De CPB notitie van december 2020 geeft, op verzoek van de ministeries van OCW en SZW, meer inzicht in de ontwikkeling van de ongelijkheid in vaardigheden vanaf jonge leeftijd in Nederland. Al voordat kinderen naar de basisschool gaan, zijn er meetbare en aanhoudende verschillen in vaardigheden tussen de verschillende sociaaleconomische groepen in Nederland.
Deze verschillen verdwijnen niet gedurende hun jeugd en schooltijd. Ook kinderen met een migratieachtergrond beginnen gemiddeld met een achterstand in taal en rekenen, maar deze achterstand neemt af met de leeftijd.
Vroege achterstand, grote gevolgen
Een vroege achterstand in vaardigheden heeft negatieve gevolgen voor de langere termijn. De relatieve prestaties in de vroege jeugd zijn mede bepalend voor iemands latere arbeidsmarktkansen, zo blijkt uit de literatuur. Als bepaalde groepen kinderen minder gestimuleerd worden in hun ontwikkeling en er minder geïnvesteerd wordt in hun vaardigheden, dan kan dit lang doorwerken.
Onderzoek situatie Nederland nodig
Uit internationaal onderzoek is bekend dat voor- en vroegschoolse educatie en het onderwijs kan bijdragen aan het verkleinen van de ongelijkheid in de vroege jeugd. Voorwaarde daarvoor is de inzet van kwalitatief goede en gerichte programma’s van voldoende omvang.
Voor Nederland is nog onvoldoende bekend in hoeverre de bestaande programma’s en middelen de ongelijkheid helpen verkleinen. Dit vergt aanvullend onderzoek.