Principeakkoord over nieuwe Cao Kinderopvang

De onderhandelingsdelegaties van de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) en de Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) hebben samen met de onderhandelingsdelegaties van FNV Zorg en Welzijn en CNV Zorg en Welzijn een principeakkoord bereikt over de nieuwe Cao Kinderopvang. Zij zullen dit principeakkoord nog voorleggen aan hun leden. Een korte weergave van enkele hoofdpunten uit het bereikte akkoord:

Looptijd
De cao heeft een looptijd van 1,5 jaar (18 maanden): 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2021.

Loon
Zie nieuwsbericht 14/02/2020

Levensfasebudget

Medewerkers kunnen in iedere levensfase behoefte hebben aan extra verlof om, met het oog op hun duurzame inzetbaarheid, tijdelijk minder of niet te hoeven werken. Daarom wordt in de cao opgenomen dat medewerkers kunnen sparen voor een levensfasebudget. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de cao al kent voor het sparen van bovenwettelijk vakantieverlof en extra gewerkte uren.

Het levensfasebudget kan ieder jaar gevuld worden met het bovenwettelijk vakantieverlof (66 uur op fulltime basis) en maximaal twee keer de gemiddelde arbeidsduur per week aan extra gewerkte uren (dus maximaal 72 uur op fulltime basis). Deze uren worden aan het einde van het jaar in geld toegevoegd aan het levensfasebudget op basis van het op 31 december van dat jaar geldende salaris. Het levensfasebudget wordt niet geïndexeerd.

De medewerkers kunnen verlof opnemen voor de volgende doelen:

  • Extra ouderschapsverlof;
  • Zorgverlof of mantelzorg;
  • Wekelijks of tijdelijk minder werken in verband met ouder worden of voorkomen van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid;
  • Langdurig verlof (sabbatical).

Als een medewerker verlof wil opnemen voor één of meer van deze doelen, wordt dit uit het levensfasebudget betaald tegen het uursalaris dat geldt op het moment van opnemen. Het verlof wordt in overleg met de werkgever opgenomen op (een) vaste dag(en) of dagde(e)l(en), zodat van te tevoren duidelijk is wanneer medewerkers afwezig zijn en werkgevers tijdig vervanging kunnen regelen.

Niet-groepsgebonden uren

Om de regeling over de niet-groepsgebonden uren te verduidelijken en bij te dragen aan vermindering van de door medewerkers ervaren werkdruk, zijn de volgende afspraken gemaakt:

  • De al bestaande definitie van ‘niet-groepsgebonden werk’ wordt opgenomen in de begripsbepaling in de cao (artikel 1.1).
  • Er wordt een brochure ontwikkeld met een duidelijke uitleg over de toepassing van de regeling in de praktijk, met onder andere enkele voorbeelden van wat wel en niet valt onder niet-groepsgebonden werk, een toelichting op de berekeningswijze en enkele praktijkvoorbeelden van ondernemingsregelingen. In de cao wordt een verwijzing opgenomen naar deze brochure.
  • Het aantal niet-groepsgebonden uren wordt verhoogd van minimaal 37,5 naar minimaal 46 uur per fte pedagogisch medewerker per jaar per vestiging. Deze uren zijn geen individueel recht per medewerker, maar werkgevers kunnen zelf bepalen hoe zij deze uren over de medewerkers verdelen.

Op ondernemingsniveau moet net als voorheen een ondernemingsregeling worden vastgesteld met de medezeggenschap.

Gratificatie

Werkgevers krijgen de mogelijkheid om vanwege een bijzondere reden een gratificatie toe te kennen aan een groep medewerkers of aan alle medewerkers, mits zij hiervoor een regeling vaststellen met instemming van de medezeggenschap.

Diplomalijst

Om tegemoet te komen aan de huidige arbeidsmarktkrapte en de vragen uit de praktijk wordt de Gelijkstellingscommissie om advies gevraagd wat aanvullend nodig is om de volgende diploma’s (weer) toe te voegen aan de lijst met kwalificerende diploma’s voor de functie pedagogisch medewerker: Hbo Jeugdwelzijnswerk; Agogisch Werk; Verzorgende IG, profiel Kraamzorg. Daarnaast blijft voor medewerkers met een vervallen diploma uiteraard de weg openstaan van een gelijkstellingsverzoek.

Leren en ontwikkelen

Er wordt een eerste stap gezet naar een gedeelde verantwoordelijkheid van werkgever en medewerkers voor leren en ontwikkelen. Werkgevers krijgen de mogelijkheid om onder omstandigheden aan medewerkers te vragen om hier ook zelf in te investeren, bijvoorbeeld door vrijwillige bovenwettelijke scholing geheel of gedeeltelijk in eigen tijd te volgen. En medewerkers krijgen de mogelijkheid om de werkgever te vragen om bij te bij te dragen aan door hen gewenste bovenwettelijke scholing. Daarnaast ontwikkelen cao-partijen gedurende de looptijd van de cao een visie op leren en ontwikkelen.

