In aanloop naar de openstelling van de kinderopvang, vanaf maandag 11 mei aanstaande, zijn de branchepartijen continu in overleg met de ministeries van OCW en SZW om de vragen die we vanuit kinderopvangorganisaties en ouders krijgen (tijdig) te kunnen beantwoorden. Op een heel aantal punten is nu gelukkig duidelijkheid. We zetten vier van de belangrijkste hieronder op een rij.

Juridisch kader

Binnen het juridisch kader van waaruit we op dit moment werken, hebben we vanaf de openstelling op 11 mei rekening te houden met drie belangrijke aanwijzingen:

  1. Kinderdagverblijven, peuteropvang en gastouderopvang gaan weer regulier open
  2. De buitenschoolse opvang blijft formeel gezien gesloten, met uitzondering van de opvang in aansluiting op de scholen.
  3. De buitenschoolse opvang is alleen open tijdens de reguliere tijden, voor en na school.
  4. Kinderen kunnen terecht op de BSO op de dagen dat ze naar school mogen.
  5. Het aantal uren dat een kind kan worden opgevangen, is afhankelijk van het contract (een kind met 1 contractdag hoeft dus niet voor twee dagen opgevangen te worden, maar die ene opvangdag kan wel op een andere dag vallen dan in het contract is opgenomen).

Zie brief VWS aan de veiligheidsregio’s en een Samenvatting van deze brief

 Voorrangsregeling opvang

Buitenschoolse opvang

Omdat het uitgangspunt is dat de bso het dagritme van de scholen volgt, laten we de contractdagen voor bso los. Hierdoor kan het op dagbasis voorkomen, dat meer kinderen in aanmerking komen voor opvang dan wettelijk is toegestaan.

In dat geval is ons advies om de kinderen met een opvangcontract voor die dag voorrang te geven op kinderen die een overeenkomst hebben voor een andere dag.

Daaropvolgend adviseren we om kinderen die een contract hebben bij de bso en naar school gaan, voorrang te geven op noodopvang voor kinderen van ouders in cruciale beroepen.

Dagopvang

Datzelfde advies geldt ook voor de dagopvang: geef reguliere opvang voor kinderen met een overeenkomst voorrang op noodopvang.

Noodopvang

Heb je nog ruimte voor noodopvang, dan kun je daar eventueel ook bepaalde richtlijnen voor aanhouden waar het gaat om voorrang geven. Bijvoorbeeld voor kinderen van wie beide ouders een cruciaal beroep uitoefenen, uit een éénoudergezin komen waarbij de ouder een cruciaal beroep heeft of waar het kwetsbare kinderen betreft, gevolgd door noodopvang voor kinderen uit een gezin waar slechts één van de ouders een cruciaal beroep uitoefent.

Indien door het bieden van noodopvang de BKR overschreden dreigt te worden, dan is het belangrijk om contact op te nemen met de gemeente. De gemeente is namelijk verantwoordelijk voor het realiseren van noodopvang en kan helpen een alternatief te vinden.

Bij de opvang zijn kinderopvangorganisaties gehouden aan het maximale aantal kinderen, zoals is vastgelegd in het LRK. Over een eventuele coulanceregeling waar het de BKR betreft, is nog onduidelijkheid.

Wenperiode nieuwe situatie

Doordat de buitenschoolse opvang het ritme van de scholen volgt, kan de bezetting op de bso door de groepsindeling van de school een grillig verloop hebben. Daarover is met de ministeries van OCW en SZW afgesproken, dat in ieder de geval de eerste week aangemerkt mag worden als wenperiode. Om kinderopvangorganisaties zodoende de tijd te geven te groeien in de nieuwe situatie. Dit betekent in de praktijk, dat in die eerste week misschien nog niet voor alle kinderen een plek op de bso is op schooldagen in plaats van op de contractueel vastgelegde opvangdagen. In dat geval is ons advies om kinderen bij wie de school- en contractdag wel overeenkomen, voorrang te geven op opvang voor kinderen bij wie dat niet zo is.

100% bezetting bso toegestaan

Hoewel de scholen dagelijks maximaal de helft van de kinderen mag onderwijzen (exclusief noodopvang), mogen bso’s het maximale aantal kinderen dat wettelijk toegestaan is, opvangen. De redenen daarvoor zijn, dat het aantal kinderen dat naar de bso gaat lager ligt dan het aantal kinderen dat naar school gaat en bso-locaties over het algemeen sowieso minder kinderen ontvangen dan een school. Hierbij mag het aantal kindplaatsen waarvoor vergunning is (vastgelegd in het LRK) niet worden overschreden, in verband met de veiligheid van kinderen en personeel.

1 mei 2020

Deel dit nieuwsbericht