beste professionals nodig om jonge kinderen ontwikkelkansen te bieden.

Kinderopvang zou een basisvoorziening moeten zijn, maar wat versta je daaronder? Wij denken dat we sámen de voorwaarden moeten scheppen. Financieel draagt ieder zijn steentje bij; ouders, werkgevers én de overheid. De organisaties zelf, door in kinderen te investeren.
Kinderen zijn de volwassenen van morgen. Als we ze de kans bieden om zich van kleins af aan te ontwikkelen, hebben we daar straks als samenleving heel veel plezier van. Het belang van goede kinderopvang hoef je dus eigenlijk niet eens meer uit te leggen.
Daarom denk ik ook dat de BMK groot gaat worden; ze staat voor het maatschappelijk perspectief. Ik vind dat we daarin stelling mogen nemen: het gaat bij ons niet om winst om de winst. Voorwaarde van de BMK is dat leden die winst maken deze terug laten vloeien in hun organisatie; daar sta ik voor de volle 100 procent achter. Laten we een helder referentiekader bieden. Hoe duidelijker hoe beter, want dan heb je ook de kans om eerlijk te kijken of je je thuis voelt bij de BMK. Het is goed dat er iets te kiezen valt.”

Yde Dragstra
directeur Komkids Kinderopvang

“Veel te winnen bij maatschappelijke opvang”

“De discussie over commerciële versus maatschappelijke opvang is zeer legitiem. Begrijp me goed: commerciële centra kunnen evengoed uitstekende kwaliteit bieden. Maar de hamvraag is: wat doe je met de winst?

Die moet terugvloeien in de centra, naar de kinderen, in plaats van naar de directie of aandeelhouders. Zelf investeren we bijvoorbeeld in onze locaties, in scholing en de verdere professionalisering van onze medewerkers. En we werken aan innovatieve projecten en kwaliteitsverbetering. We zijn maatschappelijk betrokken en gericht op lokale samenwerking.
Het mooie aan de BMK is, dat alle leden er zo in staan. Het aannamebeleid is daar ook op gericht. Dat vind ik terecht, want anders verlies je je geloofwaardigheid. Door lid te worden van de BMK laten we als organisatie bewust zien waar we voor staan. Zo versterken we ook het geluid naar de politiek. Zelf ben ik een periode raadslid geweest. Als lid van de BMK wil ik me toeleggen op de politieke lobby. Het doel is om onszelf als kinderopvangorganisaties als het ware overbodig te maken – dat lukt op het moment dat die opvang volledig en als vanzelfsprekend is geïntegreerd in het leven van een kind. De ontwikkeling van kinderen moet centraal staan – en daarvoor moeten ze overal drempelloos terecht kunnen. Ik gun alle kinderen contact met elkaar; samen spelen, ontdekken en ontwikkelen. Voor henzelf, maar ook voor de samenleving, die wordt daar beter door. We hebben veel te winnen bij maatschappelijke opvang.”

Rudie Peeters
algemeen directeur Hoera Kindercentra

“We worden blij van de BMK”

“MIK Kinderopvang kent een lange geschiedenis als maatschappelijke organisatie. We bestaan al 103 jaar! Ons aanbod is breed en toegankelijk voor iedereen, zeker óók voor kinderen in achterstandssituaties.

Wij vinden dat de kinderopvang een publieke voorziening moet zijn, net als de basisschool. De BMK deelt onze standpunten. Daar worden we blij van. Daarom zijn wij direct lid geworden, en dragen we uit waaróm we dat zijn.
Aan kinderopvang kleeft onterecht het imago van ‘dienst verlenen’ aan tweeverdieners, of als optie voor moeders die willen blijven werken. Wij zien dat anders: ieder kind heeft ontwikkelrecht. Dus daar moet je vroeg in investeren. Samen met onze sociale partners streven we naar passende opvang. Zo willen we bijvoorbeeld meer aandacht voor opvang voor kinderen van vluchtelingen met een verblijfsstatus.
Ook de BMK staat voor kwaliteit en toegankelijkheid van kinderopvang. Wij zijn zelf actief in Limburg, een deel van Nederland waar kinderopvang te lijden heeft onder de vergrijzing. Vanuit de BMK kunnen we zorgen dat we niet van de Haagse agenda verdwijnen. We maken ons samen sterk, en dat voelt goed.
Als brancheorganisatie moet de BMK nog groeien. Hoe meer leden, des te meer hebben we elkaar te bieden, ook aan praktische of juridische ondersteuning. Lang niet iedere kinderopvangorganisatie in Nederland is lid van een branchevereniging. Mijn advies: laat je informeren en maak een weloverwogen keuze om wel of niet voor een lidmaatschap te gaan. Binnenkort is de volgende informatiebijeenkomst. Ik nodig iedereen van harte uit daar naartoe te komen.”

