De staatssecretaris werkt aan maatregelen om de regeldruk voor kinderopvangorganisaties te verminderen, terwijl kwaliteit en veiligheid behouden blijven. De voorstellen zijn nog niet definitief, maar worden wel voorbereid.
De vijf voorgenomen aanpassingen zijn:
• Schrappen basisgroepen in de BSO: kinderen hoeven niet langer in vaste basisgroepen te worden opgevangen.
• Definitieve verruiming inzet beroepskrachten in opleiding: de huidige tijdelijke regeling (tot 50% van de formatie) wordt per 1 juli 2026 structureel.
• Eenvoudigere regels voor de pedagogisch beleidsmedewerker/coach: meer focus op effectieve coaching, minder administratie.
• Duidelijkheid over opvang in een tweede stamgroep: helderheid over interpretatie en toepassing van de bestaande regel.
• Schrappen mentorvermelding aan kinderen in dagopvang: de verplichting om jonge kinderen te informeren wie hun mentor is vervalt.
Daarnaast ontwikkelt het ministerie het toezicht verder richting een meer stimulerende en reflectieve aanpak, met meer ruimte voor toezichthouders om kwaliteitsverbetering te ondersteunen en met bredere beschikbaarheid van informatie om te kunnen reflecteren op signalen en risico’s. Ook wordt bekeken hoe structurele en incidentele afwijkingen van regels mogelijk kunnen worden gemaakt, bijvoorbeeld via gemeentelijke ontheffing of meer beoordelingsruimte bij kleine incidentele overtredingen.
Tot slot blijkt uit de verkenning dat houdertoezicht (naast locatietoezicht) voordelen biedt, zoals minder dubbele administratie en betere controle op het kwaliteitsbeleid; voordat hierover wordt besloten, worden de kosten in kaart gebracht en wordt gezocht naar passende dekking.
Als wij meer informatie hebben over het vervolg, dan informeren we jullie.
Voor een gedetailleerd overzicht van alle voorgestelde aanpassingen en de uitkomsten van de verkenningen, wordt verwezen naar de gehele Kamerbrief over Regeldruk en Toezicht Kinderopvang en de daarbij behorende bijlagen.