Op veranderingenkinderopvang.nl is de meest recente Verzamelbrief Kinderopvang vanuit het Ministerie van SZW naar de Tweede Kamer gepubliceerd:

Met deze brief informeert het Ministerie van SZW de Kamer over een vijftal onderwerpen:

  1. Monitor Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (Wet IKK) (download de monitor)
  2. Verbetermaatregelen gastouderopvang
  3. Factsheet meldingen vertrouwensinspecteurs (download de factsheet)
  4. Informatie-uitwisseling toezicht en handhaving kinderopvang
  5. Motie lid Nijkerken-de Haan over afspraken met gemeenten voor ondersteuning voor ouders met een tijdelijke Wlz-indicatie

Een aantal interessante punten worden onder meer benoemd in de Verzamelbrief:

  1. Monitor Wet IKK

– Aan de houders is gevraagd welke maatregelen vooral wel of niet hebben bijgedragen aan de realisatie van de drie genoemde doelen. De maatregelen die het vaakst genoemd worden als maatregelen die bijdragen aan één of meerdere doelen, zijn: pedagogisch beleidsmedewerker / coach, elk kind een mentor, BKR voor 0-jarigen, concretisering pedagogische doelen en structureel volgen van de ontwikkeling van het kind. Maatregelen die door houders genoemd worden als maatregelen die (ook) een negatief effect hebben gehad op de doelrealisatie zijn: maximaal 3 uur afwijken van de BKR, Vaste gezichtencriterium en BKR voor de bso.

– Eind 2021 wordt een start gemaakt met de evaluatie van de Wet IKK, die uiterlijk 1 januari 2023 afgerond zal zijn. SEO Economisch Onderzoek zal de evaluatie uitvoeren. Bij de start van IKK is een aantal onderzoeken in gang gezet, die de basis vormen voor de evaluatie. De Monitor Wet IKK is één van die onderzoeken. Daarnaast worden onder meer de vier metingen van de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK) betrokken bij de evaluatie, net als reeds opgehaalde en nog op te halen input (signalen) van de sectorpartijen en van de toezichtpartijen.

  1. Verbetermaatregelen gastouderopvang

– Op dit moment worden drie sporen (1. Het versterken van toezicht 2. Het verbeteren van de begeleiding van gastouders door de gastouderbureaus 3. Professionalisering van de gastouderopvang) uitgewerkt naar concrete voorstellen en worden de uitvoeringsconsequenties en gevolgen hiervan verder in kaart gebracht. De voorstellen worden de komende maanden getoetst en aangescherpt in dialoog met relevante veldpartijen. Vanwege de benodigde wetswijziging, financiële dekking en de demissionaire status van het kabinet, is besluitvorming uiteindelijk aan het volgende kabinet.

  1. Factsheet meldingen vertrouwensinspecteurs

– In de Wet kinderopvang is sinds 1 juli 2013 bepaald dat een houder van een kinderopvangorganisatie, bij vermoedens van een misdrijf tegen de zeden of van mishandeling door een medewerker of gastouder jegens een kind dat opgevangen wordt door een kinderopvangorganisatie of gastouder, een overlegplicht heeft met de vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs. Vertrouwensinspecteurs spelen hierdoor een belangrijke rol in het monitoren van grensoverschrijdend gedrag binnen de kinderopvang.

– Uit signalen uit de praktijk blijkt dat het melden bij de houder, door een met taken belast persoon, van vermoedens van seksueel of ander geweld jegens een kind en de overlegplicht hierover met de vertrouwensinspecteur nog niet volledig is ingebed in de kinderopvangsector. [] Het doel is om hernieuwd aandacht geven aan de bewustwording en het kennen van de meld-, en overleg- en aangifteplicht en eventuele handelingsverlegenheid die kan optreden om in contact te treden met de vertrouwensinspecteurs, weg te nemen.

  1. Informatie-uitwisseling toezicht en handhaving kinderopvang

– Eind 2019 zijn Ministerie van SZW [] met VNG en GGD GHOR in gesprek gegaan over bovenregionale uitwisseling van informatie in het toezicht en handhaving op de kinderopvang. De aanleiding hiervoor was de tijdelijke sluiting van een kinderdagverblijf en de constatering dat ook bij een aantal andere locaties die gelieerd waren aan deze houder (een investeringsmaatschappij) sprake was van veel overtredingen.

– Naar aanleiding van de gevoerde gesprekken heeft in de afgelopen periode een werkgroep, bestaande uit de stelselpartijen van toezicht, handhaving en uitvoering (GGD GHOR, VNG, Inspectie van het Onderwijs en DUO), gekeken op welke manieren de informatie-uitwisseling verder kan worden versterkt. Zij zagen diverse kansen om de bestaande mogelijkheden beter te benutten, bijvoorbeeld door inspecteurs en gemeenteambtenaren nog beter te informeren over het belang van informatie-uitwisseling en over een optimale toepassing ervan bij de genoemde overleggen. Naast procesmatige gaat het ook om inhoudelijke aspecten, bijvoorbeeld welke informatie gemeenten kunnen meewegen bij het al dan niet goedkeuren van een aanvraag voor een nieuwe kinderopvangvoorziening. Inmiddels hebben de partijen hierop concrete acties ondernomen en zullen zij ook de komende periode extra aandacht aan het onderwerp blijven geven.

  1. Motie lid Nijkerken-de Haan over afspraken met gemeenten voor ondersteuning voor ouders met een tijdelijke Wlz-indicatie

– Ouders met sociaal-medische problemen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag kunnen in aanmerking komen voor vergoeding van de kosten voor kinderopvang via de gemeentelijke SMI-regeling. Gemeenten zijn vrij in de invulling hiervan en kunnen maatwerk bieden. Ouders met een permanente Wlz-indicatie (waarvan de andere ouder werkt) hebben recht op kinderopvangtoeslag gekregen per 2021. Ouders met een tijdelijke Wlzindicatie (waarvan de andere ouder werkt) krijgen dit per 2023. Voor die laatste groep blijft de situatie tot die tijd nog hetzelfde. Er is gesproken met de VNG om deze groep van ouders met een tijdelijke Wlz-indicatie onder de aandacht te brengen in de informatievoorziening richting gemeenten, die hen in deze periode nog kunnen ondersteunen via de SMI-regeling.

Deel dit nieuwsbericht