Ghislaine Fonteijn-Driessen
directeur-bestuurder van MIK Kinderopvang Maastricht

“Goed om direct grote stappen te zetten”

“Voor onze organisatie was het niet meer dan logisch om ons aan te sluiten bij de BMK. SKW draagt al langer uit dat kinderopvang een maatschappelijke voorziening is die toegankelijk moet zijn voor alle kinderen. We handelen daar ook naar.

Hoe? Door betalingsregelingen te treffen voor ouders die krap bij kas zitten. Maar ook door gratis opvang te bieden aan Syrische kinderen van de vluchtelingenopvang hier om de hoek. En we denken met de gemeente mee over de opvang van kinderen die eigenlijk niet tot de doelgroep horen of van wie de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, maar die wel gebaat zijn bij goede kinderopvang. Van de BMK verwacht ik dat ze een goede lobby voeren naar de overheid, om de maatschappelijkheid van kinderopvang te onderstrepen. Daarnaast heb ik er alle vertrouwen in dat de BMK de belangen van ons als werkgevers goed behartigt. SKW heeft zich direct aangemeld omdat we geloven dat je je van meet af aan sterk moet maken. Dan kun je – in het belang van het kind en de maatschappij – gelijk al grote stappen zetten in de richting van kinderopvang als basisvoorziening. Een vorm van kinderopvang waarbij intensief wordt samengewerkt met het onderwijs en andere maatschappelijke organisaties. Daar ga ik zeker mijn steentje aan bijdragen, door hier in Amsterdam het gesprek aan te gaan, met de gemeente, scholen en welzijnsorganisaties.”

Annelize Hogeweg
directeur-bestuurder van Stichting Kinderopvang Watergraafsmeer

Stichting Kinderopvang Den Helder: In onze maatschappelijke betrokkenheid trekken we op met onze directe omgeving!

‘Wij hebben besloten lid te worden van de BMK omdat we ons thuis voelen bij de BMK vanwege de maatschappelijke ideologie.’ Aan het woord is Joost Korver, Directeur Stichting Kinderopvang Den Helder. ‘Ons werkgebied is Den Helder en de kop van Noord-Holland, een prachtig gebied maar economisch ingewikkeld. We hebben daarom een wervend filmpje gemaakt ‘Huisje, boompje, baan’ ook weer in samenwerking met onze directe omgeving, dat past bij ons’.

Muziek draagt bij aan de breinontwikkeling van kinderen

Zo zijn we bezig met een project over muziek want muziek draagt bij aan de breinontwikkeling van kinderen. Dit doet SKDH in samenwerking met ‘Hallo Muziek’ (Erik van Deuren), verbonden aan de Conservatoria in Amsterdam en Den Haag. Het muziekinstrument is hierbij een middel, niet een doel. Waar het om gaat is dat je vanuit de muziekinhoud een bijdrage levert aan een kansrijke en creatieve toekomst van kinderen. We gaan dit het komend jaar uitbouwen tot en met de groep 14-jarigen in het VO. We bereiken nu bijna 180 kinderen van 0-4 jaar hiermee. Ook de bso draait in dit project mee. Ons idee is om hen een muziekinstrument mee naar huis te geven. Dit is in lijn met de doelstelling voor 2020 dat iedere basisschool iets aan muziek doet.

Wij werken nauw samen met basisscholen, in onze bso’s maar ook in de vorming van twee IKC’s die we nu aan het bouwen en ontwikkelen zijn. In één van die IKC’s gaan we een muziekproject doen voor 0-12 jaar.

In het huidige 5-gelijke-schooldagen model heeft de leerkracht een korte pauze tussen de middag en, hop hij moet weer door. In dit nieuwe IKC is het plan om tussen de middag 45 minuten muziek te geven – want waarom moet dat alleen na school? Dat is heerlijk voor de kinderen om te ontspannen en zich creatief te uiten en ook heel goed voor de leerkracht. Zo snijdt het mes aan twee kanten.

Kinderen meer laten bewegen

Een ander voorbeeld van hoe onze maatschappelijke betrokkenheid zich uit is onze samenwerking met Triade, een centrum voor kunsteducatie in Den Helder. We zien dat steeds meer kinderen lang op een tablet op iPhone of achter een computer zitten te ‘spelen’. Maar het is veel beter voor kinderen als ze bewegen. Dit pakken we op samen met Triade.

