Hoe gaat het nu met de inzet en uitvoering van deze NPO-middelen? Wat kunnen we van elkaar leren? We delen graag inspirerende voorbeelden van samenwerking tussen kinderopvang en scholen, want er staat ons zeker nog iets te doen! 77% van de schooldirecteuren is nog niet tevreden met wat ze met de NPO middelen doen bleek uit de AVS enquête, hoe kunnen wij vanuit verbinding met het onderwijs meer betekenen?
‘De huidige generatie leerlingen en studenten verdient, ondanks de coronacrisis, alle kansen op volwaardig onderwijs en een goede toekomst’, aldus het kabinet in 2021. De jongste generaties in ons land worden hard geraakt door corona. Het leren is vertraagd, het sociale leven stond lang stil. De pijn van de pandemie verdient extra aandacht.
Daarom trekt de overheid in totaal € 8,5 miljard uit voor het NPO en helpt zij leervertraging in te halen en het onderwijs te verbeteren. Dit investeren onderwijsinstellingen in de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023 (en mogelijk wordt dit nog met 2 schooljaren uitgebreid) in de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van leerlingen en studenten, en in het inhalen van de coronavertragingen. Daarvoor kiezen ze uit een menukaart van kansrijke interventies.
Betrokkenheid BMK
De BMK is vanaf het begin heel betrokken geweest bij het NPO. Vanuit onze maatschappelijke opdracht leveren we specifieke kennis en kunde, en daarmee een wezenlijke bijdrage aan dit programma. Met het geld dat door het programma beschikbaar komt, kan een samenhangend aanbod ingericht worden om de kansengelijkheid te bevorderen en de eventuele extra achterstanden die door de coronacrisis zijn ontstaan, weg te werken. De NPO-middelen zijn bedoeld voor het primair en middelbaar onderwijs en via de scholen en gemeenten kan de kinderopvang bijdragen aan ditzelfde doel. Scholen ontvangen gelden rechtstreeks, maar er gaan ook budgetten naar gemeenten om interventies in een breder perspectief in te richten, bij voorkeur in samenwerking met de kinderopvang. De BMK heeft met succes bij de Ministeries aangegeven dat de kinderopvang vanuit de maatschappelijke opdracht om iéder kind een goede start te bieden, een bijdrage kan leveren aan (extra) ondersteuning van het jonge kind; aan kinderen vanaf nul jaar en vanaf de basisschoolleeftijd.
Handreikingen
Door het Ministerie OC&W is in afstemming met de BMK een handreiking gemaakt over de inzet van bso-medewerkers op school ten behoeve van het NPO.
Toen de bestedingsdoelen en de budgetten voor de gemeenten ook bekend werden gemaakt is naar aanleiding hiervan is ook een overzicht van maatregelen in de voorschoolse periode opgesteld. In dit overzicht zijn naast de mogelijkheden voor maatregelen vanuit het NPO voor de voorschoolse periode, ook de andere doelen opgenomen waaraan de gemeente het geld mag besteden.
Oproep: ga met scholen in gesprek
Uit onze overleggen met de onderwijskoepels blijkt dat veel scholen nog steeds zoekende zijn en graag samenwerken met de kinderopvang. De menukaart geeft scholen veel ruimte om hun eigen plan te maken en zo goed mogelijk te profiteren van het NPO. Scholen maken inzichtelijk op welke punten aanvullende expertise en extra capaciteit nodig is. Het advies van het Miniserie van OC&W is hierbij een brede blik te hanteren en ook te kijken naar hulp van buiten de school.
Er staat ons nog iets te doen!
Hoe gaat het nu met de inzet en uitvoering van de NPO-middelen? Uit een peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders blijkt dat ons iets te doen staat!
Schoolleiders zijn nog niet tevreden over wat ze uit de inzet van de NPO middelen halen. Op de vraag in hoeverre het lukt om uitvoering te geven aan het NPO na corona, antwoordt 10,58% van de respondenten ‘slecht’ en 38, 05% ‘matig’. Op de vraag ‘Haal je uit het NPO wat er in zit?’, antwoordt 77,13% van de respondenten ‘nee’. Naast de vertragingen op de ‘schoolse’ vakken maken schoolleiders zich zorgen over het welbevinden van leerlingen en de executieve vaardigheden.
Scholen en kinderopvang; gezamenlijke plannen
Scholen en kinderopvang zoeken elkaar op veel plekken op om gezamenlijk plannen te maken. Het grootste deel van het beschikbare geld gaat naar de scholen. Vanuit de kinderopvang kunnen we een aanbod realiseren dat deels uit bestaande middelen gefinancierd wordt en deels aanvullende middelen nodig heeft.
