Het ‘Landelijk Rapport Gemeentelijk Toezicht Kinderopvang 2017 van de Inspectie van het Onderwijs is uit. Met dit landelijk rapport geeft de Inspectie van het Onderwijs een beeld van de uitvoering van het gemeentelijk toezicht op de kinderopvang. Ook laten de rapporten zien in hoeverre de sector kinderopvang de wettelijke kwaliteitseisen nakomt.

Vooruitgang en ruimte voor verbetering

Gemeenten en GGD’en voeren toezicht en handhaving in de kinderopvang steeds beter uit. Afgelopen jaar voerden nog slechts 5 gemeenten hun taken onvoldoende uit, met als gevolg een B-status. Daarnaast voldoet een steeds groter deel van de kinderopvangvoorzieningen aan de kwaliteitseisen.

De inspectie ziet wel ruimte voor verbetering, want:
– het toezicht is soms te voorspelbaar
– nieuwe of aangescherpte wet- en regelgeving wordt niet altijd getoetst
– de handhavingsstrategie en informatieverstrekking past niet altijd bij de situatie.

Om dit te verbeteren is de volgende stap in de ontwikkeling; de invoering van een gemeentelijk toezichtplan. Hierin zet de gemeente uiteen hoe zij de kwaliteit van de kinderopvangvoorzieningen waarborgt en stimuleert.


Verkleinen onwenselijke verschillen in toezicht en handhaving

Het valt de inspectie op dat er veel regionale en gemeentelijke verschillen zijn in het toezicht en de handhaving op de kinderopvang. Niet alleen loopt het percentage onderzoeken bij voorzieningen voor opvang door gastouders sterk uiteen, ook zien we verschillen in de mate waarin deze onderzoeken onaangekondigd plaatsvinden. De inspectie vindt dat de onderzoeken bij voorzieningen voor opvang bij gastouders altijd onaangekondigd zouden moeten zijn. Ook zijn er aanzienlijke verschillen in het percentage voorzieningen waarvoor gemeenten een handhavingsadvies krijgen van de toezichthouder van de GGD. Dit geldt ook voor de keuzes die zij maken in de handhaving. Onwenselijke verschillen tussen de regio’s en  gemeenten moeten worden verkleind.


Kwaliteit kinderopvang steeds beter, maar kleine groep die zorgen baart

Tegelijkertijd met de Landelijke Rapportage heeft de inspectie, in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten en GGD GHOR Nederland, het rapport ‘Herhaalde Handhavingsadviezen’ uitgebracht. Hiervoor is een groep voorzieningen onderzocht waar herhaaldelijk tekortkomingen zijn geconstateerd. Ondanks hun beste bedoelingen zijn deze voorzieningen niet altijd in staat om aan de regels te voldoen. Leidinggevenden zijn niet volledig op de hoogte van de actuele regelgeving of missen het vermogen of het inzicht om de tekortkomingen adequaat op te lossen. Houders (de eigenaren van kinderopvangorganisaties) willen vaker in gesprek met de toezichthouder, waarin deze een toelichting kan geven op de tekortkomingen en de houder op weg kan helpen naar een oplossing.


Handhaving vereist maatwerk

Wanneer er herhaaldelijk tekortkomingen worden geconstateerd bij een kinderopvangvoorziening, kiezen gemeenten binnen hun handhavingsbeleid vaak voor een zwaardere vorm van handhaving. Dit hoeft niet altijd het juiste instrument te zijn om tot een verbetering te komen. Vooral als er sprake is van onvermogen bij de houder of de leidinggevende. De gemeente kan dan beter inzetten op een combinatie van het verstrekken van informatie, een dialoog met de houder en handhaving die toegesneden is op de situatie.

Ga naar de website van de Inspectie van het Onderwijs om een standaard PDF of een ‘interactieve PDF” van het rapport te downloaden.

Deel dit nieuwsbericht