Op 1 maart organiseerden we een live debat met drie Kamerleden, allen woordvoerders kinderopvang en een kandidaat Kamerlid. Loes Ypma, voorzitter BMK, leidt het debat over de toekomst van de kinderopvang. In het zicht van de Tweede Kamer verkiezingen op 17 maart spreken vrijwel alle politieke partijen zich expliciet uit over de rol die kinderopvang kan vervullen voor kinderen en ouders én hoe dit gefinancierd moet worden. Want dat het huidige systeem op de schop moet is voor vrijwel alle partijen zo klaar als een klontje. Maar hoe moet het dan wel? En wat mag dit kosten? En hoe gaan we deze gigantische klus klaren? En de belangrijkste vraag; waarom zouden we dit willen voor onze kinderen?

De vier (kandidaat) politici voeren met elkaar en met meer dan 100 deelnemende kinderopvangorganisaties, allen lid van de BMK, een boeiende discussie. De kinderopvangorganisaties stellen vragen en laten van zich horen in tientallen vlogjes die de Kamerleden online meenemen naar de praktijk van de kinderopvang. De vlogjes scheppen een kleurrijk beeld van de grote variëteit en enorme toewijding waarmee de kinderopvangorganisaties invulling geven aan hun maatschappelijke opdracht. Eén aspect keert in alle vlogjes terug; ieder kind heeft recht op optimale ontwikkelkansen.

Samenspeelrecht
‘Hoe kan kinderopvang het verschil maken?’ vraagt een kinderopvangondernemer in een vlog. Door drempelloze toegang tot gratis kinderopvang en bso voor alle kinderen, vindt Paul van Meenen (Kamerlid D66). Begin met het jonge kind, want taalachterstand kan nooit meer ingehaald worden op de basisschool. Kinderen hebben een samenspeelrecht; een aanbod dat niet kan worden geweigerd. Lisa Westerveld (Kamerlid GroenLinks) beaamt dit en verwijst naar de grote kansenongelijkheid in Nederland. Peter Kwint (Kamerlid SP) hekelt het woud aan regelingen dat al begint bij het onderwijs en het onderscheid dat we maken door kinderen in aparte (doel)groepen in te delen. Kinderen mét en kinderen zonder taalachterstand. ‘Taal leren is met elkaar spelen.’

Kosteloze kinderopvang
Op de vraag wat de plannen van de politici zijn voor kosteloze kinderopvang, antwoordt Kavish Bisseswar (kandidaat Kamerlid, PvdA) dat hij af wil van de wirwar aan toeslagen; een onnodig complex systeem. De PvdA wil in de komende kabinetsperiode de basis leggen voor een nieuw stelsel. Bijvoorbeeld met twee dagen kosteloze opvang voor alle ouders want het mag niet uitmaken of ouders wel of niet werken en hoeveel ze verdienen. GroenLinks wil hiervoor structureel 6,5 miljard euro uittrekken, ‘een noodzakelijke investering’ volgens Westerveld. En hierover moeten goede afspraken gemaakt worden in de nieuwe coalitie. Kwint vindt dat het personeelstekort in de sector aandacht behoeft. Want als meer mensen gebruik gaan maken van (kosteloze) kinderopvang, zijn er meer medewerkers nodig. Daarom moet de beloning van medewerkers stijgen. De huidige personeelskrapte bij de politie, zorg en kinderopvang zijn een gevolg van politieke keuzes, aldus Kwint. Hier is Van Meenen het mee eens. Investeren in het salaris van personeel houdt het vak aantrekkelijk.

Kosteloze kinderopvang voor ouders heeft een prijskaartje. Loes Ypma licht toe dat voor 2,4 miljard alle kinderen van 0-12 jaar twee dagen kinderopvang en twee dagdelen naar de bso kunnen, waarbij dit wordt bekostigd door het rijk. Hierdoor verdwijnt de financiële drempel voor ouders. De politiek kan er ook voor kiezen de publieke bekostiging (kosteloos voor ouders) te beperken tot alle gezinnen met een inkomen tot anderhalf keer modaal (de lagere en middeninkomens). Deze investering bedraagt 930 miljoen euro.”
Als Ypma de plannen van de aanwezige Kamerleden inventariseert blijkt dat de bereidheid groot is om veel verder dan dat te gaan; alle partijen willen investeren in vier dagen kinderopvang en vier dagdelen bso. (Onder dit bericht vind je het overzicht van het CPB van 1 maart 2021, ‘Keuzes in kaart’ waarin de ambitie van alle politieke partijen rond kinderopvang en de bijbehorende kosten op een rijtje zijn gezet. [i])

