deel 3 – De personeelsuitdaging

“De maatschappij dat zijn wij!”

Door Pauline Schellart

Dat is de zin die in mij opkwam na alle interviews die ik heb gehouden. Want is het personeelstekort een uitdaging voor de sector of is het een uitdaging voor ons allemaal?

In dit artikel schets ik een aantal relevante maatschappelijke ontwikkelingen die duidelijk maken dat het arbeidsmarktvraagstuk in Nederland een zeer prangend vraagstuk is dat we alleen samen kunnen oplossen. Niet door te remmen, maar door gas te geven. Goede toegankelijke kinderopvang voor alle kinderen vervult daarbij een vliegwielfunctie, want zorgt ervoor dat meer mensen beschikbaar komen voor werk. Ik gebruik veel bronnen, zodat je meer kunt lezen als je dat wil.

De uitdaging
We hebben een personeelsuitdaging in de kinderopvang, net als in de rest van Nederland. Deze is in de kinderopvang extra groot, omdat we in 2025 een stelselwijziging krijgen. De huidige becijfering geeft aan dat we dan ruim 30.000 extra mensen nodig hebben. (Bron: FCB/Kinderopvang werkt! https://www.kinderopvang-werkt.nl/50000-extra-medewerkers-nodig-kinderopvang)

Iedere organisatie spant zich in om de personeelsbezetting rond te krijgen en houden. We realiseren oplossingen zoals het aantrekken van zij-instromers, terugdringen ziekteverzuim, eigen ROC-klassen, etc. En dat moeten we zeker blijven doen. Tegelijk lossen we daarmee het probleem voor de toekomst niet op. Want alle (maatschappelijke) sectoren hebben te maken met een personeelstekort en we vissen in dezelfde vijver. Dus als de kinderopvang een grote groep zij-instromers weet aan te trekken, dan zal die pijn voelbaar zijn in bijvoorbeeld de zorg.

Wij zijn de branchevereniging voor maatschappelijke kinderopvang. Wat betekent dit voor onze aanpak? Naar mijn mening vraagt dit dat we als maatschappelijke sectoren heel goed kijken naar hoe we samen de dingen anders kunnen organiseren.

Laten we eerst nog even inzoomen op een aantal ontwikkelingen van betekenis:

(Dubbele) vergrijzing
Een van de belangrijkste trends in de demografie van Nederland is de voortgaande vergrijzing. In 1950 was minder dan 8 procent van de bevolking 65 jaar of ouder, sindsdien is dat aandeel voortdurend toegenomen. De prognose is een verdere stijging naar 24,4 procent ouderen in 2035. Tot 2040 zet de vergrijzing nog door. (Bron: CBS https://longreads.cbs.nl/regionale-prognose-2022/vergrijzing/).

Daarbij is er sprake van een stijging van het percentage mensen boven de 80 jaar.

Het aantal mensen van 80 jaar of ouder zal naar verwachting stijgen van ruim 800 duizend in 2021 naar tussen de 1,5 en 2,6 miljoen in 2050. De bevolking van 20 tot 65 jaar zal veel minder sterk groeien of zelfs krimpen. Daardoor zijn er in 2050 op elke 80-plusser tussen de 4 en 7 mensen van 20 tot 65 jaar, tegen 12 in 2021. (Bron: eindrapport van de Verkenning Bevolking 2050 van het Demografisch Instituut NIDI en het CBS).

We noemen dit dubbele vergrijzing: naast de toename van het aantal ouderen in de bevolkingsopbouw is er sprake van een toename van het aandeel 80-plussers. Dit heeft tot gevolg dat een kleinere groep werkenden de samenleving draaiende moet houden en het levert een grotere druk op bijvoorbeeld de zorg op.

