Algemeen Overleg Tweede Kamer over kinderopvang d.d. 21 april 2022

Op 21 april plaatsen we een kort bericht over dit debat met een link naar het debat zelf. Lees het bericht.

De Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) sprak op 21 april voor het eerst sinds jaren weer over de kinderopvang. De laatste keer was maar liefst drie jaar geleden, vanaf nu zal er vaker overleg zijn tussen Kamer en Minister. Alle commissieleden en de Minister spraken hun enorme waardering voor de kinderopvang uit. De rol die kinderopvang in de coronacrisis heeft gespeeld is zeker niet onopgemerkt gebleven. Woorden als ‘helden’, ‘hulde’, ‘redding voor mensen met een cruciaal beroep’, ‘dankbaar’, ‘bewondering’ en Minister Van Gennip die zegt: ‘kinderopvang heeft Nederland in coronatijd draaiend gehouden’. Laten we deze complimenten met een strik erom aan de muur hangen!

De BMK heeft de commissie vooraf in een brief (linkje) een drietal aandachtspunten meegegeven:

  1. De betaalbaarheid van kinderopvang, vooral voor de laagste inkomens die van 96% vergoeding naar 95% gaan.
  2. Een pleidooi voor een realistisch vast tarief, met een verbod op een additionele ouderbijdrage (boven de 5%) om het risico van het prijsopdrijvende effect weg te nemen, met flankerende maatregelen om regionale verschillen te vereffenen en de dynamiek en innovatieve kracht van de kinderopvang te behouden.
  3. Een duurzame inrichting van het stelsel en het voorbereiden van verdere stappen voor een uitbreiding naar kinderopvang voor alle kinderen (het laten vallen van de arbeidseis) tijdens deze kabinetsperiode. En er moet zo snel mogelijk een uitvoeringsorganisatie geselecteerd worden.

Deze drie punten zijn uitgebreid aan de orde geweest. We delen onze conclusies graag met jullie.

Betaalbaarheid

Meerdere Kamerleden hebben gevraagd om de laagste inkomens te ontzien. De Minister is echter van mening dat er voldoende maatregelen in het regeerakkoord zitten om de betaalbaarheid van kinderopvang voor de laagste inkomens te borgen, zoals de verhoging van het minimumloon. Niet alle Kamerleden delen deze conclusie. Als de Kamer dit toch zou willen, dan zal dat uit de 2,2 miljard moeten (en hoe dan?), stelde de Minister, of de Kamer moet daar zelf elders geld voor zien te vinden. Het besluit om kinderopvang helemaal gratis te maken zal een volgend kabinet moeten nemen. De vraag van D66 of dit kabinet er wel voor wil zorgen dat het stelsel dit mogelijk maakt, beantwoordde de minister met een volmondig ja. Ze wil wel de gedragseffecten van de 95%-vergoeding onderzoeken, ook al bij het loslaten van de koppeling gewerkte uren (KGU) in 2023.

Vast tarief met een verbod op een additionele ouderbijdrage

Ook dit is veelvuldig aan de orde geweest. Het feit dat de overheid 95% van de kosten gaat vergoeden ontlokte de minister de uitspraak dat een grote mate van overheidsfinanciering tot een grotere verantwoordelijkheid leidt om ons belastinggeld voor de kinderopvang te behouden. De deelnemers aan het debat zien het werken met een vaste uurprijs zonder additionele ouderbijdrage en het tegengaan van weglekkende winsten als manieren om gelden voor de kinderopvang te behouden. De Minister zet een breed onderzoek uit om alle mogelijke manieren, waaronder deze twee, met voor- en nadelen in kaart te laten brengen. De onderzoeksresultaten komen eind 2022 en zullen in het eerste kwartaal van 2023 met de Kamer besproken worden. De Minister in antwoord op een vraag van de SP: “ik vind het niet wenselijk dat overwinsten naar private equity gaan, maar ik wil wel de dynamiek in de sector vasthouden”. Enkele partijen spraken zich al wel nadrukkelijk uit voor een vast uurtarief zonder additionele ouderbijdrage of spraken zich uit tegen winstuitkeringen. Het is afwachten welke maatregelen het kabinet zal nemen als de onderzoeksresultaten eind 2022 bekend zijn. Enkele Kamerleden gaven aan dat de uurprijs realistisch moet zijn, zo wil D66 een prijs die voor zeker 80% van de ondernemers passend is.

Voortgang duurzame stelselherziening

De Kamer en de Minister zijn het erover eens dat het ontwikkelen van beleid tegelijkertijd op moet gaan met de uitvoering. Zo wordt nu bijvoorbeeld onderzocht welke organisatie de rechtstreekse financiering gaat uitvoeren. ABD Topconsult voert dat onderzoek uit. Het pleidooi voor voortvarendheid van de BMK zit goed tussen de oren. Naar ons idee is er zeker ook bereidheid om het stelsel zo in te richten dat verdergaande stappen op een later moment mogelijk zijn.

Personeelstekort

Er is ook uitgebreid gesproken over het personeelstekort in de kinderopvang. De Minister kreeg vragen over kwesties die hoofdzakelijk bij de sociale partners liggen, bijvoorbeeld over de arbeidsvoorwaarden in de kinderopvang en de (te strikte) kwalificatie-eisen voor zijinstromers. De Minister werd gevraagd werk te maken van combinatiebanen en het verhogen van de deeltijdfactor. Er komt binnenkort een kabinetsbrede brief over mogelijke oplossingsrichtingen voor de personeelstekorten in alle sectoren.

Ook was er discussie over de versoepelende maatregelen die het kabinet afgelopen najaar aankondigde (inzet BBL’ers en coulance). Partijen uitten hun zorg over mogelijk negatieve effecten op de kwaliteit van de kinderopvang. De Minister gaf aan de zorgen te snappen en dat deze maatregelen per definitie tijdelijk zijn, maar dat ze het nu te vroeg vindt om conclusies te trekken.

Overig

Dit kabinet legt geen prioriteit bij de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang. De Minister stelde dat dat nu niet kan, doordat we met twee verschillende stelsels werken. Er komt nu dus, in de woorden van de Minister, geen verdere integratie onderwijs en kinderopvang. De Minister verwees wel naar de plannen rondom de rijke schooldag waarin de bso een belangrijke rol speelt.

Verder maakte Van Gennip melding van het onderzoek dat SZW samen met VWS en OCW laat uitvoeren naar de vraag wat er nodig is om inclusieve kinderopvang te bieden. Dat dit een thema is voor drie ministeries is goed nieuws.

Al met al een goed, inhoudelijk en hoopgevend debat.

 

Deel dit nieuwsbericht