Samenwerken met lokale ondernemers in rijdende ‘experience labs’

Wij signaleren zaken en vervolgens doen we daar wat mee. Je kan wel gaan wachten tot de lokale of landelijke politiek iets geregeld heeft maar ons motto is ‘gewoon doen’. Zo constateerden we dat veel bso-kinderen tussen 9-12 jaar onvoldoende uitdaging ervaren in de bso. Wat hebben we gedaan? We hebben drie oude SRV-bussen gekocht en hebben die omgebouwd tot rijdende ‘experience labs’. In samenwerking met lokale ondernemers gaan we invulling aan deze experience labs. Bijvoorbeeld met de Rabobank. De bus staat drie weken bij de Rabobank voor de deur en de kinderen leren in die periode lang alles over geld en de rol van geld in de wereld van nu en van morgen. Wij willen de kinderen laten zien en ervaren hoe de wereld van morgen is. Dat sluit aan bij de gewenste vaardigheden van de 21ste eeuw. De experience labs krijgen een eigen YouTube kanaal waar filmpjes geupload kunnen worden en een eigen Facebook en Instagram pagina.

Als 25 jaar geleden was Hedy d’Ancona bezig om de arbeidsparticipatie van vrouwen te stimuleren met de Commissie Kwaliteit Kinderopvang. Inmiddels leven we in een 24-uurs economie, dat heeft consequenties voor kinderopvang. Veel kinderopvangorganisaties zijn dicht tijdens de feestdagen, en daarom zijn wij juist open. Zo faciliteren we bijvoorbeeld ouders die in de horeca of zorg werken. Kinderopvang wordt gaandeweg steeds meer een tweede thuis; hoe geef je daar invulling aan? Daar denken wij over na. En wij proberen met de middelen die we hebben daar wat aan te doen. Stukje bij beetje geven wij vorm aan ons gedachtegoed; wij bouwen met legosteentjes aan ons ideaal.

Verduurzaming en vergroening

Een ander initiatief is onze samenwerking met de ‘Helderse vallei’, een natuur- en milieu-educatief centrum langs de duinrand van Den Helder waar kinderen met hun ouders heen kunnen. Op deze manier geven we samen met hen invulling aan verduurzaming en vergroening in de kinderopvang. We zijn trots op deze streek en dit gebied waar wij wonen. Ons motto is ‘het kind van vandaag is de volwassene in de wereld van morgen’. Dat zie je terug in onze aanpak.

Joost Korver
directeur/bestuurder bij Stichting Kinderopvang Den Helder

Kindercentrum’t Rovertje: ‘De waarde van maatschappelijke kinderopvang uitdragen’

‘Wij hebben voor de BMK gekozen vanwege de maatschappelijke insteek zonder winstoogmerk. Wij staan voor lokaal maatwerk waarin we samen met onze ketenpartners initiatieven ontwikkelen – kinderopvang is daar een onderdeel van. Dit sluit aan bij de visie van de BMK.’ Katinka Felten, directeur/bestuurder bij ’t Rovertje vertelt waarom de organisatie onlangs lid werd van de BMK.

We verwachten dat de BMK ons vertegenwoordigt richting de politiek en de waarde van maatschappelijke kinderopvang uitdraagt zodat kinderopvang uiteindelijk een basisvoorziening wordt. Daar zijn wij een groot voorstander van! En om ervoor te zorgen dat er een deregulering komt zodat binnen de kinderopvang niet hetzelfde gaat gebeuren als binnen het basisonderwijs. Daar sneeuwen leerkrachten onder als gevolg van het moeten bijhouden van allerlei administratieve zaken. Wat wij nodig hebben zijn duidelijke kaders en afspraken en daar binnen hebben we ruimte nodig. Het Rijk moet vertrouwen hebben in houders en niet alles willen bepalen.

Ontwikkelingskansen

Als eerste in de regio hebben we een aantal jaren geleden binnen ons kindercentrum passende kinderopvang aangeboden. We hebben de krachten gebundeld met een aantal gespecialiseerde organisaties, op het vlak van spraak- en taalontwikkeling bijvoorbeeld en organisaties gespecialiseerd in verstandelijke en motorische beperkingen. Vroeger moesten deze kinderen iedere dag lang reizen naar een instelling voor gespecialiseerde zorg. Nu krijgen de kinderen opvang, ondersteuning en begeleiding zo dicht mogelijk bij huis in de ontwikkelgroep DOLfijn. Samen met de andere kinderen binnen de opvang doen zij activiteiten. Dus zo gewoon mogelijk en tegelijkertijd kunnen we hen de beste ontwikkelingskansen bieden.
Dit is mogelijk omdat onze gemeente ons enorm helpt en faciliteert in deskundigheidsbevordering. Samen hebben we een werkplan opgesteld met zaken als workshops ‘systemisch werken’ en we geven medewerkers coaching-on-the-job. Op deze manier elkaar opzoeken en samen kansen identificeren is uniek en wordt mogelijk gemaakt door de inzet van onze samenwerkingspartners op het gebied van jeugdzorg in samenspraak met de gemeente.

