Afgelopen donderdag 30 juni gaven de BMK en BOinK samen een presentatie aan GGD-toezichthouders van Amsterdam. De GGD Amsterdam heeft de ambitie om vaker het ouderrecht te toetsen bij houders, binnen de mogelijkheden die flexibel toezicht biedt. De betreffende GGD vroeg BOinK en BMK om recente ontwikkelingen m.b.t. het ouderrecht, de intentie van de wet- en regelgeving en het belang vanuit houder- en ouderperspectief toe te lichten.

Dialoog tussen houder en toezichthouder over invulling ouderrecht
Vanuit het houderperspectief hebben wij het belang van de dialoog benadrukt tussen houder en toezichthouder over de invulling van het ouderrecht. Het gaat niet alleen om het vinkjes zetten achter de regels m.b.t. ouderrecht en of deze al dan niet worden nageleefd. Het gaat vooral om het hebben van een duidelijke visie vanuit de houder op het belang van medezeggenschap, doordrongen in de gehele organisatie. We ervaren allemaal dat oudercommissies al jaren lastig te vullen zijn.

Dan is het veel belangrijker om als houder en toezichthouder met elkaar in gesprek te gaan over hoe het staat met de ouderbetrokkenheid. Hoe wordt er vorm gegeven aan het adviesrecht van ouders op de kwaliteit van de kinderopvang? En hoe kunnen ouders en pedagogisch professionals elkaar versterken, met de oudercommissie als belangrijke verbindende partij? Daar waar ouder-inspraak werkelijk wordt gewaardeerd en gestimuleerd, is het ook makkelijker om oudercommissieleden te vinden.

Waarom is die oudercommissie ook alweer van belang?We zijn teruggegaan naar waaróm ouderbetrokkenheid van belang is voor de kwaliteit van de kinderopvang. Vanuit de BMK volgen we daarin onder andere de lijn van Peter de Vries die beredeneert dat je vooral betrokken moet zijn óp (bij) ouders. We willen een goede persoonlijke band met ouders/opvoeders ópdat we het kind beter begrijpen, de thuissituatie goed kunnen begrijpen en kunnen versterken waar nodig en samen met ouders de ontwikkeling van het kind kunnen stimuleren. Ouderparticipatie thuis is namelijk de meest effectieve manier van ontwikkelingsstimulering, zo blijkt uit onderzoek. Hoe actiever oudercommissies zijn in advies geven aan de organisatie, meedenken en verbinder te zijn, des te beter is het effect op de ontwikkeling en het welzijn van kinderen.

In het hierop aansluitende verhaal vanuit BOinK werd in herinnering gehaald dat ouders niet voor niets bij Wet adviesrechten hebben gekregen. Waar de Wet kinderopvang zelf uit 2005 onvoldoende handvatten bood voor ouders om de ‘kritische consument’ te kunnen zijn, moest de Wet versterking positie ouders in 2014 hier verbetering in brengen. Ouders willen immers een kwalitatief goede en veilige omgeving voor hun kind. Door hun voortdurende rol als ‘mede toezichthouder’ worden houders in de kinderopvang meer uitgedaagd om met een kritische blik naar hun eigen handelen te kijken. In de praktijk zien we dit helaas onvoldoende terug en ook de toezichthouder toetst hooguit de vraag óf er een oudercommissie aanwezig is. Terwijl goed functionerende medezeggenschap juist nú zo belangrijk is. Immers, in deze tijden van personeelstekorten en lange wachtlijsten hebben ouders niet veel te kiezen en staan onder druk. Gelukkig liggen er binnen de overige inspectiedomeinen vele kansen om met de houder het gesprek aan te gaan over hóe er wordt gewerkt aan de nodige medezeggenschap.

GGD Amsterdam gaat met dit alles enthousiast aan de slag nu het flexibel toezicht deze mogelijkheid biedt. Wie volgt?!

Interesse als team van GGD-toezichthouders in de kinderopvang om de presentatie ook te volgen?
Neem dan contact op met Maryse Broek van de BMK (broek@bmko.nl) of Marjolein Lantinga van BOinK (m.lantinga@boink.info).

Voor houders in de kinderopvang is er nu ook een basistraining over de oudercommissie te volgen via BOinK: Meer informatie en aanmelden

*https://www.boink.info/basistraining-kinderopvangorganisaties

Deel dit nieuwsbericht