Op 16 november sprak de vaste Kamercommissie van SZW met Minister Van Gennip over de stelselherziening kinderopvang. Dat was een goed debat, met maar liefst tien betrokken Kamerleden.

De BMK gaf de Kamerleden vooraf in een brief een tweetal punten mee: eenvoud en betaalbaarheid.

Daarnaast stuurde de BMK samen met de PO-Raad een brief aan de Kamerleden waarin we voorstellen om de toegankelijkheid van de kinderopvang te vergroten. Daarmee willen we bereiken dat meer kinderen met een goede start aan de basisschool beginnen en gebruik kunnen maken van de brede talentontwikkeling bij de Bso. Verlaag de leeftijd van voor- en vroegschoolse educatie van 2,5 naar 2 jaar en maak kinderopvang toegankelijk voor álle kinderen. Daarnaast geven we belangrijke randvoorwaarden mee; het belang van prijsregulering en de keuze van de uitvoeringsinstantie.

Betaalbaarheid nu
Veel Kamerleden vrezen dat de betaalbaarheid voor ouders op korte termijn verder zal verslechteren, als de rekening voor de hogere kosten bij ouders terecht komt, bijvoorbeeld door de stijgende energieprijzen en hogere salarissen. Hogere salarissen zijn nodig om de personeelstekorten te bestrijden. De Kamerleden verwezen daarbij naar de oproep van alle cao-partners, met de voorwaarde dat deze verhoging 100% in een salarisverhoging landt (en niet in winstuitkeringen). De Minister legt dit terug bij de sector, maar mogelijk wordt hier een motie over ingediend. GroenLinks kondigde aan hierover mogelijk met een motie te komen. De dekking lijkt al gevonden!

Betaalbaarheid na 2025
Prijsregulering is absoluut noodzakelijk wil onze kinderopvang toegankelijk blijven voor de laagste inkomens. Als er geen prijsregulering komt, heeft dat grote consequenties voor de betaalbaarheid van de kinderopvang voor lage inkomens. Dat is in het kader van de kansengelijkheid zeer onwenselijk. Verrassend was dat veel Kamerleden hier aandacht voor hadden, ook de coalitiepartijen CDA en ChristenUnie willen hierover doorpraten. Dat doen ze met de Minister ná de uitkomsten van de onderzoeken de die Minister in gang heeft gezet. Eén onderzoek naar de financieringsvormen en één naar mogelijk oplossingen, zoals tariefregulering.

De onderzoeksresultaten komen in maart 2023 naar de Kamer. De Minister wil hier voor die tijd geen uitspraken over doen. Al zegt ze nu al wel ‘ook ik wil geen excessieve overwinsten die de sector uitstromen’. De BMK vroeg de Kamer erop aan te dringen het stelsel zo in te richten dat de betaalbaarheid voor de laagste inkomens gegarandeerd is, bijvoorbeeld door prijsregulering. De Minister wacht daarmee tot na de onderzoeken.

Eenvoud
De Minister kiest voor een zogenaamde ‘Greenfieldbenadering’: samen met meerdere, mogelijke uitvoerders bouwt het Ministerie aan het nieuwe stelsel. De Minister benadrukte in het debat dat zij heel positief is over deze benadering omdat zo de expertise van meerdere uitvoerders ingezet kan worden. Maar over een half jaar moet uiteraard wel duidelijk zijn wie de uitvoerder wordt, aldus de Minister. Enkele Kamerleden spraken hun zorgen over deze benadering uit.

De BMK pleit voor een eenvoudig en uitvoerbaar stelsel. ABDTOPConsult adviseert: “Kijk kritisch naar de kosten van de uitvoering van het beleid in verhouding tot de baten (zoals bij het innen van de eigen bijdragen en bij de arbeidseis zonder de koppeling met gewerkte uren (KGU), met alle uitzonderingsgronden en benodigde gegevensuitwisseling)”. Het loslaten van beide eisen komt de uitvoerbaarheid zeer ten goede. Veel Kamerleden gingen ook hierop in. De BMK wil íeder kind een goede start bieden. Het laten vallen van de arbeidseis is iets wat daarom zo snel mogelijk moet gebeuren!

De Minister wacht eerst de uitkomsten van het Greenfieldtraject af. Dat kan ertoe leiden dat er omwille van de uitvoerbaarheid andere, zij het politieke keuzes, gemaakt moeten worden. De Minister laat het stelsel zo bouwen dat ook andere keuzes van een volgend kabinet mogelijk zijn. Dat is mooi, waar het bijvoorbeeld het laten vallen van de arbeidseis betreft. Het is niet goed en werkt zeer vertragend, als de Minister óók de optie in willen laten bouwen dat kinderopvang ooit weer inkomensafhankelijk wordt. Het rapport ‘Ongekend Onrecht’ werd aangehaald om te illustreren waar we voor moeten waken als het over inkomensafhankelijkheid van ouders gaat.

Planning
De Minister geeft aan toe te werken naar een nieuw stelsel in 2025. Zij zal daar hard op sturen en zoekt een goede balans tussen snelheid en zorgvuldigheid. Ook bij de meeste Kamerleden zagen we deze intentie. De problemen die we tegenkomen moeten we gezamenlijk oplossen. Daar is de BMK het zeer mee eens. Het komende half jaar wordt belangrijk. Hoe gaat de Greenfield het stelsel ontwerpen? Wat komt er uit de beide onderzoeken? En leiden die tot noodzakelijke wijzigingen in het stelsel? De BMK blijft benadrukken dat het stelsel toe moet werken naar de stip op de horizon: goede en toegankelijke kinderopvang voor alle kinderen.

Deel dit nieuwsbericht