Gemeentelijke rol

Binnen onze gemeente wordt gestimuleerd dat aanbieders van kinderopvang maatschappelijk aan de weg timmeren. Wij vangen al jaren kinderen van statushouders op. Ook kunnen wij dankzij onze gemeente iets betekenen voor kinderen die tijdelijk door omstandigheden thuis baat hebben bij een beetje structuur. Zij worden door onze BSO opgevangen en krijgen extra begeleiding. Dit kan bekostigd worden omdat onze gemeente deze ouders een vergoeding geeft op basis van een Sociaal Medische Indicatie. Wij zijn heel blij met deze mooie gezamenlijke initiatieven.

Katinka Felten
directeur/bestuurder bij Kindcentrum ’t Rovertje

Wasko Kinderopvang: “wij voelen een regionale verantwoordelijkheid”

‘De start van de BMK heeft een enorme vlucht genomen!’ Mieke van der Linden, directeur/bestuurder Wasko Kinderopvang, werd onlangs lid van de BMK. ‘En daar wil je als houder bij horen. Daar waar het bruist, waar energie zit en waar innovatie is. Dat was voor mij het belangrijkste argument; bij de BMK gaat het ergens over! Daarnaast delen we onze visie op kinderopvang.’

Ik vind het als bestuurder heerlijk om weer een stijgende lijn te zien na de jaren van crisis. Nu kunnen we onze maatschappelijke rol innemen – waar we eerder met man en macht bezig waren om onze eigen organisatie door zware tijden heen te loodsen. De Ablasserwaard is een krimpgebied en onlangs werden we benaderd door een piepklein schooltje in een heel klein dorpje dat met sluiting werd bedreigd. Ons werd gevraagd of we een bso konden starten om de school aantrekkelijker te maken. Wij zien dat als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid; in dit geval de leefbaarheid van de dorpskernen overeind houden.

Die verantwoordelijkheid in de regio voelen we en daarin willen we partner zijn van de gemeente en van andere maatschappelijke organisaties die zich op één of andere wijze met kinderen bezig houden. In Alblasserdam is het werkveld verdeeld in het christelijk onderwijs, waarin collega organisatie Pit actief is en wij bedienen het openbaar onderwijs. Ik vind het onze maatschappelijke rol dat wij gezamenlijk optrekken. Maar gaat niet altijd zo vanzelfsprekend, want heb ik met een heel commerciële concurrent te maken, dan is het een stuk ingewikkelder.

Ik vind het vreemd dat je in Nederland alleen gebruik kan maken van de kinderopvang als er twee werkende ouders zijn. Terwijl je zoveel kinderen ziet waarvan je weet dat het zo goed voor ze zou zijn als ze naar onze organisatie toe zouden kunnen komen in dagopvang, peuterspeelzaalwerk of in de bso!

De BMK moet zich richten op de beeldvorming en arbeidsvoorwaarden van medewerkers zodat het beroep pedagogisch medewerker een hoger aanzien krijgt. Met een goed contract met goede arbeidsvoorwaarden en goede ontwikkelingsperspectieven. Voor jonge ouders is hun pasgeboren baby’tje het allerbelangrijkste in hun leven dat ze uit handen geven aan onze pedagogisch medewerkers. En dat strookt niet met de waardering voor de kinderopvang.

De hele IKC ontwikkeling biedt kansen maar daarbinnen heeft de kinderopvang zelf iets te doen. Op het moment dat we de status van de kinderopvang op een veel hoger niveau weten te brengen worden schooldirecteuren uitgedaagd en zien zij dat de kinderopvang een partner is waar ze onderwijsvernieuwing mee kunnen ontwikkelen. Geïntegreerde concepten zorgen ervoor dat niet alleen kinderen van werkende ouders bereikt worden, maar dat veel meer kinderen kunnen genieten van wat een IKC teweeg brengt!

Mieke van der Linden
directeur/bestuurder Wasko Kinderopvang

Noach Kinderopvang Maastricht: wij voelen ons actief ondersteund door jullie!

