door: Hélène Smid, Communicatieadviseur BMK

‘Niet alleen ons kinderopvangstelsel moet op de schop, ook onze traditionele opvatting over de verdeling van werk en zorg!’

‘Nederlandse vrouwen leveren flink in op hun inkomen als ze kinderen krijgen, terwijl dat niet geldt voor mannen’, liet het CPB op 23 juni weten. Het is best een schokkend cijfer; uit CPB onderzoek blijkt dat het inkomen van moeders zeven jaar na de geboorte van hun eerste kind gemiddeld 46% lager ligt dan dat van vergelijkbare vrouwen die (nog) geen kinderen hebben. Twee mogelijke oorzaken werden onderzocht; de beschikbaarheid van kinderopvangplaatsen en sociale normen over de rolverdeling tussen mannen en vrouwen bij arbeid en zorg. Die sociale norm bleek een grote rol te spelen naast het aanbod van kinderopvang. Ons stelsel van kinderopvang moet dus op de schop, maar daarnaast zijn ook onze opvattingen over de verdeling van werk en zorg behoorlijk achterhaald. En de prijs die we hiervoor betalen is hoog.

We weten natuurlijk heel goed dat het hoogste percentage deeltijdwerkers in Europa Nederlandse vrouwen zijn. Onze infrastructuur van kinderopvang en scholen is daar debet aan. Dit is  ingericht rond onze traditionele opvatting over de verdeling van werk en zorgtaken tussen man en vrouw. Daarin is de moeder de primaire verzorger; zij heeft het langste verlof, zij gaat minder werken na het eerste kind, zij is thuis als de kinderen niet naar de opvang gaan en zij staat op het schoolplein als de school uitgaat. De man is de kostwinner en werkt meestal buitenshuis. Deze infrastructuur is gebouwd rond ons traditionele beeld van vaders en moeders, werken en zorg. En vervolgens dwingt dit systeem (met alle beperkingen van dien) individuen om daarmee in de pas te lopen; onhandige schooltijden voor werkenden en integrale kindvoorzieningen die nog niet vanzelfsprekend zijn. We zitten vast in onze eigen houdgreep. Dus zijn het de vrouwen die minder gaan werken na het eerste kind. Ondanks het feit dat meisjes en vrouwen succesvoller zijn in hun school- en studieloopbaan en met betere resultaten afstuderen. Daarmee verzilveren vrouwen niet hun aanvankelijke voorsprong op de arbeidsmarkt. En dat is nadelig voor vrouwen, voor kinderen én voor onze samenleving.

Consequenties voor vrouwen
Door minder te gaan werken verdienen vrouwen na 7 jaar niet alleen 46% minder dan mannen, zij hebben ook een lagere pensioenopbouw, minder vermogensopbouw en minder loopbaankansen omdat ze meer thuis zijn en simpelweg niet zichtbaar in een werkomgeving. Gevolg is dat 40% van de vrouwen economisch niet zelfstandig is. Neem daarbij het gegeven dat 1 op de 3 huwelijken eindigt in een scheiding waardoor bijna de helft van de vrouwen afhankelijk wordt van de bijstand terwijl zij juist grotendeels de zorg voor de kinderen hebben.

Consequenties voor kinderen en de samenleving
Een betere infrastructuur voor kinderopvang en scholen legt niet alleen de basis voor een gelijkwaardiger verhouding van zorgen en werken tussen beide ouders. Een stelsel waarin kinderopvang en onderwijs goed samenwerken en waar alle kinderen tussen 0-13 jaar heengaan omdat het goed voor kinderen en vanzelfsprekend is, draagt bij aan gelijke kansen voor alle kinderen. Kinderopvang die niet afhankelijk is van het werk of inkomen van ouders. Het is ongelooflijk, maar de kansenongelijkheid in Nederland tussen kinderen groeit nog steeds. Ons huidige stelsel is niet alleen bureaucratisch, foutgevoelig en risicovol voor ouders, maar ieder jaar dat we door blijven modderen met dit systeem, ontnemen we grote groepen kinderen de kans op een succesvolle vroege start! En dat heeft consequenties voor de rest van hun leven.

Wat we nodig hebben is een stelsel waarin scholen en kinderopvang nauw samenwerken, zonder kosten voor ouders zodat beide ouders zonder geregel en gedoe kunnen werken en zorgen voor een gezonde economische positie van het gezin. Zo’n stelsel is goed voor de ontwikkeling van kinderen en draagt bij aan een eerlijker verdeling van zorgtaken, werken, loopbaankansen en vermogensopbouw voor beide partners en daarmee het gezin.

Tijd om onze traditionele opvatting bij te stellen
Een stelselverandering is de eerste noodzakelijke stap. Daarnaast draagt een eerlijker verdeling van het zorgverlof bij aan een gelijke verdeling van de zorgtaken. Maar bovenal wordt het tijd dat we serieus aandacht besteden aan onze traditionele opvatting over de verdeling van werk en zorg tussen mannen en vrouwen. We kennen immense tekorten op de arbeidsmarkt terwijl een groot arbeidspotentieel thuis zit. Het zou heel gezond zijn als we onze ideeën over de thuisopvoeding en of 3 dagen kinderopvang nu wel of niet kan, eens tegen het licht zouden houden. Landen als Finland en Zweden gingen ons voor en laten zien dat het kan. Daarom is het zo belangrijk dat een nieuw kabinet de eerste moedige stap zet en een nieuw stelsel invoert. Zo wordt korte metten gemaakt met onze opvatting dat de thuisopvoeding door m.n. de vrouw met hooguit 2 dagen kinderopvang veruit ideaal is. Dat is het niet en de prijs is hoog; we zetten grote groepen kinderen, veel vrouwen, gezinnen en onze samenleving erdoor op achterstand.

Arbeidsmarkttekort
We laten een groot arbeidspotentieel in Nederland onbenut als we niet vol inzetten op een nieuw stelsel dat ouders, kinderen en de samenleving faciliteert zodat we ons allemaal kunnen ontwikkelen; op de opvang, op school en op ons werk. McKinsey berekende in 2018 dat door onze Nederlandse deeltijdfactor de BV Nederland ongeveer 100 miljard euro op jaarbasis misloopt. Daarnaast zou het grote personeelstekort in onderwijs en de zorg opgelost zijn als m.n. vrouwen minder in deeltijd zouden werken en meer uren zouden maken.

De BMK berekende wat deze investering in een nieuws stelsel zou kosten (zie de SEO doorrekening hieronder). Laten we in de komende kabinetsperiode beginnen met 2 dagen opvang voor alle kinderen van 0-13 jaar. Dat kost de staat 4 miljard op jaarbasis. Een schijntje vergeleken bij de opbrengst die McKinsey becijferde.

 


SEO doorrekening van 8 scenario’s voor kinderopvang
De BMK en Het Kinderopvangfonds gaven SEO Economisch Onderzoek opdracht om 8 mogelijke scenario’s van (deels) gratis kinderopvang voor alle kinderen van 0-13 jaar door te rekenen. Dit maakt dat de politiek straks echt iets te kiezen heeft. Ons ‘scenario 4‘ geeft alle kinderen 0-13 jaar twee dagen gratis toegang en meer uren zijn gratis voor werkende ouders waarbij wel de huidige maximumurennorm geldt. Dit kost de staat 4 miljard euro per jaar.

Download de SEO doorrekening 8 scenario’s kinderopvang (BMK en Het Kinderopvangfonds)

 

Deel dit nieuwsbericht