Senna Maatoug (Kamerlid GroenLinks) stelt tijdens het vragenuur op 1 februari, de minister van SZW Karien van Gennip de vraag: ‘Klopt het dat we de kinderopvangtoeslag verhogen voor álle ouders behalve voor de ouders met de laagste inkomens? Is dit logisch en is dit rechtvaardig?’

Bekijk het fragment

Senna Maatoug stelde haar vragen n.a.v. een artikel in het AD (28 januari):

De nieuwe regeringscoalitie wil straks 95 procent van de kinderopvang voor werkende ouders vergoeden. Maar mensen met de laagste inkomens krijgen nu via de kinderopvangtoeslag 96 procent terug en schieten er dus bij in. Is dat verdwenen procentpunt een weeffout of een bewuste keuze? 

In het kersverse coalitieakkoord staat de ambitie om het gehate toeslagencircus op de schop te nemen. ‘In stappen verhogen we de vergoeding van de kinderopvang tot 95 procent voor werkende ouders’, meldden de coalitiepartijen half december. ‘De toeslag wordt daarnaast direct uitgekeerd aan kinderopvanginstellingen, zodat ouders niet meer worden geconfronteerd met hoge terugvorderingen.’

(…) ‘Wij vinden dat kinderopvang toegankelijk moet zijn voor ieder kind ongeacht het werk en inkomen van de ouders”, voegt voorzitter Loes Ypma van de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang toe. ,,Dat ene procent lijkt nauwelijks verschil te maken, maar per saldo kost dit alles een alleenstaande werkende moeder met vier dagen in de week twee kinderen op de opvang ongeveer 400 euro per jaar extra.”

Lees het hele artikel

 

 

 

Deel dit nieuwsbericht