‘Wij voelen aansluiting bij de BMK want we zijn een wat andere kinderopvang.’ Aan het woord is Petra Weeda (directeur). Jullie doen echt moeite zaken goed uit te zoeken. Wij voelen ons ondersteund door jullie.

Noach Kinderopvang is een zeer duurzame opvang. Wij zijn 16 jaar geleden begonnen want wilden een alternatief bieden in de vorm van een antroposofische benadering die leidt tot duurzame kinderopvang van hoge kwaliteit. Wij gebruiken uitsluitend natuurlijke materialen, we leven met de seizoenen en we bereiden biologisch dynamische warme maaltijden. Ons maatschappelijk engagement komt voort uit onze pedagogische keus. We hebben een heel uitgevormde visie op ontwikkeling. Onze groepen zijn ingedeeld naar ontwikkeling – en niet uitsluitend naar leeftijd –gebaseerd op de drie grote ontwikkelingsfase die een kind in de eerste drie jaar meemaakt.

De kinderopvang als sector moet zich eerst herpakken willen we in staat zijn goede kinderopvang voor álle kinderen beschikbaar te stellen. De regelgeving van de overheid is volledig op de cognitieve ontwikkeling gericht. En dat is nu net wat je níet moet doen met het jonge kind. Wij houden ons dan ook niet aan de eisen van allerlei toetsjes maar hebben alternatieven ontworpen. Zo hebben we een op antroposofische leest geschoeid VVE-programma. Dit programma wordt in heel Nederland door andere antroposofische kinderopvang-instellingen steeds meer gebruikt. Onze ouderpopulatie is over het algemeen zeer hoog opgeleid. Gelukkig hebben we daarnaast ook een (helaas) kleine groep ouders uit sociaal zwakkere milieus die een bewuste keus voor onze pedagogische visie of onze eigen sfeer die daar uit voor komt, heeft gemaakt.

Ik maak me grote zorgen over de toekomst van de kinderopvang. We zien een steeds draconischer regelgeving in één bepaalde richting die niet goed is voor het jonge kind. Daarnaast zie ik een kortzichtige pedagogische visie van een overheid die slechts oog heeft voor het economische model. Er moet een eind komen aan het inconsistente zwabberbeleid van de overheid. Daarnaast hebben we de gemeente Maastricht met een groot engagement maar ook tegenstrijdige regelgeving in relatie tot wat de overheid voortschrijft. Dus we krijgen twee verschillende beoordelingen; eentje die uit gaat van de gemeentelijke eisen en eentje die uitgaat van de overheidseisen.

De betaling van mensen werkzaam in de kinderopvang is schandalig laag. De eerste levensjaren van een kind wordt de basis gelegd voor zijn hele verdere ontwikkeling. Het is eigenlijk te gek voor woorden het de ouders betrekkelijk weinig kost een kind op een kinderopvang te plaatsen waar mensen de oudertaken overnemen voor schandalig lage salarissen. Daarnaast worden er steeds hogere opleidingseisen gesteld maar de salarissen stijgen niet. Daarom vind ik het belangrijk juist wél lid te zijn van een branchevereniging waar ik aansluiting voel omdat er nu zoveel zaken spelen die aandacht behoeven.

Petra Weeda
directeur Noach Kinderopvang Maastricht

Plateau IKC en Kinderopvang: IKC-pioniers in Drenthe

‘Tien jaar geleden zijn we gestart als brede school Assen. Maar we merkten dat de voortgang stagneerde – je hebt veel partijen nodig om samen zaken te ontwikkelen. Toen hebben we gezegd we willen opvang en onderwijs in één organisatie positioneren zodat je door kan groeien naar integrale kindcentra.’ Aan het woord zijn Paul Moltmaker, bestuurder bij Plateau Integrale Kindcentra en Marijke Fokkema, bestuursadviseur bij Plateau Kinderopvang, de nieuwe naam van ASKA nadat de organisatie is overgenomen door Plateau. Plateau is sinds kort lid van de BMK.

‘Die IKC-vorming gaat verder. We willen ook welzijn, zorg en het na-schoolse aanbod toevoegen aan ons aanbod de komende jaren. Dan heb je pas een volledig integraal aanbod. En dat is tevens de reden waarom de BMK ons aanspreekt. Dat maatschappelijk ondernemerschap waarbij je kinderen centraal stelt en vanuit alle expertises, opvang, onderwijs, zorg en welzijn, aanbod kunt geven.’

