Op 11 oktober gaf het kabinet een reactie op het rapport ‘Prikken voor elkaar’. Dit rapport werd op 1 juli aangeboden aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Inhoud van de kabinetsreactie
In deze reactie schrijft het kabinet: ‘Dit vraagstuk raakt niet alleen de kinderopvang en ouders en kinderen die hiervan gebruikmaken, maar de hele samenleving. Hierbij zet de staatssecretaris van VWS zich in voor het beschermen van de gezondheid van Nederlanders door een succesvol vaccinatiebeleid en zet de staatssecretaris van SZW zich in voor een gezonde en veilige kinderopvang.’

Hieronder volgen enkele paragrafen uit de kabinetsreactie.

De commissie geeft aan dat de overheid aan zet is en dat de verantwoordelijkheid in dit geval niet bij individuele kinderopvangorganisaties kan worden gelegd, omdat het treffen van maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid een grondwettelijke taak van de overheid is. Het maatschappelijke probleem komt weliswaar tot uiting in de kinderopvang, maar betreft in de kern een publieke taak. Kinderen kunnen zelf nog niet beslissen over hun gezondheid en de keuze om al dan niet te vaccineren is niet alleen een individuele keuze, maar raakt ook anderen. Het kabinet onderschrijft dit uitgangspunt. Het kabinet is, net als de commissie, van mening dat de rol van ouders ook van groot belang is. Elke ouder wil het beste voor zijn of haar kind. Het kabinet hoopt dat ouders de keuze om hun kind wel of niet te vaccineren niet alleen baseren op wat zij het beste vinden voor hun eigen kind, maar daarbij ook de gezondheid van andere kinderen in acht nemen.

Communicatie
De commissie adviseert om in de huidige situatie in te zetten op minder vrijblijvende en meer normstellende communicatie. Het publieke belang van een hoge vaccinatiegraad én de belangen van het kind rechtvaardigen hierbij het aanspreken van ouders op hun keuze om hun kind niet te vaccineren. Het kabinet onderschrijft dit advies en constateert dat deze adviezen overeenstemmen met de al eerder aangekondigde inzet van de staatssecretaris van VWS. Het kabinet kan de aanbevelingen van de commissie dan ook ten volle omarmen en zegt de Kamer toe om deze aanbevelingen mee te nemen in de al lopende inzet gericht op het verbeteren van de communicatie over vaccineren.

Voorwaardelijke toegang tot de kinderopvang
Het is van belang dat kinderen zich in een kwalitatief goede, gezonde en veilige omgeving kunnen ontwikkelen. Hier maakt het kabinet zich sterk voor, bijvoorbeeld door eisen te stellen aan de kinderopvangorganisaties ten aanzien van de kwaliteit, veiligheid en gezondheid.
Het kabinet is, net als de commissie, van mening dat, als er sprake is van een risico voor de gezondheid van kinderen op de kinderopvang door een dalende vaccinatiegraad, het de verantwoordelijkheid en rol van de overheid is om tijdig maatregelen te treffen. In het geval van een rood scenario adviseert de commissie om deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma als voorwaarde te stellen voor de toegang tot kinderopvang. Door deze maatregel is de overheid normstellend en krijgen kinderopvangorganisaties de gewenste en noodzakelijke duidelijkheid over wanneer de vaccinatiegraad bij kinderen tot een onaanvaardbaar niveau is gedaald.
Het kabinet staat positief tegenover het advies van de commissie en buigt zich over een verdere uitwerking hiervan.

Effecten van de maatregel voor volksgezondheid en vaccinatiegraad
Met de maatregel van voorwaardelijke toegang tot de kinderopvang wordt geen volledige veiligheid gecreëerd, terwijl mogelijk wel deze verwachting kan worden gewekt bij ouders. Kinderen onder de 14 maanden, die nog niet zijn ingeënt tegen mazelen, kunnen immers de ziekte niet alleen oplopen op de kinderopvang, maar zij kunnen deze ook op de kinderopvang introduceren. Daarnaast kunnen kinderen ook op andere plekken dan op de kinderopvang in aanraking komen met het mazelenvirus, bijvoorbeeld via familie, vrienden, buren, in de speeltuin, op vakantie, enz.

Overige noties
Het kabinet wil benadrukken dat ouders met het voorstel van de commissie de vrijheid behouden om hun kind niet te laten vaccineren. Als ouders ervoor kiezen hun kind niet te laten vaccineren, aanvaarden zij de consequentie dat hun kind niet naar de kinderopvang kan.

Tot slot
Er is momenteel volop discussie over de dalende vaccinatiegraad en de gevolgen hiervan voor de veiligheid en gezondheid van kinderen op de kinderopvang. Uit het bovenstaande blijkt dat dit een complexe discussie is. Het kabinet constateert dat de commissie een algemene vaccinatieverplichting op dit moment in de context van haar onderzoeksopdracht niet aan de orde vindt en ziet dit als een bevestiging van zijn eigen inzet. Als de vaccinatiegraad verder daalt, is een gesprek over verdergaande, algemeen verplichtende maatregelen wel aan de orde. Maar voor nu volstaat het om verder in te zetten op communicatie en het goede gesprek met ouders over vaccineren.
De staatssecretaris van SZW onderzoekt daarnaast – conform de aanbeveling van de commissie om in geval van het rode scenario nu alvast wetgeving voor te bereiden – of het mogelijk is deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma als voorwaarde te stellen voor toegang tot de kinderopvang in het geval van het rode scenario.

Deel dit nieuwsbericht