Op donderdag 12 april was het eerste Algemeen Overleg van staatssecretaris Van Ark met de vaste Kamercommissie SZW over kinderopvang. Meerdere politiek partijen pleitten in dat overleg voor een basisvoorziening voor kinderen, in ieder geval voor peuters. De staatssecretaris is van mening dat kinderen nu al samen naar de kinderopvang kunnen, dat kan lokaal prima geregeld worden.

Arbeidsparticipatie

Gemeenten kunnen daartoe bruggen slaan. Maar de bestaande geldstromen zijn en blijven gericht op hun doel. En het doel van kinderopvangtoeslag is de bevordering van arbeidsparticipatie. Dat is de ‘raison d’être van de kinderopvang’. VVE-middelen zijn bedoeld om achterstanden te verminderen en de gelden voor de zogenaamde ‘Asscher peuters’ zijn voor peuters van wie de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag én die niet in aanmerking komen voor VVE.

Laten we er voor zorgen dat die gelden niet verwateren, aldus Van Ark. Met die diversiteit aan middelen bereiken we veel kinderen. Al is kinderopvang in de kern een arbeidsmarktinstrument, de staatssecretaris ziet wel dat kinderopvang van toegevoegde waarde is voor de ontwikkeling van kinderen.

Voorkomen van achterstanden

De politieke partijen verwezen bij hun pleidooi voor kinderopvang voor alle kinderen naar de meeste recente Staat van het Onderwijs. In dit rapport uit de Inspectie van het Onderwijs haar zorg over de terugloop van de gemiddelde resultaten van Nederlandse leerlingen in het funderend onderwijs: door de jaren heen glijden de resultaten van het Nederlandse onderwijs af. En ook de kansenongelijkheid in het onderwijs loopt op. Kamerleden grepen (mede) dit rapport aan om te pleiten voor het al op jonge leeftijd voorkomen van achterstanden en dus voor een basisvoorziening.

Dat pleidooi voor gelijke kansen voor alle kinderen, via kinderopvang als basisvoorziening, is de kern van de visie van de BMK.

Oordeel toezichthouder

De leden van de Kamer stelden ook vragen over het vaste gezichten criterium en de drie uursregeling. De staatssecretaris antwoordde op die vragen dat het oordeel aan de toezichthouder is, waarbij de behoefte van het kind leidend is. De vraag hoe een kinderopvangorganisatie ook bij te voorziene omstandigheden, zoals scholing of verlof, altijd kan zorgen voor een vast gezicht lijkt nog niet afdoende beantwoord. Dat zullen we in de tweede helft april in gesprekken met het ministerie aan de orde stellen.

Toezeggingen

De staatssecretaris deed een aantal toezeggingen aan de Kamer waaronder het voor de zomer rapporteren over de stand van zaken rondom harmonisatie, inclusief de mate waarin kinderen bereikt worden. Daarnaast komt het kabinet met een ‘Aanvalsplan krapte op de arbeidsmarkt’, daarin zal ook aandacht besteed worden aan de kinderopvang. En tenslotte zal Van Ark zal voor de zomer de Kamer berichten over de bkr voor baby’s.

bkr baby’s

Staatssecretaris Van Ark koerst aan op inwerkingtreding van de aangescherpte bkr voor baby’s op 1 januari 2019, omdat zij hecht aan duidelijkheid voor het veld. Ze geeft aan dat haar eigen onderzoek (SEO) laat zien dat het budget dat daarvoor beschikbaar is gesteld op macro niveau voldoende zou moeten zijn. Van Ark ziet wel de spreiding in de onderzoeksresultaten en is benieuwd naar de uitkomsten van de praktijktoets die Bureau Buitenhek, op verzoek van de convenantpartijen, uitvoert en gaat daarover in gesprek met het veld. Voor de zomer komt hierover meer duidelijkheid en bericht zij de Kamer.

De BMK acteert hier zeer actief op.

Opvragen inkomensgegevens

Tenslotte gaf de staatssecretaris aan dat het opvragen van inkomensgegevens door kinderopvangorganisaties (die dat vaak op verzoek van de gemeente doen, in het kader van de subsidieregeling voor peuters) in strijd is met de regels rondom privacy. Klachten hierover kunnen worden ingediend bij de Autoriteit Persoonsgegevens. De BMK zal dit uitzoeken wat hier de consequenties van zijn en leden daarover inlichten.

Deel dit nieuwsbericht