Marijke vult aan: ‘Wij vinden, naast het maatschappelijk ondernemerschap dat we herkennen in de BMK, het belangrijk om gevoed te worden met beleidsinformatie over wijzigingen in wet- en regelgeving. Zoals jullie indertijd een BMK Impact hebben samengesteld over de verandering als gevolg van de IKK. Een goed voorbeeld zoals wij ondersteund willen worden, binnen de ontwikkelingen waarin wij zelf aanwezig zijn.’

Paul voegt toe: ‘Daarnaast vinden wij het belangrijk dat de BMK positie inneemt aan de onderhandelingstafels in Den Haag in samenwerking met sociale partners. Het veld vertegenwoordigen en het belang van ons als maatschappelijke ondernemers. Wij moeten onze toegevoegde waarde laten zien. ‘

Paul vertelt: ‘We zijn in 2010 gestart als brede school want we wilden een wijkfunctie vertegenwoordigen voor alle kinderen. En dat gaan we nu uitbouwen naar na-schools aanbod dat we in wijken positioneren. En uitbreiden naar welzijn en zorg voor kinderen die dat nodig hebben. Zorg en onderwijs en kinderopvang samenbrengen, dat is onze volgende stap. Dat doen we vanuit de visie dat we een brede kijk op kinderen hebben waardoor je ze ook iets te bieden hebt. Zodat ze een goede stap kunnen maken in het primair onderwijs dat volgt.’

Paul sluit af met de conclusie: ’We zijn gestart in 2010-2011 en hebben de juiste organisatiestructuur nu gerealiseerd. Dat betekent niet dat we klaar zijn, sterker nog we beginnen nog maar net! Nu onderwijs en opvang onder één dak is gebracht, gaan we nu ook zorgen dat er inhoudelijke aansluiting komt. Niet alleen in zorgstructuur, maar ook in doorgaande leerlijnen en in programma’s. En we gaan uitbreiden naar een na-schools aanbod, welzijn, zorg, zodat we echt een integraal aanbod kunnen bieden voor ieder kind dat bij ons is.’

Paul Moltmaker
bestuurder bij Plateau Integrale Kindcentra en Marijke Fokkema, bestuursadviseur bij Plateau Kinderopvang

In gesprek met Kanteel Kinderopvang, lid van het eerste uur

Op de vraag hoe Kanteel Kinderopvang dit eerste jaar lidmaatschap van de BMK heeft ervaren, antwoordt directeur Jan-Willem Bedeaux dat hij zich helemaal thuis voelt bij de BMK!

Kanteel staat voor kindontwikkeling in brede zin (‘Bildung’) en vindt haar publieke taak daarin belangrijk. Alle kinderen moeten profiteren van de voordelen van kinderopvang. De organisatie heeft geen winstoogmerk en laat rendementen terugvloeien in de organisatie. Kanteel voegt daad bij het woord. “Via peuterarrangementen bereiken wij kinderen die niet naar de kinderopvang gaan. Wij organiseren samen met het onderwijs en de gemeente, BSO-achtige activiteiten voor kinderen in achterstandswijken”, vertelt Jan Willem. Hij geeft toe dat dat geld kost, maar dat Kanteel staat voor een pedagogisch rendement en voor financiële balans. “Want de toegevoegde waarde van kinderopvang mag niet voorbehouden blijven aan alleen kinderen uit gezinnen met twee werkende ouders”, aldus Jan Willem.

Jan Willem vertelt dat hij het gesprek over bovenstaande onderwerpen goed kan voeren met de BMK. “Want de BMK is voor Kanteel een omgeving waarin zij haar waarden op een plezierige en intelligente manier kan delen.”

Daarnaast praat Kanteel op gemeentelijk niveau met primair en voortgezet onderwijs, om de beleidsagenda’s van de gemeente rond ‘Burgerschap van de toekomst’ mede te bepalen. “En dan moet je natuurlijk beginnen bij heel jonge kinderen. Bovendien, wil je zoveel mogelijk kinderen bereiken, dan dien je een vrij toegankelijke publieke voorziening te zijn.” De gemeente Den Bosch is een voorloper als het gaat om bijvoorbeeld harmonisatie van peuterspeelzaal en kinderopvang. Als gevolg daarvan zijn er in de stad veel kindcentra en is de samenwerking met onderwijs intensief.

Het is niet voor niets dat de nieuwe beroepsvereniging Pedagogisch Professionals In Kinderopvang (PPINK) mede haar oorsprong vindt in Den Bosch. Jan Willem: “Het vakmanschap van de pedagogisch medewerker moet erkend worden en dient overeind te blijven in de samenwerking met het onderwijs en de verantwoording naar ouders. Want het aangrijpingspunt ontwikkeling is interactie en interactie is het domein van onze pedagogen op de groep. Zij richten zich op de persoonlijkheidsontwikkeling en zijn daarmee aanvullend aan de interventies van een docent in het primair onderwijs die meer zit op de cognitieve ontwikkeling.”

