Onlangs is gebleken dat een deel van de (pedagogisch) medewerkers de afgelopen jaren niet is meegenomen in de continue screening, terwijl organisaties dit wel veronderstelden. In continue screening fase 1 werden enkel medewerkers van kinderopvangorganisaties meegenomen die in dienst zijn bij organisatieonderdelen die volgens het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) houder zijn van de vergunning voor de voorziening. Indien medewerkers in dienst zijn bij een onderdeel van de kinderopvangorganisatie dat geen houder is volgens het LRK, worden deze medewerkers niet meegenomen in de continue screening. Het gaat dan bijvoorbeeld om medewerkers in dienst bij de holding of een personeels-bv.

Naar nu blijkt, zijn kinderopvangorganisaties zich er niet (altijd) bewust van geweest dat personeel van organisaties die niet in het LRK zijn opgenomen, geen deel uitmaakte van de bestandsopbouw en dus niet continu werd gescreend. Het was wel bekend dat de bestandsopbouw die in fase 1 werd gebruikt, niet volledig was. Dit was een van de redenen om in een tweede fase over te gaan op een personenregister.

Continue Screening

Het is vervelend dat sommige medewerkers de afgelopen jaren niet zijn meegenomen in de continue screening. Voor deze medewerkers is bij de invoering van continue screening in 2013 wel degelijk een nieuwe verklaring omtrent gedrag (VOG) aangevraagd. Hetzelfde gebeurde voor nieuwe medewerkers in de jaren daarna, hetgeen een goede basale veiligheidscheck voor de kinderopvang waarborgt. Ouders, kinderopvangorganisaties en de overheid willen er echter op kunnen vertrouwen dat alle medewerkers continu worden gescreend.

Het is nu dan ook zaak om zo snel mogelijk alsnog alle medewerkers in de kinderopvang wel mee te nemen in de screening. Kinderopvangorganisaties worden hierbij opgeroepen om al hun medewerkers in te schrijven in het personenregister. Voor degenen die tot nu toe buiten continue screening fase 1 vielen, dient een nieuwe VOG te worden aangevraagd – deze mag immers bij inschrijving niet ouder zijn dan twee maanden. Dit stelt kinderopvangorganisaties eenmalig voor extra kosten. Dat is vervelend voor de organisaties die het betreft en daar niet op hadden gerekend.

Coulance toezichthouders

Wij hebben daarom als brancheorganisatie samen met de BK bovenstaand probleem onder de aandacht gebracht bij het ministerie van SZW en ook bij GGD GHOR en VNG, de koepelorganisaties van de toezichthouders en de handhavers. We hebben hen gevraagd hun leden op te roepen met coulance en volgens maatwerk op te treden. De betreffende groep medewerkers valt niet in de overgangsperiode en moest daarom volgens de wet op 1 maart ingeschreven staan. Aangezien veel organisaties zich niet bewust waren dat de medewerkers niet onder fase 1 gescreend werden, kwamen ze er pas na 1 maart achter.

Deel dit nieuwsbericht