“Doen onze scholen ook dienst als kinderopvang, ja of nee?”, vraagt Irene van den Berg zich af in haar column Basisscholen wel degelijk als kinderopvang, in het AD van 4 juli. De paniek slaat toe bij haar na een blik op het rooster voor het komende jaar; boordevol vakanties, studiedagen en andere lesvrije dagen: ‘Ik voelde de stress meteen opborrelen. Als de school geen kinderopvang is, hoe gaan we dat dan allemaal regelen?’

De vraag is begrijpelijk in de context van de sluiting van onderwijs en kinderopvang dit voorjaar en de consequenties voor jonge ouders. Maar de vraag is ook kenmerkend voor de houding en de verwachting van ouders in ons land wat betreft de rol van onderwijs en kinderopvang.

Nu is het bekend dat Nederland minder op heeft met kinderopvang dan de landen om ons  heen. Mede als gevolg daarvan werken veel vrouwen in Nederland in deeltijd. En dat heeft weer tot gevolg dat het ouderschapsverlof redelijk beperkt is. Dan bedenk je je immers wel twee keer als je baby nauwelijks drie maanden is, om (weer) fulltime te gaan werken. En zo is de cirkel rond, houden we de situatie in stand en rennen we ons allemaal een slag in de rondte.

Kunst en vliegwerk
Maar waarom zou je als ouder accepteren dat in de 21ste eeuw, waarin we tot vrijwel alles in staat zijn, er nog steeds kunst en vliegwerk nodig is om een loopbaan te combineren met jonge kinderen? Dat een land dat een kenniseconomie wil zijn, alles doet behálve investeren in de ontwikkeling van haar jongste workforce? Het minste wat je van die overheid mag verwachten is dat ze regelt dat scholen en kinderopvang naadloos op elkaar aansluiten, sterker nog; volledig geïntegreerd zijn. En dat kinderopvang gratis toegankelijk is voor een groot deel van de week.

Maar kunnen we wel van ouders verwachten dat ze een helder beeld hebben van hoe zo’n dag eruit zou kunnen zien en dat kinderopvang meer is dan een oplossing voor praktische problemen? Weten ouders in Nederland dat er op veel plaatsen al sprake is van volledige integratie tussen kinderopvang en basisonderwijs en dat kinderen hier enorm veel baat bij hebben? En ouders vanzelfsprekend ook.

Wat vinden we belangrijk als onze kinderen opgroeien?
Misschien ligt daar ook een rol voor de kinderopvang zelf. Misschien is het aan ons, de professionals om de juiste vragen te stellen. Aan onszelf en aan ouders. Want ergens gaat het mis als ouders  denken dat kinderopvang het antwoord is op de vraag ’hoe lossen we het probleem van de studiedagen en vakanties op?’ Fundamenteler is de vraag ‘Wat vinden we belangrijk als onze kinderen opgroeien en zich ontwikkelen tot volwassenen?’ Veel ouders met een kinderwens zullen zichzelf die vraag gesteld hebben. Maar we vergeten natuurlijk onze grote idealen in de waan van de dag als we brandjes moeten blussen. En laten we eerlijk zijn, dat geldt niet alleen voor ouders.

Maar juist op dit moment is de vraag ‘Wat vinden we belangrijk als onze kinderen opgroeien?’ relevant. We staan aan de vooravond van grote veranderingen in het stelsel dat jonge kinderen opvangt, ontwikkelt en schoolt. Veranderingen die nu in een stroomversnelling raken door alles wat er mis ging in de affaire ‘kinderopvangtoeslag’ bij de Belastingdienst. Maar ook als gevolg van de compensatieregeling ‘eigen bijdrage ouders’ waardoor de overheid zelf aan den lijve ondervindt wat een gedrocht de huidige financiering van de kinderopvang eigenlijk is. En de media doen daar nog een schepje bovenop door te berichten over gaten in ons hybride stelsel van kinderopvang waardoor het mogelijk is dat winsten weggesluisd worden via exotische belastingparadijzen. En zeker nu, in de aanloop naar de Tweede Kamer verkiezingen voorjaar 2021, is er veel aandacht voor zowel de financiering van de kinderopvang, als voor de inrichting van het stelsel waar we onze nul- tot twaalfjarigen onder brengen.

Het systeem hapert en knelt. Maar hoe dan wel?

Een voorjaar van waardevolle aanbevelingen
Gelukkig verschenen dit voorjaar een aantal goede en waardevolle studies en rapporten[i] in navolging van het SER-advies uit 2016 [ii] dat sluitende dagarrangementen voorstelde zonder de versnippering van het huidige stelsel en waarin kinderopvang en onderwijs samenwerken. Deze studies bieden  nieuwe en waardevolle aanbevelingen hoe we het beter kunnen organiseren voor onze nul- tot twaalfjarigen. In juni verscheen het breed aangevlogen rapport van het Platform de Toekomst van Arbeid waarin de BMK participeerde en waarin onze maatschappelijke kijk op kinderopvang[iii] is meegenomen. Het onderdeel dat gaat over het jonge kind geeft een coherente visie op de ontwikkeling van het jonge kind en dit zien we terug in de aanbevelingen. De concrete voorstellen gaan over een anders ingericht ouderschapsverlof, een ‘speelleerschool’ voor kinderen van nul tot zes jaar en voor de zes- tot twaalfjarigen een brede schooldag waar naast school een brede talentontwikkeling centraal staat. En niet alleen kinderen profiteren hier zelfsprekend van.