Kinderopvang en onderwijs zijn gelijkwaardig en aanvullend aan elkaar, besluit Jan Willem.

Jan-Willem Bedeaux
directeur/bestuurder Kanteel Kinderopvang

“Laten horen waar je voor staat”

“Sinds september 2015 heten we PIT Kinderopvang & Onderwijs: kinderopvang en onderwijs vanuit één organisatie, één leiding en een gezamenlijke missie en visie. De kindcentra werken met één team aan de opvang en onderwijs met doorgaande ontwikkellijnen voor kinderen tussen 0 en 13 jaar. Het is nog volop in ontwikkeling, maar we staan daar helemaal achter.

Van huis uit zijn we een maatschappelijke organisatie. Uiteraard hebben we rendement nodig; om onze idealen en missie waar te maken. Dat betekent dat we alles investeren in de kwaliteit en de organisatie – in de kinderen dus. Zo moet het!
We vinden het ook van groot belang om ons als sector te verenigen, dus waren we al jaren trouw lid van een brancheorganisatie. Daarnaast sloten we ons aan bij Kindcentra 2020 – een maatschappelijk initiatief uit de branche en gemeentes, waarin we vormgeven aan de kinderopvang van morgen. In onze optiek een publieke voorziening, gedreven door kwaliteit en niet door prijs. Ieder kind heeft recht op ontwikkeling, wij moeten daar met onze begeleiding, activiteiten en leeromgeving op inspelen. Dat lukt misschien niet van de ene op de andere dag, maar we zijn op de goede weg.
De overstap naar de BMK komt omdat we daar gelijkgestemde zielen hebben gevonden. Dat telt zwaar voor ons. Want we willen samen met anderen standpunten ontwikkelen. En van ons laten horen: aandacht vragen voor inhoud, kwaliteit en uitdragen waar we voor staan. Zo worden we samen sterker.”

Monique Fluitsma
bestuurder PIT Kinderopvang & Onderwijs

“Het is goed dat er iets te kiezen valt”

“We zijn in Nederland erg op onderwijs gericht, maar we vergeten dat een kind tussen 0 en 4 jaar ontzéttend veel kan leren. Het is van groot belang om daarop in te spelen. De kinderopvang heeft de beste professionals nodig om jonge kinderen ontwikkelkansen te bieden.

Kinderopvang zou een basisvoorziening moeten zijn, maar wat versta je daaronder? Wij denken dat we sámen de voorwaarden moeten scheppen. Financieel draagt ieder zijn steentje bij; ouders, werkgevers én de overheid. De organisaties zelf, door in kinderen te investeren.
Kinderen zijn de volwassenen van morgen. Als we ze de kans bieden om zich van kleins af aan te ontwikkelen, hebben we daar straks als samenleving heel veel plezier van. Het belang van goede kinderopvang hoef je dus eigenlijk niet eens meer uit te leggen.
Daarom denk ik ook dat de BMK groot gaat worden; ze staat voor het maatschappelijk perspectief. Ik vind dat we daarin stelling mogen nemen: het gaat bij ons niet om winst om de winst. Voorwaarde van de BMK is dat leden die winst maken deze terug laten vloeien in hun organisatie; daar sta ik voor de volle 100 procent achter. Laten we een helder referentiekader bieden. Hoe duidelijker hoe beter, want dan heb je ook de kans om eerlijk te kijken of je je thuis voelt bij de BMK. Het is goed dat er iets te kiezen valt.”

Yde Dragstra
directeur Komkids Kinderopvang

“Veel te winnen bij maatschappelijke opvang”

“De discussie over commerciële versus maatschappelijke opvang is zeer legitiem. Begrijp me goed: commerciële centra kunnen evengoed uitstekende kwaliteit bieden. Maar de hamvraag is: wat doe je met de winst?