Einde aan de marktwerking
Bisseswar wil 6,9 miljard euro investeren in publiek gefinancierde kinderopvang. Als het aan de PvdA ligt betekent dat meteen het einde aan de marktwerking in de branche, ‘daar is geen ruimte meer voor private aanbieders’. Dit kan door kinderopvang en onderwijs gelijk te trekken. Kwint haakt hierop in en vindt dat een bezoldiging moet passen bij een publieke taak. De SP heeft samen met GroenLinks en PvdA in juni 2019 een initiatiefwet ingediend om winstuitkeringen in de kinderopvang een halt toe te roepen. ‘Doel van die wet is dat rare prikkels uit het systeem gaan. Er mag niet worden verdiend aan onze kinderen’, zegt Kwint.

Effect van structureel publieke kinderopvang
De aanwezige politici zijn niet te spreken over de ‘arbeidseis’ die andere partijen, als de VVD en het CDA, stellen aan het recht op kinderopvang. Van Meenen vindt het een slechte zaak dat er onderscheid wordt gemaakt tussen werkende en niet-werkende ouders: ‘De meest kwetsbare kinderen zijn van niet-werkende ouders. Nu investeren in deze kinderen heeft een preventieve werking en verhoogt hun kansen op succes op school en in werk als ze groter zijn.’

Kwint vat kernachtig samen dat ‘alles wat rechtse partijen willen – snel aan het werk en veel geld verdienen – door structurele publieke kinderopvang wordt gerealiseerd.’

Personeelstekort
Een kinderopvangondernemer stelt de vraag hoe we ervoor zorgen dat er niet eerst krimp komt terwijl we toe groeien naar een publieke voorziening voor alle kinderen? Voor Westerveld is de oplossing duidelijk; investeren in kinderopvang, meteen na de verkiezingen. Zo wordt voorkomen dat medewerkers ontslagen moeten worden die we later weer nodig hebben.
‘Wat kan de politiek concreet beteken voor nieuwe medewerkers?’ wordt gevraagd.
Van Meenen is hier duidelijk over: ‘Allemaal aan de maatschappelijke kinderopvang en voorkomen dat geld weglekt want dat geld willen we behouden voor de sector én voor de medewerkers.’

Eén Ministerie van jeugd?
Voelen de politici hiervoor? Bisseswar antwoordt dat hij voorstander is van een brede school van kinderopvang, school en bso waar de ontwikkeling van het kind voorop staat. Kwint vindt de twee ministeries SZW en OCW, waar we mee te maken hebben niet bevorderlijk voor samenwerking: ‘Om kindcentra mogelijk te maken moeten de schotten tussen ministeries weg gehaald worden.’
Het belang van de doorgaande ontwikkellijn 0-12 jaar komt ter sprake en de noodzaak van een betere aansluiting van kinderopvang en onderwijs. Van nul tot veertien jaar, als het aan de PvdA ligt.

En dan de formatie…
‘Mooi gesproken, maar hoe belangrijk is kinderopvang als de formatie begint?’ vraagt een kinderopvangondernemer. Van Meenen is reëel en antwoordt ‘Je gaat niet alles binnenhalen bij de formatie. Maar er is geen investering die meer rendeert dan een investering in het jongste kind.’

Visie Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang
De BMK ziet kinderopvang als een basisvoorziening voor alle kinderen van nul tot en met twaalf jaar die het ouders mogelijk maakt werk, studie en zorg op een ontspannen wijze te combineren en die een bijdrage levert aan de leefbaarheid van de samenleving. De BMK is opgericht in april 2016 door een aantal kinderopvangorganisaties vanuit een gedeelde visie op kinderopvang. Inmiddels vertegenwoordigt de BMK bijna 35% van de markt en heeft 95 actieve, betrokken leden. Deze maatschappelijke ondernemers bieden kinderopvang op 12.000 locaties door heel Nederland waar 200.000 ouders gebruik van maken.

[i] CPB presenteert tiende editie doorrekening verkiezingsprogramma’s

Het CPB heeft een doorrekening gemaakt van de verkiezingsprogramma’s, genaamd ‘Keuzes in Kaart 2022-2025’ (1 maart 2021). Hieronder het overzicht van de ambities en de bijbehorende kosten van de politieke partijen.