Beroepscode

Tijdens de looptijd van de cao zullen cao-partijen een beroepscode ontwikkelen. Een beroepscode biedt medewerkers een handvat om hun vak op de goede manier uit te oefenen. En het draagt bij aan hun beroepstrots. Als onderdeel van dit proces zal ook een inventarisatie worden gemaakt van de wensen en mogelijkheden voor het eventueel invoeren van vrijwillige beroepsregistratie. Uiteraard zullen pedagogisch medewerkers bij dit proces betrokken worden. Als voorwaarde voor de beroepscode en eventuele vrijwillige registratie geldt dat dit niet tot administratieve druk mag leiden

Licht huishoudelijk werk

Het uitvoeren van licht huishoudelijk werk is onderdeel van de functie van pedagogisch medewerker. Om duidelijk af te bakenen om welke werkzaamheden het gaat, wordt de definitie van licht huishoudelijk werk in de cao verduidelijkt (artikel 1.1 a2).

Geboorteverlof

De bepalingen in de cao omtrent bevallingsverlof en kraamverlof worden verduidelijkt en in lijn gebracht met de Wet Invoering Extra Geboorteverlof.

Jubileumtoeslag

De cao-bepaling over de jubileumtoeslag wordt zo aangepast dat de jubileumtoeslag geldt voor de dienstjaren bij de huidige werkgever en zijn rechtsvoorgangers (ongeacht de sector) en niet langer wordt berekend over alle dienstjaren in de sectoren kinderopvang en sociaal werk (ongeacht of er sprake is van een rechtsvoorganger). De nieuwe regeling geldt voor medewerkers die in dienst (zijn) (ge)komen vanaf 1 januari 2020. De oude regeling blijft gelden voor medewerkers die op die datum in dienst zijn en voor peuterspeelzaalmedewerkers die op die datum in dienst zijn en na die datum vanuit de Cao Sociaal Werk overgaan naar de Cao Kinderopvang.

Re-integratie 35-minners

De cao-bepaling over de re-integratie van medewerkers die voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn, wordt aangepast. Dit om duidelijk te maken dat het uitgangspunt blijft dat deze medewerkers na 104 weken niet worden ontslagen, maar dat dit wel kan ingeval er geen re-integratiemogelijkheden meer zijn, terwijl werkgever en werknemer zich binnen die periode wel aantoonbaar hebben ingespannen om een passende functie te vinden binnen of buiten de organisatie van de werkgever.

Beoordelen

In de cao-bepaling over functionerings- en beoordelingsgesprekken wordt opgenomen dat de werkgever met instemming van de medezeggenschap een regeling kan afspreken voor het op een andere wijze dan via een beoordelingsgesprek beoordelen van medewerkers c.q. reflecteren op het functioneren van medewerkers.

Overgang peuterspeelzalen

Naast het principeakkoord over de nieuwe cao is een principeakkoord gesloten over de overgang van peuterspeelzalen van de Cao Sociaal Werk naar de Cao Kinderopvang. Zie hiervoor het nieuwsbericht van 27 februari 2020.

Wat vindt de BMK?

De BMK is blij met dit principeakkoord dat recht doet aan de ontwikkelingen in onze sector, een kwaliteitsimpuls met zich meebrengt en oog heeft voor de belangen van zowel werkgevers als medewerkers.

Met deze afspraken geven we blijk van waardering voor de inzet en professionaliteit van medewerkers in de kinderopvang. Met de loonsontwikkeling die we zijn overeengekomen blijven we in de pas lopen met andere (aanverwante) sectoren, zoals zorg en welzijn. Daarnaast komt de eindejaarsuitkering terug op verzoek van veel medewerkers in de kinderopvang. Tenslotte dragen de afspraken over het levensfasebudget en de afspraken over meer werkplezier en minder werkdruk bij aan een goede werk-privé balans van medewerkers.

De uitbreiding van de niet groepsgebonden uren ziet de BMK als een investering in de kwaliteit van onze dienstverlening. Daarnaast zijn we blij dat we afspraken hebben gemaakt over de concrete invulling van deze niet groepsgebonden uren.

Er wordt een beroepscode ontwikkelt die handvatten geeft aan medewerkers bij het (ethisch) correct invulling geven van hun vak.

We zijn verheugd dat er een eerste stap is gezet in de bovenwettelijke scholing met een gedeelde verantwoordelijkheid voor werkgevers en medewerkers. De BMK hecht veel belang aan investeringen in scholing zodat medewerkers zich blijven ontwikkelen. Enerzijds omdat dit bijdraagt aan de kwaliteit van de kinderopvang. Anderzijds omdat dit bijdraagt aan de inzetbaarheid van medewerkers. Gedurende de looptijd van deze cao zullen cao-partijen samen een visie ontwikkelen op leren en ontwikkelen in de kinderopvang.

Hoe nu verder?

De cao-partijen zullen de principeakkoorden apart voorleggen aan hun leden. De BMK zal dat doen tijdens een Algemene Ledenvergadering (ALV) in de eerste week van maart.

Integrale tekst van het principeakkoord voor de cao.

De integrale tekst van het principeakkoord voor de overgang van peuterspeelzalen naar de Cao Kinderopvang volgt op een later moment.

 

Deel dit nieuwsbericht