Die moet terugvloeien in de centra, naar de kinderen, in plaats van naar de directie of aandeelhouders. Zelf investeren we bijvoorbeeld in onze locaties, in scholing en de verdere professionalisering van onze medewerkers. En we werken aan innovatieve projecten en kwaliteitsverbetering. We zijn maatschappelijk betrokken en gericht op lokale samenwerking.
Het mooie aan de BMK is, dat alle leden er zo in staan. Het aannamebeleid is daar ook op gericht. Dat vind ik terecht, want anders verlies je je geloofwaardigheid. Door lid te worden van de BMK laten we als organisatie bewust zien waar we voor staan. Zo versterken we ook het geluid naar de politiek. Zelf ben ik een periode raadslid geweest. Als lid van de BMK wil ik me toeleggen op de politieke lobby. Het doel is om onszelf als kinderopvangorganisaties als het ware overbodig te maken – dat lukt op het moment dat die opvang volledig en als vanzelfsprekend is geïntegreerd in het leven van een kind. De ontwikkeling van kinderen moet centraal staan – en daarvoor moeten ze overal drempelloos terecht kunnen. Ik gun alle kinderen contact met elkaar; samen spelen, ontdekken en ontwikkelen. Voor henzelf, maar ook voor de samenleving, die wordt daar beter door. We hebben veel te winnen bij maatschappelijke opvang.”

Rudie Peeters
algemeen directeur Hoera Kindercentra

“We worden blij van de BMK”

“MIK Kinderopvang kent een lange geschiedenis als maatschappelijke organisatie. We bestaan al 103 jaar! Ons aanbod is breed en toegankelijk voor iedereen, zeker óók voor kinderen in achterstandssituaties.

Wij vinden dat de kinderopvang een publieke voorziening moet zijn, net als de basisschool. De BMK deelt onze standpunten. Daar worden we blij van. Daarom zijn wij direct lid geworden, en dragen we uit waaróm we dat zijn.
Aan kinderopvang kleeft onterecht het imago van ‘dienst verlenen’ aan tweeverdieners, of als optie voor moeders die willen blijven werken. Wij zien dat anders: ieder kind heeft ontwikkelrecht. Dus daar moet je vroeg in investeren. Samen met onze sociale partners streven we naar passende opvang. Zo willen we bijvoorbeeld meer aandacht voor opvang voor kinderen van vluchtelingen met een verblijfsstatus.
Ook de BMK staat voor kwaliteit en toegankelijkheid van kinderopvang. Wij zijn zelf actief in Limburg, een deel van Nederland waar kinderopvang te lijden heeft onder de vergrijzing. Vanuit de BMK kunnen we zorgen dat we niet van de Haagse agenda verdwijnen. We maken ons samen sterk, en dat voelt goed.
Als brancheorganisatie moet de BMK nog groeien. Hoe meer leden, des te meer hebben we elkaar te bieden, ook aan praktische of juridische ondersteuning. Lang niet iedere kinderopvangorganisatie in Nederland is lid van een branchevereniging. Mijn advies: laat je informeren en maak een weloverwogen keuze om wel of niet voor een lidmaatschap te gaan. Binnenkort is de volgende informatiebijeenkomst. Ik nodig iedereen van harte uit daar naartoe te komen.”

Ghislaine Fonteijn-Driessen
directeur-bestuurder van MIK Kinderopvang Maastricht

“Goed om direct grote stappen te zetten”

“Voor onze organisatie was het niet meer dan logisch om ons aan te sluiten bij de BMK. SKW draagt al langer uit dat kinderopvang een maatschappelijke voorziening is die toegankelijk moet zijn voor alle kinderen. We handelen daar ook naar.

Hoe? Door betalingsregelingen te treffen voor ouders die krap bij kas zitten. Maar ook door gratis opvang te bieden aan Syrische kinderen van de vluchtelingenopvang hier om de hoek. En we denken met de gemeente mee over de opvang van kinderen die eigenlijk niet tot de doelgroep horen of van wie de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, maar die wel gebaat zijn bij goede kinderopvang. Van de BMK verwacht ik dat ze een goede lobby voeren naar de overheid, om de maatschappelijkheid van kinderopvang te onderstrepen. Daarnaast heb ik er alle vertrouwen in dat de BMK de belangen van ons als werkgevers goed behartigt. SKW heeft zich direct aangemeld omdat we geloven dat je je van meet af aan sterk moet maken. Dan kun je – in het belang van het kind en de maatschappij – gelijk al grote stappen zetten in de richting van kinderopvang als basisvoorziening. Een vorm van kinderopvang waarbij intensief wordt samengewerkt met het onderwijs en andere maatschappelijke organisaties. Daar ga ik zeker mijn steentje aan bijdragen, door hier in Amsterdam het gesprek aan te gaan, met de gemeente, scholen en welzijnsorganisaties.”

Annelize Hogeweg
directeur-bestuurder van Stichting Kinderopvang Watergraafsmeer

BMK leden kinderopvang

Voor meer informatie

 info@bmko.nl

 085 021 8500