Wijzigingsbesluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie

Tweede beroepskracht op VVE groep kan formatief worden ingezet bij meer dan 8 kinderen.

De voorgenomen versoepeling van wetgeving omtrent de kwalificatie-eis voor VVE medewerkers, zoals beschreven in de brief van 7 maart 2018 van minister Slob, is inmiddels gerealiseerd en met terugwerkende kracht per 1 januari 2018 in werking getreden. Dit besluit maakt het mogelijk om een pedagogisch medewerker die is ingeschreven voor aanvullende scholing tot beroepskracht in de voorschoolse educatie, onder voorwaarden al in de voorschoolse educatie in te zetten. In het wijzigingsbesluit wordt geregeld onder welke voorwaarden pedagogisch medewerkers kunnen worden ingezet in de voorschoolse educatie, als zij wel volledig zijn gekwalificeerd voor de kinderopvang, maar nog niet de scholing voor de voorschoolse educatie hebben afgerond.

Specifiek houdt deze wijziging in dat de tweede beroepskracht op de VVE groep formatief ingezet kan worden bij meer dan 8 kinderen. De beroepskracht moet maximaal drie maanden voor aanvang van de scholing ingeschreven staan en deze binnen twee jaar afronden. Let op: de beroepskracht moet ten alle tijden wel beschikken over taalniveau 3F! De eerste beroepskracht moet wel beschikken over een geldig VVE-certificaat. Zijn er minder dan 8 kinderen dan mag alleen de beroepskracht met het geldige VVE-certificaat ingezet worden.

Het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

 De bezitter van een getuigschrift als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, die aantoonbaar is ingeschreven voor de scholing, bedoeld in artikel 4, derde lid, onderdeel b, wordt voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld met een beroepskracht voorschoolse educatie, met dien verstande dat dit slechts geldt:

  1. indien hij niet eerder is ingeschreven voor dergelijke scholing;
  2. gedurende de inschrijving voor de scholing, met dien verstande dat deze periode maximaal drie maanden voor de aanvang van de scholing begint en in ieder geval twee jaar na aanvang van de scholing eindigt;
  3. indien hij voldoet aan de taaleis, bedoeld in artikel 4, lid 3a; en
  4. indien bij het aanbieden van voorschoolse educatie ten minste één beroepskracht voorschoolse educatie die voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 4, ook op de groep aanwezig is, met dien verstande dat indien de groep uit meer dan acht feitelijk aanwezige kinderen bestaat, dit geen beroepskracht voorschoolse educatie als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, betreft.

Aangepaste besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

Wijziging in de Staatscourant.

 

Deel dit nieuwsbericht