Tijdens het Childcare International seminar van dinsdag 15 februari j.l. vertelde pedagogisch kwaliteitsmedewerker Danina Kooijman van één van onze BMK-leden Kibeo Kinderopvang over de pedagogische kwaliteitsverbetering die is ingezet sinds het gebruik van het zelfevaluatie-instrument Pedagogische praktijk in Beeld (PiB). In een recent stuk van kinderopvangtotaal wordt uitgebreid uitgelegd wat PiB inhoudt en hoe er mee gewerkt kan worden. Binnen de BMK werken meer leden met PiB, maar ook met andere zelfevaluatie-instrumenten op het gebied van pedagogiek. Wij willen komend jaar met deze leden nadenken hoe wij onze pedagogische kwaliteit steeds verder kunnen ontwikkelen, uitdragen én hier samen verantwoordelijkheid voor kunnen dragen.
Waarom denkt de BMK dat zelfevaluatie-instrumenten de toekomst hebben?
Allereerst levert het een bijdrage aan de kwaliteit. Een zelfevaluatie-instrument biedt inzicht in de sterke -en ontwikkelpunten. Het biedt houvast voor pedagogisch coaches en leidinggevenden om met teams aan de slag te gaan en geeft bestuurders organisatie brede informatie en input voor onder meer beleid en scholing. We nemen als sector zélf verantwoordelijkheid voor onze kwaliteit.
Daarnaast willen wij toe naar een basis van vertrouwen in onze sector. Vertrouwen in onze professionaliteit en de pedagogische kwaliteit die wij bieden in de toekomst aan íeder kind. Vertrouwen in de status en kwaliteit die de sector beschikt, maar die wij nog meer kunnen uitdragen aan alle partners én waar zij ons nog serieuzer in kunnen nemen (ouders/opvoeders, gemeenten, onderwijs, GGD, zorg, enzovoorts). Grip op eigen kwaliteit, waaronder op de kern van ons vak – de pedagogische kwaliteit – leidt tot vertrouwen. Dat kunnen wij bijvoorbeeld goed gebruiken in gesprek met de GGD.
Het gebruik van een zelfevaluatie-instrument trekt de GGD en gemeente mee de dialooggerichte toekomst in
Eigen inzicht in wat er goed gaat en waar ontwikkelpunten zitten, biedt input voor een meer gelijkwaardige dialoog met de GGD en de gemeente. Eigen observaties op basis van een inhoudelijk identiek instrument als de GGD gebruikt en reflectiegesprekken binnen het team binnen een kwaliteitscyclus bieden net zoveel waarde als de jaarlijkse observatie van een GGD-toezichthouder.
Wij geven daarmee ook de boodschap af dat wij zélf verantwoordelijk zijn voor onze (pedagogische) kwaliteit. De GGD kan daarnaast als externe auditor, wat de BMK betreft, een steeds meer meedenkende en adviserende rol vervullen. Naast het bewaken van de ondergrens, kunnen de GGD en gemeente de dialoog aangaan met onze sector hoe wij gezamenlijk naar steeds hogere kwaliteit kinderopvang toe kunnen werken.
Ook sámen sterk staan binnen de sector kinderopvang
In het artikel in Kinderopvangtotaal wordt ook nog een ander belangrijk voordeel genoemd. ‘Niet alleen levert de monitor concrete aanbevelingen en informatie op groepsniveau, maar ook op achtereenvolgens het niveau van de locatie, de regio, de organisatie (als benchmark) en potentieel de gehele sector. “Daarmee komen we meteen op iets wat een aantal organisaties uit de branche spannend vinden: willen we alle bevindingen transparant maken voor iedereen?’, zegt ontwikkelaar Simon Hay. ‘Dat is een punt waar we nu over nadenken. Niet iedereen wil open en bloot alle prestaties tonen.” Zelf vindt hij het waardevol om deze informatie wél te delen. Een waardevolle aanvulling naast die andere instrumenten om de sectorkwaliteit te meten: de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang en de instrumenten van de GGD GHOR. Hoe mooi zou het zijn om ook te laten zien hoe de praktijk zélf haar kwaliteit beoordeelt?” Een resultaat kan zijn dat er ook onderzoeksvragen door de sector geformuleerd gaan worden. “Als het gaat om pedagogische kwaliteit wordt er al genoeg gepraat óver de sector in plaats van door de sector. Ik merk bij KindeRdam hoe waardevol het is om gelijkwaardig aan tafel te zitten. Als wij tegenwoordig met de GGD praten, kunnen we dankzij de PiB-monitor beide perspectieven samenbrengen. Omdat je dezelfde taal spreekt en met dezelfde uitgangspunten werkt, zit je gelijkwaardiger aan tafel.”
De toekomst van kwaliteitsbeheer
De BMK en haar leden pleiten voor kinderopvang voor 100% van de kinderen. Dat betekent dat je ook 100% van de kwaliteit in beeld wil hebben en gezamenlijk wil blijven ontwikkelen. Niet enkel meer statische momentopnamen waarin harde oordelen worden gegeven (voldoet/voldoet niet, goed/fout), maar lerende organisaties waarbij teams zicht hebben op hun eigen (pedagogische) kwaliteit en hier met elkaar (en met de maatschappelijke partners) mee aan de slag blijven. Komend jaar gaat de BMK aan de slag met haar leden hoe zelfevaluatie-instrumenten een grotere rol kunnen gaan spelen, waaronder de mogelijkheid tot het deelnemen aan een benchmark binnen de BMK. We gaan met elkaar zoeken naar een manier om van en met elkaar te leren en best practices uit te wisselen.
Meer informatie?
- Om het hele stuk in kinderopvangtotaal te lezen over PiB, klik dan hier: Zelfevaluatie-instrument PiB voor pedagogische kwaliteit – Kinderopvangtotaal.
- Zie voor meer informatie ook: Over PiB (expertisecentrumkinderopvang.nl)
- In België wordt het volgende zelfevaluatie-instrument gebruikt: Zelfevaluatie-instrument MeMoQ kinderopvang | Vlaanderen.be
Spring gaat werken met Competenty-app
Eén van onze leden, Spring Kinderopvang, heeft zelf een instrument laten ontwikkelen. Hieronder geven zij toelichting op deze keuze:
‘We weten dat persoonlijke ontwikkeling cruciaal is om kwaliteit te blijven waarborgen en verbeteren. De Competenty-app biedt een digitale, interactieve leeromgeving voor ontwikkeling van competenties. Via een zelfevaluatie bepaalt de medewerker de ontwikkelpunten. Daarna biedt de app praktische ontwikkelactiviteiten en zijn daar zelfs coachingsadviezen aan gelinkt. Het mooie is dat deze niet alleen betrekking hebben op de persoonlijke ontwikkeling maar ook op de pedagogische kwaliteitsaspecten. Zoals bijvoorbeeld de 6 interactievaardigheden. Spring kiest ervoor om het gebruik van deze app te koppelen aan interne audits op pedagogische kwaliteit. Zo zetten we optimaal in op ontwikkeling. Zowel van de medewerkers als de pedagogische kwaliteit van ons aanbod.’