De kwaliteit van de kinderopvang in Nederland is overwegend voldoende tot goed. Ook in vergelijking met andere landen in Europa als België, Duitsland en Denemarken scoort ons land goed. Dit blijkt uit de nulmeting van de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK), uitgevoerd door een consortium van de Universiteit Utrecht en Sardes. De komende jaren vinden vervolgmetingen plaats.

Kwaliteit

Uit de nulmeting van de LKK (uitgevoerd in 2017) blijkt dat in alle kinderopvangtypen de emotionele kwaliteit, verwijzend naar warme relaties, emotionele veiligheid en bevordering van de autonomie, gemiddeld voldoende tot goed is. In de gastouderopvang zijn de verschillen in emotionele kwaliteit tussen individuele gastouders groter, met uitschieters naar beneden. De educatieve kwaliteit, verwijzend naar stimulering van de competentieontwikkeling, is in alle kinderopvangtypen gemiddeld matig tot net voldoende, opnieuw met uitschieters naar beneden in de gastouderopvang.  Het lijkt er we op dat vooral met betrekking tot de educatieve kwaliteit er een (lichte) vooruitgang is.

De gemiddelde scores voor de opvang van peuters (kinder- en peuteropvang samen) zijn hoger dan wat met dezelfde meetinstrumenten gevonden is in representatieve studies in Duitsland, Portugal, de VS, België  en Zwitserland. Op emotioneel vlak scoort de Nederlandse kinderopvang even hoog als Finland, maar op educatief vlak iets lager. De emotionele kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang is iets lager dan wat in een Deense studie werd gevonden, maar de educatieve kwaliteit is weer aanmerkelijk hoger.

Er zijn eerste aanwijzingen dat verticale groepen (0 tot 4 jaar) voor zowel peuters als baby’s minder gunstig zijn dan horizontale groepen (0 tot 2 en 2 tot 4 jaar). In de buitenschoolse opvang is er meer aandacht voor kinderparticipatie dan in de kinderdagopvang, peuteropvang en gastouderopvang. In de gastouderopvang bestaat voor de professionalisering de minste aandacht.

Stabiel beeld

De kwaliteit van de kinderopvang komt in grote lijnen overeen met de kwaliteit van de voorgaande kwaliteitsmetingen en toont een stabiel beeld over de jaren heen. Voor de buitenschoolse opvang laten de huidige resultaten een iets lagere kwaliteit zien in vergelijking met voorgaande metingen in 2012. De kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang steekt overwegend gunstig af bij die in andere landen.

Staatssecretaris van Ark heeft het rapport op 22 januari aan de Tweede Kamer gestuurd: “Hoewel de resultaten van deze eerste meting vanwege de beperkte omvang van de steekproef nog voorzichtig moeten worden geïnterpreteerd, stemt deze uitkomst mij positief. De eerste resultaten geven richting en kleur aan de vraag waar de kwaliteit op orde is en op welke onderdelen verbeteringen mogelijk zijn”.

Lees de Brief staatssecretaris over de Kwaliteitsmonitor  en het definitieve rapport

Deel dit nieuwsbericht