Politieke partijen doen hun voordeel met deze zeer actuele en goed onderbouwde adviezen en nemen de voorstellen over in hun partijprogramma’s. Ook zij voelen dat het bestaande stelsel heeft afgedaan en het tijd is voor vernieuwingen binnen onderwijs en kinderopvang. D66 deelt in de Volkskrant van 8 juli haar visie op onderwijs en kinderopvang: “De complete ommezwaai in het onderwijs van D66: ‘Bied elk kind een rijke schooldag”. Ofwel; een sluitend ‘dagarrangement’ voor kinderen van nul tot twaalf jaar; een integratie tussen kinderopvang en school, betaalt door de overheid.

Werk aan de winkel!
Nu zijn partijprogramma’s niet de plek voor drukbezette ouders om hun kennis te verdiepen of eens goed hun licht op te steken wat de stand van zaken is als het gaat om –  in dit geval – goede professionele kinderopvang en de integratie met onderwijs. Bovendien zijn begrippen als ‘sluitende dagarrangementen’, intergraal kind centrum’, en zeker ‘de basisvoorziening’ geen gemeengoed onder ouders. ‘Brede talentontwikkeling’, dat klinkt al leuker maar waarschijnlijk kunnen de meeste ouders zich ook hier niet echt een voorstelling van maken wat het zou betekenen voor hun kind. En waarom dit zo belangrijk kan zijn voor hun kind. Maar wie kan dat beter uitleggen dan wijzelf?

Waar wachten we nog op? Wat vinden wij, de kinderopvang zelf, belangrijk als kinderen opgroeien en zich ontwikkelen tot volwassenen? Kinderopvang die zichzelf deze vraag stelt is zich bewust van haar verantwoordelijkheid en kan als geen ander met ouders delen wat goede, professionele kinderopvang betekent. We staan ouders bij in hun opvoedkundige taak, kijken goed naar het gedrag van kinderen, spelen in op talentontwikkeling en stimuleren sociale vaardigheden. Op al deze terreinen vormen we een belangrijke partner in het netwerk van professionele organisaties rondom het kind. We willen ervoor zorgen dat kinderen en hun ouders ontspannen kunnen leven en werken in de dynamiek die onze samenleving kenmerkt. Ouders hoeven met minder geen genoegen te nemen.

Werk aan de winkel! Ga het gesprek aan in de breedste zin van het woord. Zeker nu we in de unieke situatie zitten dat een vastgelopen stelsel wellicht op de schop gaat en plaats maakt voor een eigentijdse omgeving voor kinderen dat naadloos aansluit op hun behoeften en ontwikkeling. Een omgeving die ouders ontzorgt zodat zij ontspannen naar hun werk gaan en ontspannen hun kinderen ophalen na een rijke ontwikkeldag in het kindcentrum. Een  plek waar alle kinderen tussen nul en twaalf jaar naartoe gaan omdat deze top-voorziening gratis wordt aangeboden door de overheid. Omdat de overheid er voor kiest te investeren in onze kinderen omdat onze kinderen over twintig à dertig jaar Nederland besturen. Daarom is 17 maart 2021 niet alleen voor kinderen en hun ouders een heel belangrijke datum, maar bottom-line heeft heel Nederland er op termijn baat bij dat onze regering gaat investeren in een duurzaam innovatief stelsel voor alle jonge kinderen tussen nul en twaalf 12 jaar.

Tijd om te laten zien welke rijkdom we kinderen te bieden hebben, om onze deuren te open voor ouders die nieuwsgierig zijn en meer willen weten over wat belangrijk is als hun kinderen opgroeien en zich ontwikkelen tot volwassenen met zelfvertrouwen, een positief zelfbeeld en zicht op hun eigen talenten. Tijd om hiermee als kinderopvang actief naar buiten te treden!

De komende weken gaan we hiermee aan de slag. Voel je ervoor hieraan bij te dragen, heb je ideeën, en vind je het belangrijk mee te denken en mee te doen? Laat het me weten! Of wil je het gesprek met ons hierover aangaan; nodig ons uit. Neem contact op met mij via smid@bmko.nl of bel: 06 -15 95 73 52

Door: Hélène Smid 

De BMK vertegenwoordigt de maatschappelijke ondernemers in de kinderopvangbranche en voelt zich verantwoordelijk voor de ontwikkeling van kinderen, onze burgers van morgen. Wij nemen onze verantwoordelijkheden in deze veranderende samenleving serieus. In ons Strategisch Beleidsplan 2020-2024 nemen we je mee in onze ambitie voor de komende vier jaar!

 


[i] Waaronder: ‘Investeren in mensen’ door het Platform de Toekomst van Arbeid (2020), het IBO Deeltijdwerk (2020), IBO Toeslagen deel 2 (2020).

[ii] ‘Gelijk goed van Start’, SER (2016)

[iii] Manifest ‘Veranker de unieke expertise van kinderopvang’ (2019)

Deel dit nieuwsbericht