Als een organisatie met de jaarurensystematiek werkt, dan heeft de werkgever op grond van artikel 4.3 lid 1 de ruimte om per maand de werktijden van een werknemer maximaal 20% naar boven of 20 % naar beneden af te laten wijken van de overeengekomen gemiddelde arbeidsduur per maand. Als gevolg van de jaarurensystematiek werkt de werknemer geen vast aantal uren meer per maand. Wel ontvangt de werknemer een vast salaris per maand, ondanks dat de werknemer in de ene maand min-uren heeft en in de andere maanden plus-uren.
De Coronacrisis doet daar niets aan af. Ook doet hieraan niet af dat er een tijdelijke regeling geldt van overheidswege voor de compensatie van de ouderbijdrage en de voortzetting van de kinderopvangtoeslag. Artikel 4.3 van de Cao maakt het mogelijk om de inzetbaarheid van medewerkers (tijdelijk) met 20% te verlagen. Van de bandbreedtes van 20% kan niet worden afgeweken.
Houdt er wel rekening mee dat zowel het totale aantal plus-uren als het totale aantal min-uren op enig moment gedurende het kalenderjaar niet meer mag bedragen dan de gemiddelde arbeidsduur per maand. Let er ook op dat eventuele minuren aan het einde van het kalenderjaar komen te vervallen en daarmee voor rekening van de werkgever zijn.