Mantelzorg
Logischerwijs is het beroep dat we doen op mantelzorgers dus ook steeds groter. (Bron CBS)

En werkenden uit de sector zorg en welzijn zorgen bovengemiddeld vaak voor een hulpbehoevende naaste: 27% van hen doet dat (Bron: arbeidsmarkt-in-kaart-wel-en-niet-werkenden-editie-2.pdf (scp.nl)

De overheid wil graag dat een groter deel van de burgers mantelzorg geeft. Ze hoopt dat dat de groei van de uitgaven aan professionele zorg beperkt en de betrokkenheid in de samenleving vergroot (Van der Ham 2018). De overheid nam de afgelopen decennia daarom verschillende maatregelen die dit moeten bevorderen. Zo stimuleert de overheid ouderen en hulpbehoevenden om langer thuis te wonen. Ook heeft ze een richtlijn opgesteld over hulp die van gezonde huisgenoten verwacht mag worden en spoort ze hulpbehoevenden aan om mensen uit hun eigen netwerk in te schakelen. (Bron: Zorgen werkenden vaker voor hulpbehoevende naasten? | Arbeidsmarkt in kaart: Wel- en niet-werkenden – editie 2 – SCP).

Arbeidsmarktproblematiek maatschappelijke sectoren
In het SER-rapport van mei 2022 wordt ingezoomd op het arbeidsmarktvraagstuk in maatschappelijke sectoren. Het SER-rapport schrijft:

‘Prognoses geven aan dat de behoefte aan extra medewerkers in de zorg, jeugdzorg en het sociaal werk bij ongewijzigde omstandigheden zullen oplopen van 50.000 nu, naar 135.000 in 2031. Hoewel die situatie zich in de praktijk niet zal voordoen omdat zowel de arbeidsmarkt als het beleid zich aanpassen, laat de raming wel zien hoe ernstig en structureel de krapte is. (…) In het onderwijs zijn er met name knelpunten in het primair en voortgezet onderwijs. In het primair onderwijs zijn naar schatting 12.500 extra werknemers nodig (9.100 fte) en in het voortgezet onderwijs 2.100 (1.700 fte).’ (Bron: https://www.ser.nl/-/media/ser/downloads/adviezen/2022/arbeidsmarktproblematiek-maatschappelijke-sectoren.pdf?la=nl&hash=88AD4FC44B716AC123E60F152513B0D8).

Meer werken
De conclusie is dat meer mensen meer uren moeten gaan werken. Dat is nodig om het probleem op de arbeidsmarkt op te lossen, maar ook voor de financiering van de BV Nederland.

In een publicatie van het SCP op basis van data uit 2018, wordt al een krappe arbeidsmarkt beschreven: werkgevers hadden moeite om vacatures te vervullen. Het beleid van de overheid sloot daarbij aan: de overheid streefde naar vergroting van de arbeidsdeelname. Dat deed ze overigens niet alleen om tekorten aan personeel te verminderen. Een belangrijk motief was ook verbetering van de overheidsfinanciën. (Bron: arbeidsmarkt-in-kaart-wel-en-niet-werkenden-editie-2.pdf (scp.nl)

De maatschappij dat zijn wij!
Dit is géén pleidooi voor een rem op de stelselwijziging. Integendeel; dit is een pleidooi om juist nu gas te geven. Het is ook géén pleidooi voor minder dagen kinderopvang of minder lange dagen. Daarmee helpen we namelijk de ouders niet die voor een gigantische uitdaging staan. Wij vragen van deze mensen dat ze beiden werken, dat ze liefst ook meer en langer werken én dat ze ook meer mantelzorg leveren. Dan hebben deze ouders kinderopvang nodig.

Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de aanpak van de personeelsuitdaging?

  1. Kinderopvang als vliegwiel om van probleem naar oplossing te komen. Door als samenleving te zorgen voor voldoende personeel in de kinderopvang wordt in één klap de landelijke personeelsuitdaging aangepakt. Want met ruimschoots beschikbare kinderopvang kan – gezien de hoge deeltijdfactor in Nederland – veel onbenut potentieel aan het werk.
  2. We kunnen als maatschappelijke kinderopvangorganisaties onze ogen niet sluiten voor het brede probleem van het personeelstekort. We zullen anders moeten organiseren én vooral oplossingen zoeken samen met partners.

