De BMK peilde de stand van zaken onder haar leden met betrekking tot de samenwerking met onderwijs vooruitlopend op 11 mei; het moment waarop scholen en kinderopvang weer (gedeeltelijk) opengaan. Bijna 50% van onze leden, allemaal maatschappelijke kinderopvang organisaties, vulden de enquête in.

Samenwerking
Veel respondenten geven aan nog in gesprek te zijn met de onderwijsinstellingen. Daar gaat veel tijd en energie in zitten die ze liever in het bieden van noodopvang (de opvang tot 11 mei nu kinderopvang nog gesloten is) hadden gestoken.
45% van de respondenten geeft aan dat er of géén sprake is van samenwerking tussen BSO en onderwijs is, of dat die samenwerking beperkt is. In de opmerkingen van leden staat bijvoorbeeld ‘afspraken maken impliceert een gesprek tussen de organisaties, maar daar is geen sprake van.
36% noemt de samenwerking behoorlijk, en 18% geeft zelfs aan volledige samenwerking te ervaren tussen de twee vormen.
Samenvattend kun je stellen dat de BSO in de helft van de gevallen echt samenwerkt richting de heropening.

Duidelijke afspraken
Er is op dit moment volgens de respondenten nog weinig duidelijk over welke kinderen wanneer naar school gaan en dus naar de BSO komen.
63% geeft aan dat voor 0 tot 20% van de kinderen al te weten.
Slechts 11% geeft aan dat voor bijna alle kinderen al te weten.
Ook geeft 73% van de respondenten aan dat ze (mede daarom) een meer dan gemiddelde kans zien op een chaotisch verloop van de openstelling.

In veel gevallen moeten er nog met het grootste gedeelte van de scholen afspraken gemaakt worden. Leden komen met cijfermatige voorbeelden als ‘wij werken met 150 scholen waarvan wij nu, één week later, nog van 125 scholen niet duidelijk hebben wat ze gaan doen en hoe wij daarop zou kunnen aansluiten’.
De oproep vanuit de ministeries heeft wel effect gehad; veel leden geven aan dat er na de communicatie scholen veranderingen hebben doorgevoerd en meer hele dagen onderwijs hebben ingeroosterd.

Wel werkt een groot deel van de onderwijsinstellingen met afwijkende tijden. Veelal is dat een afwijking van een uur in de middag waardoor BSO eerder open moet gaan en PM-ers meer (en langer) moeten werken. Leden geven aan dat nog niet duidelijk is hoe zij om moeten gaan met deze extra kosten.

Dienstverlening aan ouders
Leden geven aan de ouders te willen ondersteunen met goede dienstverlening en de beste opvang. Het is tijd om ze weer even te ‘ontzorgen’. Daarbij helpt het als onderwijs en BSO naadloos aansluiten en de diensten leveren zoals ouders dit gewend zijn. Maar veel nieuwe afspraken, andere (of meer) afwijkingen van het normale geeft een gevoel van onrust. Daarom pleiten veel leden ervoor om niet voor een korte periode alles opnieuw af te spreken. Daarmee gaat kostbare tijd en energie verloren voor een ‘ingroeimodel’ van een aantal weken. Beter zou het voor ouders, kinderen en alle betrokken organisaties zijn als zou worden besloten dat zij regulier (met de afstands- en hygiëne regels) open zouden gaan.

Een mooie samenvatting van de klem die kinderopvang ervaart: ‘Kinderopvang is afhankelijk van de gunfactor van ouders, zij besluiten of ze opvang willen en of ze die opdracht aan jou gunnen. Het zou heel zuur zijn als kinderopvang nu zou worden afgerekend op slechte dienstverlening omdat we niet kunnen voldoen aan de kwaliteitsbelofte. Scholen hebben hier geen last van, kinderen moeten naar school maar mogen naar de opvang.”

Opvallend
Vaak genoemd door leden is het gevoel van ongelijkheid dat zij ervaren. Het onderwijs besluit en de kinderopvang schikt zich. Leden missen het gevoel van gelijkwaardigheid in de relatie. Overigens zijn de reacties van IKC’s waarbij scholen en BSO geïntegreerd zijn veelal positief over samenwerking en het gevoel het samen te doen.

Deel dit nieuwsbericht