Op 1 augustus ontvingen we de definitieve reactie van GGD GHOR Nederland ten aanzien van het ’locatie-overstijgend opvangen’, ofwel het clusteren. Deze inhoudelijke reactie, die is afgestemd met het ministerie van SZW en de VNG, vind je in de bijlage.

De BMK is blij met deze duidelijkheid waar iedereen met smart op wachtte. Immers, over dit onderwerp heerst al maanden veel onrust en onduidelijkheid. De BMK is tevreden met deze werkbare, landelijke oplossing die voor alle partijen gelijk is en waar alle partijen, GGD GHOR, Belastingdienst Toeslagen, Ministerie van SZW en de drie branchepartijen zich in kunnen vinden. Ook vinden we het een duidelijk brief, hoewel er natuurlijk altijd enigszins grijze gebieden blijven wanneer iets een opvang op een andere locatie is (locatie-overstijgend) of een activiteit. Dit grensgebied is niet zwart-wit en er zal dus altijd enige mate van dialoog blijven plaatsvinden. (Zie p. 3 van de bijlage ‘Activiteiten’).

Kern van de reactie:

  1. Locatie overstijgend opvangen is dat kinderen op andere geregistreerde voorzieningen van dezelfde houder worden opgevangen dan waar zij normaal gesproken worden opgevangen.
  2. Voor locatie overstijgend opvangen is een contract nodig. Houders hoeven niet voor elke voorziening een geheel nieuw contract met ouders af te sluiten. Dit kan ook in een bestaand contract geregeld worden. De contractuele basis doet recht aan de eis van een duidelijke verantwoordelijkheidstoedeling ten behoeve van verantwoorde kinderopvang.
  3. Alleen wanneer sprake is van een activiteit kunnen kinderen, zonder dat dat in een contract is opgenomen, op een andere locatie van de houder aanwezig zijn. Bij een activiteit vindt de verantwoordelijkheidstoedeling, toepassing van beleid en van de kwaliteitseisen immers nog steeds vanuit de reguliere opvanglocatie plaats. Er is daarom geen sprake van ‘locatie-overstijgend opvangen’. In de praktijk doet zich de vraag zich voor of sprake is van locatie-overstijgend opvangen van kinderen, of van een activiteit. Die grens is niet zwart wit. Het is aan het professionele oordeel van de toezichthouder om te bepalen of sprake is van een activiteit.
  4. Ouders hoeven slechts het reguliere LRK-nummer aan de Belastingdienst door te geven wanneer hun kind bijvoorbeeld in de vakantie op contractuele basis op een andere geregistreerde locatie van dezelfde houder wordt opgevangen.
Deel dit nieuwsbericht