- Het NPO benoemt nadrukkelijk dat ook BSO-medewerkers ingezet mogen worden, dit kan de maatschappelijke kinderopvang helpen pedagogisch medewerkers samen met het onderwijs betere en bredere contracten te bieden (bijvoorbeeld van 11.30 tot 19.00 uur). Nu werken er vooral in de BSO nog veel mensen met zogenoemde sprokkelcontracten. Deze groep werkt maar een paar uur en daarvan kunnen ze niet rondkomen. De grootste uitstroom zien we dan bij BSO-medewerkers. Die groep kunnen we met voltijdcontracten (combinatiebanen) binnenboord houden;
- Het NPO -mét de inzet van de BSO-medewerkers, zouden we als overgangsperiode kunnen zien naar een bredere toegang tot kinderopvang in de toekomst. Dit kabinet heeft gekozen voor (bijna) gratis toegang tot kinderopvang voor werkende ouders. Onze conclusie is dat het kabinet hiermee kiest voor het scenario “eenvoudigere en betaalbare voorzieningen voor werkende ouders” uit het Eindrapport SVK (Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen). De scenario’s worden in het rapport als volgtijdelijk gepresenteerd en dit scenario kost 3 á 4 jaar volgens het rapport. Het door BMK gewenste scenario met brede toegankelijkheid “kindvoorzieningen voor alle gezinnen” volgt op dit scenario en duurt nog iets langer. Het is met andere woorden de eerste stap op weg naar een basisvoorziening voor ieder kind, dus ook voor niet-werkende ouders.
- Door kinderen een gezamenlijk aanbod te doen, maar voor kinderen van wie de ouders werken, te financieren via de kinderopvang. En voor kinderen van wie de ouders niet werken, vanuit de NPO middelen, rijke schooldagmiddelen uit het coalitieakkoord en bundeling met gemeentelijke onderwijs achterstandsmiddelen.
Mooie voorbeelden BMK-leden
De samenwerking gaat in de ene situatie makkelijker dan in de andere situatie, maar overal is de intentie om tot een samenhangend plan te komen.
Hieronder delen we ter inspiratie voor kinderopvang en scholen nogmaals drie voorbeelden van samenwerking van BMK-leden binnen het NPO;
- Spring Kinderopvangmaakte een ‘gezamenlijke aanpak KOV in het NPO’ waarin geconcretiseerd wordt hoe de bijdrage van kinderopvang vorm krijgt binnen het NPO. In een overzicht koppelt Spring de mogelijkheden van de kinderopvang aan de menukaart NPO. Dit overzicht is ook goed bruikbaar voor andere kinderopvangorganisaties. Ook deelt Spring tips voor een goede dialoog met scholen.
- Junis en de Drie ballonnen ondersteunen het NPO: ‘Junis en DBB Nationaal Programma Onderwijs‘ en ‘Keuzeaanbod expertise kinderopvang Junis en de drie ballonnen‘. Ondersteund door pedagogische kennis en ervaring streven zij ernaar samen met de school kinderen de beste ontwikkelkansen bieden. Hiervoor hebben zij een ‘keuzeaanbod’ ontwikkeld. Dit is gebaseerd op de menukaart NPO. Samen met scholen kan de kinderopvang kijken wat zij binnen de uitvoering van het NPO voor elkaar en de kinderen kunnen betekenen.
- Binnen de Actieagenda NPO ‘De Hilversumse aanpak van corona-achterstanden’ participeert Bink Kinderopvang in de inzet van de NPO middelen om vertraging en problemen bij leerlingen aan te pakken. In deze actieagenda is een uitwerking gemaakt van de situatie binnen het Hilversumse onderwijs en de wijze waarop de NPO-middelen in Hilversum ingezet worden. Er is een analyse gedaan op basis van gesprekken met voorscholen, schoolbesturen, schooldirecties, de kindergemeenteraad en belangrijke maatschappelijke partners zoals de kinderopvang. Voor het opstellen van het actieplan NPO is afstemming geweest tussen de afdelingen jeugd, sport en cultuur van de gemeente Hilversum. Hierdoor is de inzet uit de NPO-actieagenda bijvoorbeeld aanvullend op het actieplan Jeugd.
We adviseren onze BMK-leden daarom nogmaals hierover actief met scholen in gesprek te gaan, zodat mogelijke ondersteuning vanuit de kinderopvang hierbinnen past.