D66 introduceert vier  dagen  gratis  kinderopvang  voor  kinderen  jonger  dan  vier  jaar  en  maakt  de bso voor  4-12-jarigen  volledig  gratis.  Zowel  werkenden  als  niet-werkenden  kunnen  gebruik  maken  van  de voorziening.  Dit  is  een  intensivering  van  6,6  mld  euro  in  2025 en  9,3 mld  euro  structureel. (D66_128_b)GroenLinks introduceert vier  dagen  gratis  kinderopvang  voor  kinderen  jonger  dan  vier  jaar  en  maakt de  bso  voor  vier-  tot en  met twaalfjarigen  volledig  gratis.  Zowel  werkenden  als  niet-werkenden kunnen gebruik  maken  van  de  voorziening.  Dit  is  een  intensivering  van  6,6  mld  euro  in  2025  en  9,3 mld euro  structureel.  (GL_118_b)

De SP introduceert vier  dagen  gratis  kinderopvang  voor  kinderen  jonger  dan  vier  jaar  en  vier  dagen gratis bso  voor  4-  tot  12-jarigen.  Zowel  werkenden  als  niet-werkenden kunnen gebruikmaken van  de voorziening.  Dit  is  een  intensivering  van  6,5  mld  euro  in 2025  en 9,1  mld  euro  structureel.  (SP_162_b)

De PvdA introduceert een  publieke voorziening  voor  kinderopvang  en  buitenschoolse  opvang  voor zowel  werkende als  niet-werkende ouders.  Er  is  geen  eigen  bijdrage van  ouders.  Dit  is  een intensivering  van 6,9 mld  euro  in 2025  en 9,7  mld  euro  structureel.  (PvdA_130_b)

De ChristenUnie introduceert  een  vaste prijs  voor  kinderopvang.  Het  betreft  een  vergoeding  van  95% van  de  kinderopvangprijs.  Dit  is  een  intensivering  van  1,9  mld  euro.  (CU_104)

De VVD verhoogt de  kinderopvangtoeslag  via de  vergoedingspercentages  in  de  eerstekindtabel.  Dit  is een intensivering  van  0,7  mld  euro.  (VVD_109)

Het CDA verlaagt  de eigen bijdrage in  het  nieuwe systeem  van  directe financiering  van  kinderopvang. Voor huishoudens  met  een  inkomen  tot  70.000  euro  worden  de kosten  tot  de maximum-uurprijs volledig  vergoed,  en  voor  inkomens  boven  de  70.000  euro  wordt  de eigen  bijdrage  verlaagd.  Dit  is een intensivering  van  0,4  mld  euro.  (CDA_240)

De SGP verlaagt  de kinderopvangtoeslag.  Met  deze maatregel  worden  de  vergoedingspercentages  van de tweede kindtabel  verlaagd  naar  het  niveau  van  de vergoedingspercentages  van  de eerste kindtabel. Dit  is  een  ombuiging  van  0,4  mld  euro.  (SGP_156). De SGP bouwt de kinderopvangtoeslag sneller  af  voor  huishoudens  met  een  inkomen  vanaf  ongeveer 85.000  euro.  Dit  is  een  ombuiging  van  0,4  mld  euro.  (SGP_157). De SGP introduceert een vaste eigen  bijdrage voor  de kinderopvang  van  50  euro  per  maand.  Dit  is  een ombuiging  van  0,4  mld euro.  (SGP_183)

DENK past de kinderopvangtoeslag aan.  Voor  huishoudinkomens  tot  circa  82.000  euro  gaat  het vergoedingspercentage voor  ieder  kind  naar  100%,  voor  inkomens  van  circa  82.000  euro  tot  circa 124.000  euro  naar  90%,  en voor  inkomens  van  circa  124.000  euro  tot  circa  194.000  euro  naar  33,3%. Inkomens hierboven  betalen  de kinderopvang  zelf.  Dit  is  per  saldo  een  intensivering  van  1,2  mld euro.  (DENK_204)

50PLUS verhoogt het vergoedingspercentage  voor  kinderopvang  voor  verzamelinkomens  tot  67.000 euro  naar  100%.  Voor  hogere inkomens  wordt  een  vast  vergoedingspercentage  van  80% geïntroduceerd.  Dit  is  een  intensivering  van  1,3  mld  euro.  (50PLUS_108)

 

 

Deel dit nieuwsbericht