Kinderopvang als vliegwiel
De kinderopvang speelt een cruciale rol in het oplossen van deze landelijke uitdaging. Want één pedagogisch medewerker maakt het mogelijk dat 6 tot 10 ouders kunnen werken (bron: FCB/Kinderopvang werkt!). Iedere medewerker extra die we werven voor de kinderopvang is een investering in onze gezamenlijke toekomst. Want zonder hen zit waardevol Nederlands potentieel noodgedwongen thuis en dit zal zichtbaar worden in een neerwaartse economische ontwikkeling van ons land.

Anders organiseren… Hoe dan?
In deel 2 van ‘De personeelsuitdaging‘ hebben jullie kunnen lezen over de expeditie van Blosse kinderopvang. Zij zetten een beweging in gang binnen hun organisatie om mensen anders, toekomstgericht en in oplossingen te laten denken.

Uit de interviews kwamen ook andere ideeën naar voren. Zowel binnen als buiten onze sector wordt er gezocht naar oplossingen.

Andere sectoren
In andere sectoren is men al langer bezig met anders organiseren, met name in de zorg. De ouderenzorg en de gehandicaptenzorg hebben te maken met de dubbele vergrijzing. Steeds meer mensen in de zorg (vanwege het ouder worden van de mensen) en uitstroom van het vergrijsde deel van het personeelsbestand, die niet wordt goedgemaakt door nieuwe instroom. Door demografie dus.

In die sectoren wordt gekeken naar bijvoorbeeld het inzetten van andere mensen, zoals familie en vrijwilligers. Ook wordt er gewerkt en geëxperimenteerd met de inzet van digitale middelen. Feit is dat de zorg minder is dicht gereguleerd op de personele inzet (geen BKR).

Niet alle oplossingen uit andere sectoren zullen ons feestelijk in de oren klinken. Wel denk ik dat het altijd beter is er proactief over na te denken, omdat je dan meer zelf kan sturen in hoe het eruit komt te zien.

Binnen onze sector
Ook onder de leden van de BMK zijn er veel verschillende ideeën van bestuurders over hoe we het richting de toekomst moeten organiseren.

Een paar voorbeelden:

  • Maak modulaire opleidingen met brede basis, zodat mensen makkelijk kunnen switchen gedurende hun loopbaan en makkelijker combinaties kunnen maken. Bijvoorbeeld: in de ochtend werken in de zorg en in de middag in de BSO.
  • We zitten in een systeemkanteling, kies er dan ook voor met z’n allen echt opnieuw te kijken, kies voor echte transitie.
  • Laat ook medewerkers met een MBO-2 opleiding volwaardig meedraaien en maak groepshulpen intallig. Of laat mensen in opleiding (ongeacht niveau) intallig meedraaien en zet daar extra (pedagogische) coaching op.
  • Echt mixen van onderwijs en kinderopvang met een nieuw functiehuis en het anders organiseren van de dag voor kinderen. Koppel een groep kinderen aan drie lokalen en laat ze rouleren, ook rekening houdend met het bioritme van kinderen. Biedt een dag inclusief warme maaltijd.
  • Met name de BSO totaal anders vormgeven: loslaten stamgroepen, loslaten BKR, gewoon kijken welke mensen in een team samen voor een rijk aanbod voor kinderen kunnen zorgen. Dat kunnen ook vrijwilligers zijn of vaklieden, zoals een timmerman/vrouw, kapper, etc.

We hebben maar één vijver met mensen in dit land. En we staan voor majeure uitdagingen. Die vragen een langetermijnperspectief. Door samen te investeren in meer kinderopvang lossen we het probleem van andere sectoren ook op. En laten we vooral ook elkaar blijven inspireren om te innoveren samen met alle partijen die van betekenis zijn in het leven van kinderen en ouders: welzijn, zorg, onderwijs, de opleidingen, cultuur, sport, etc. En niet te vergeten de ouders en kinderen zelf.

Want de maatschappij dat zijn wij!

 

 

 

 

Deel dit nieuwsbericht